haer te regeleeren, maer off den eenen wech geworden
ofte verlooren waere, soe sal nochtans den ander pre
sent sijnde gelicke ende volcomen cracht sorteeren
gelyck off sij beyde present ende voor oogen waeren".
In dit contract is sprake van een jaarlijks door het
kerkbestuur te betalen bedrag voor het lopende
onderhoudswerk van 27.-. Maar indien grotere gaten
in het dak zouden waaien of door andere oorzaken
ontstaan, groter dan twaalf voeten (36cm.), dan was
het meerdere werk eveneens voor rekening van het
kerkbestuur. Dit was in 1717 het geval toen door een
hevige storm de schade veel groter was. Toen had voor
een tienjarig contract de leidekker Cornelis Gerritsz.
Speelder uit Alkmaar extra betaald gekregen van het
kerkbestuur van 73.- met vrije kost en drank voor
hem en zijn knecht.
Echter na deze eerste vermelding in het archief
in 1590 om het dak te repareren van de oude
Ursulakerk, volgden vele jaren daarna nog veel
meer reparaties met afgeronde bedragen.
Pas in 1676 in het archief een eerste vermelding
"Cornelis Adriaensz. biersteecker opt Zuydteynde
over gelevert bier tot den kerck ende leijedeckers voor
9.- ende oock noch Pieter Sijmonsz. leijdecker tot
Alckmaer arbeytsloon ende leijen voor 69.-".
In 1685 een hevig onweer met veel schade aan de
toren, kerk en predikantenhuis te samen 165.- en in
1686 en 1687 reparatie leien 74.- en 151.- en in 1688
en 1689 reparatie en van leidekken. In de herfst van
1689 sloeg de bliksem in de torenspits met ook veel
schade aan de leien te samen 277.-
In 1712 Cornelis Gerritsz. Speelder meester leidekker
te Alkmaar "gemaeckt het leijendack voor 19.-".
In 1717 na een hevige storm krijgt Speelder de
opdracht van de kerkmeesters Pieter Bregman, Adriaan
Dircksz. Sussen en Reijer Wognum "leijen te repaere-
ren betaelt 73.- ende tevens vrije cost ende dranck
inde herberg".
In 1718 Speelder "opnieuw leijen vant dack gewaait
75.- ende aen Mayer Voormay slaepen vande leijdec-
kers 2.-".
In 1731 Claas Smit hospes in herberg de Prins
die naast de oude Ursulakerk stond "van slaepgelt
leijdeckers betaelt 2.-. En in 1750 opnieuw Claas Smit
"van slaepgelt leijdeckers betaelt 5.- tevens in 1752
voor den leijdeckers te slaepen betaelt 2.-"
In 1755 Ysbrant Bootsma leidekker te Alkmaar "van
leijdecken ende leggen van een nieuwe goot met een
nieuwe pijp ende back 408.- ende voor Klaas Smit nu
hospes in den Moriaen hetgeen den leidekkers heb
ben verteert ende van slaepen 12.-". In 1757 Claas
Smit hospes in de Moriaen "hetgeen den leidekkers
hebben verteert ende van slaepen 5.-".
In 1758 Cornelis Vader beurtschipper "haelen met sijn
schip uijt Alkmaar van leijen ende gereetschappen
18.-".
In 1759 Claas Smit hospes in de Moriaan "van leidek
kers soo aen dranck ende slaepgelt 2.-".
In 1766 de weduwe Claas Smit hospeses in de Moriaan
(hij overlijdt voor 13-3-1766 zijn vrouw Trijntje Jans
dr. gaat verder in de herberg en overlijdt in 1767)
"slaepgelt leijdeckers 3.-".
In 1774 Ysbrand Bootsman leidekker te Alkmaar maar
na zijn overlijden wordt het Johannes Prins leidekker
te Alkmaar. Na Prins zijn overlijden mag zijn vrouw
door middel van knechten het leidekken voortzetten.
In 1778 verder ook besloten "om weederom eenige
roeden vant leijdak aen den kerck in deese somer te
vernieuwen".
In 1859 T. Adolf leidekker te Alkmaar aan de kap
200m2 vernieuwd met 5500 leien voor 571,16 en de
dakruiter gesloopt door timmerman Sjouke Westra dit
kostte 708,63.
In 1928 nieuwe leien en voor de loodgieter te samen
671.-.
Verder was het vele jaren lang Sjouke Westra
uit Warmenhuizen die de leien op het dak en toren
repareerde en in orde hield.
Zicht op Haringcarspel
Bron.
Oud archief Warmenhuizen no.116
De geschiedenis van de oude St.Ursulakerk te Warmenhuizen
J.L.Lutjeharms en Jb.Westra.
Gootlijst (met lood bekleed)
Klossen onder de goot.
Aangetaste onderslagbalk
mei 2016