Eveneens in deze 'De Vliegende Hollander', staat een eerbetuiging voor hun werk en houding in oorlogstijd van de burgemeester en zijn wethouders, van de pas toors en de dominee en ook van de illegale leider P. Borst. Ook dokter Groenhart wordt geëerd: "'t Leven was hard die dagen, dat ondervonden we dikwijls, maar vooral ondervond onze dokter Groenhart dat, toen hij door de gemeenheid van één, dien hij zoo goed had geholpen, moest onderduiken. En nog meer ondervond hij dat, toen door een bende Duitsche sadisten zijn huis in brand werd gestoken. Dit was een ontzettende beleediging tegenover de heele gemeente. Ja, dat was heel hard, maar wij allen hopen, dat ook voor hem het leven weer goed zal worden." Tot zover enkele citaten uit 'De Vliegende Hollander'. De dokterspraktijk wordt al vanaf de vlucht van het echtpaar Groenhart door assistenten waargenomen en na de brand wordt die praktijk voortgezet, maar dan in het oorspronkelijke koetshuis van de dokter. Ook wordt daarvoor nog gebruik gemaakt van het er tegenover liggende huisje van de overleden heer Keppel. Die vervangers van dokter Groenhart leven o.a. van zuivelproducten die op de pof worden gehaald bij Cor Vader. Een opvallende verschijning onder hen was de assistent Lely, die zijn patiënten op de motorfiets bezocht, achter in het land van de Schagerwaard woonde en dus geen hekel had aan Dirkshorner prut! Eric Groenhart zelf vertelt nog - uit de overlevering - hoe voorafgaand aan de brand het grote aquarium van zijn vader werd kapot gehakt. En niet alleen de vissen werden vernietigd, maar alle dieren werden door de Duitsers bijeen gedreven: paarden, schapen, kippen, enz. en vervolgens werd het geheel in de brand gesto ken! Jaap de Goede herinnert zich hoe hij op die bewuste zaterdag 30 september omstreeks 5 uur 's middags van Dirkshorn naar Wieringerwaard wilde fietsen. Jaap had 'verkering' in Wieringerwaard en had bij de gratie toestemming gekregen van zijn ouders om daar een nachtje over te blijven, omdat de algemene situatie zodanig was, dat ze hem niet meer in het donker langs de weg wilden laten gaan. In de Voorpolder zag hij de brand en ontdekte tot zijn verbijstering dat het de woning van dokter Groenhart betrof. Veel groter was echter zijn verbazing over de brandweermacht onder leiding van brandweercommandant Piet de Goede, die er volstrekt machteloos bij stond en geen enkele actie ondernam. "Maar vader, waarom blussen jullie niet?" riep hij. "Maak dat je weg komt, jongen!" riep zijn vader nerveus en onzeker terug. De Duitsers hadden hem ten strengste verboden om te blussen! Zoals in het verhaal van Eduard reeds is verteld, was dokter Groenhart tijdens de brand ondergedoken bij Cor Vader, en wel in de aardappelkelder onder de woonkamer. Daar had hij ruim zicht op de brand. Er was nog geen 'Hornhoeve' die nu het uitzicht op de Voorpolder belemmert. Maar wat moeten dat rampza lige uren voor de dokter zijn geweest. Hij moet rade loos geweest zijn. Hij kon waarschijnlijk niet de details van het gebeuren zien, zoals de verbranding van zijn dieren. Maar hij zal wel de bangste vermoedens heb ben gehad en moet wel bijna gek zijn geworden. En wat een zelfbeheersing moet hij hebben gehad om niet briesend en scheldend er op af te gaan. Thans zou dat vrij normaal zijn en geaccepteerd worden. Maar op dat moment zou dat een zekere dood betekend hebben. 4 2019 Zicht op Haringcarspel mei

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2019 | | pagina 6