Gortig Er moest verhuisd worden. Zo ongeveer de eerste twee jaar kon een huisje worden gehuurd van de fam. Groot in de Fabrieksstraat. Later werden er mooie huizen gebouwd door bouw bedrijf De Nijs in de Nachtegaalstraat. Daar werd er een van gekocht en hebben ze er nog jaren met veel plezier gewoond. Na zijn horecatijd heeft Jan nog tot zijn pensioen tot volle tevredenheid zo'n tien jaar gewerkt bij Verkade in Zaandam. Met een grijns vertelde hij dan aan mensen die zich afvroegen of hij nog wel 'moest' werken: "mijn droogje heb ik wel verdiend, maar mijn natje moet er ook nog zijn". Een hele moeilijke tijd brak aan toen Jan helaas op 5 oktober 1990 na een ernstig ongeval overleed. De 'oud' kasteleinsvrouw is nog steeds 'doenig', wandelt en fietst nog elke dag als het kan en hoopt dit nog lang vol te houden. Verder kaart ze en houdt ze van lezen. Aafje is nog in goede conditie en doet alles nog zelf. Heerlijk! Want al ben je op leeftijd je mag van geluk spreken als dat je gegeven is. Sinterklaas kapoentje, gooi wat in m'n schoentje, gooi wat in mijn laarsje, dank u Sinterklaasje! Het is weer Sinterklaastijd, hierbij nog een leuk weetje. Onze kinderen zetten hun schoen met wat hooi erin voor het paard, tegen 5 december bij de schoorsteen. Waarom juist op deze plaats? Hierbij moeten we denken aan een ouderwetse brede schouw, die vanouds de verbinding met de 'bovenwereld' vormde. Onze voorouders waren er van overtuigd, dat al het goed en kwaad door de schoorsteen kwam; immers, de boldergeesten, die de plagen in huis brachten, hielden er verblijf. Maar ook de kaboutermannetjes brachten 's nachts langs deze weg hun goede gaven. In Limburg hadden de kinderen het zelfs tot een gewoonte gemaakt om met krijt een ladder in de schoorsteen te tekenen opdat Sint Nicolaas gemakkelijk zou kunnen afdalen. Begint een kind te twijfelen aan het bestaan van de goedheiligman, dan legt men een zakje met zout in de schoen als teken dat het te oud wordt voor dit gebruik. In Groningen spreekt men dan van 'afzouten'. In West-Friesland was men gewoon een zakje gort in de schoen te leggen. Iemand die dit kreeg noemde men dan gortig. Bron: De vrije Alkmaarder 28 november 1947. Tineke Koenis. Zicht op Haringcarspel Kermis 1977. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 23