Een vrijwilliger in het zonnetje Zondag vissersdag Door: Willy Kok Door: Tineke Koenis De vrijwilliger is Jaap Mooij, medeoprichter van Historische Vereniging Harenkarspel Jaap Mooij is en was een actieve vrijwilliger bij onder andere voetbalvereniging VIOS, de kerk en bij de Historische Vereniging Harenkarspel. In 1999 is hij daarom benoemd tot Lid in de Orde van Oranje- Nassau. Jaap is 30 december 1932 geboren en getogen in Warmenhuizen. Zijn geboortehuis is de oude bakkerij van bakker Mooij aan de Dorpsstraat. Na zijn huwelijk met Coby van Duin (ook een echte Warmenhuizense) ging hij aan de Krankhoorn wonen. Na de ambachtsschool moest Jaap drie jaar in militaire dienst en daarna ging hij werken als orgelbouwer bij Vermeulen in Alkmaar. Een van zijn mooiste klussen was het plaatsen van een Walcker-orgel in de Martinikerk van Doesburg. Dit orgel kwam uit de gesloopte Nieuwe Zuiderkerk van Rotterdam. Het orgel heeft 4 klavieren en pedaal en is met 75 registers en 5415 pijpen het grootste elektro-pneumatische orgel van Nederland. Deze klus nam 10 weken in beslag. Zo'n werkweek duurde zes dagen. Maandag 's morgens met de trein naar Doesburg en zaterdag 's middags weer terug naar huis. Met Jan Barsingerhorn had Jaap het vaak over het oprichten van een Historische Vereniging. Op een mooie middag bij het voetbalveld hebben de mannen de knoop doorgehakt en gingen daadwerkelijk aan de slag om zo'n vereniging op te richten. En in 1992 was de Historische Vereniging Harenkarspel een feit. Jaap werd bestuurslid en is dat zo'n 15 jaar geweest. Het waren gezellige jaren volgens Jaap met mooie wapen feiten zoals bijvoorbeeld het realiseren van een stand beeld voor professor Kuiper en een prachtige ten toonstelling in het gemeentehuis over de middenstand van onze dorpen. En nu geniet Jaap van zijn 'oude dag' en hoopt dat met zijn Coby in hun huis aan de Krankhoorn nog jaren te doen. In de jaren vijftig had mijn vader een tuindersbedrijf in het Geestmer-Ambacht, toen nog vaarpolder. Elke dag met de schuit heen en weer, koppiestik mee en onder de middag naar huis voor de warme prak én een tukkie, want voor dag en dauw waren ze al op het land, maar de zondag was er rust. Op enkele zomerse zondagen na! Dan bracht mijn vader in de vroege morgen met de schuit een groep mensen vanuit Amsterdam het land in om te vissen. Met de bus kwamen ze naar Kalverdijk en dronken eerst koffie bij café Stevers. Na de koffie liep het gezelschap bepakt en bezakt naar 'meneer Tesselaar' (op zijn ras Amsterdams) de kapitein. Eet- en vooral drinkwerk mee, een accordeon en natuurlijk de hen- gels. De kapitein had kistjes in de schuit gezet om op te zitten en zo kon het visfeest beginnen. In de namiddag werd het hele stel weer opgehaald en mocht ik soms mee. Zingend en uitgelaten stapten passagiers aan boord om wederom in het voornoemde etablissement aan te schuiven voor een heerlijk diner, gemaakt door de vrouw van de kastelein. Wat hadden de mensen dan een prachtige dag, zeker als het weer mee zat, een dag de natuur in om te vissen. Gezien de drank en de accordeon weet ik niet of het overdag rustig was, maar op de terugtocht was het altijd feest. En voor ons gezin was het elke keer een bijzondere gebeurtenis, een bus Amsterdammers had je niet elke dag op het erf! Zicht op Haringcarspel mei 2019

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2019 | | pagina 25