het koor toegevoegd. De fundering van het koor is overal gelijk en bestaat uit hele en halve stenen van beide formaten. Ook het in het koor staande altaar- blok is opgemetseld uit twee formaten stenen. Een verrassing was de noordoost hoek van de kerk, met de aansluiting van het koor: daar stak nog een geweldig dikke muur van kloostermoppen onder de huidige muren. De totale breedte die wij konden waarnemen is al anderhalve meter en dan staat de huidige kerkmuur van 60(?) centimeter dikte daar ook nog op. In later tijd is veel van dit muurwerk gesloopt, mogelijk ten behoeve van wat Lutjeharms wel heeft gezien en 'de fUndatie van de preekstoel' heeft genoemd. Deze vrijwel ronde fon- datie, die is opgemetseld uit allerlei steenformaten (ook 16de-eeuwse!!), is alleszins opmerkelijk en moet dan ook na de Reformatie zijn gebouwd. De vondsten Stenen zijn in dit geval de grootste groep losse vond sten: kloostermoppen van de genoemde formaten, maar ook fraai gehakte en gezaagde stenen die ooit deel uitmaakten van lijsten langs ramen en bogen. Deze laatste stammen alle uit de laatste bouwfase van begin 16de eeuw. In de kerk is eeuwenlang begraven en dan vind je overal botjes - dat was nu niet anders. Tijdens het wegzuigen van het zand kwamen honderden losse 'onderdelen' van oude Warmenhuizers tevoorschijn; deze werden alle verzameld en zijn inmiddels binnen de muren van de kerk herbegraven. Naast botten werden er ook scherven gevonden! Dat lijkt opmerkelijker dan het is. Ze zijn meegekomen met (vuile) grond waarmee rond 1880 het gehele koor is opgehoogd en delen van het schip. Af en toe is er een zeventiende-eeuwse scherf bij, maar het meren deel is negentiende-eeuws. Het kruikje van de 'VICTORIA BRUNNEN' nog voorzien van de kurk, heeft vast de koffie van een van de arbeiders bevat. Naast de scherven werden enkele muntjes gevonden; te noemen vallen een Hollandse Penning uit het begin van de zestiende eeuw, enkele duiten en oorden uit de tijd van de Republiek en wat losse centen. Het dubbeltje uit 1957 en de tankdop zijn ongetwijfeld in de jaren '60 onder de vloer geraakt. Zicht op Haringcarspel Afb. 6 In het koor was de helft van het altaarblok aanwezig; de stenen onderbouw waarop de hardstenen plaat van het altaar lag, was net zo breed als de muur van de koorsluiting daarachter. Goed is hier te zien dat, ondanks de halve meter grond die hier al is verwijderd, het pleisterwerk op de wand doorloopt. Dit bewijst dat het koor ooit op dezelfde hoogte lag als het schip van de kerk. Afb. 8 Verzilverde koperen Penning van het Graafschap Holland uit het begin van de zestiende eeuw. 16de eeuw: Hollandse penning z.j. Muntheer: Philips de Schone (1482-1506), Muntplaats: Dordrecht (1505-1506), Referentie: Van Gelder/Hoc 124-6 Afb. 7 In de noordoost hoek van de kerk bevond zich een oorspronkelijk deel van een kerkmuur die begint in het donkere putje en doorloopt tot onder de huidige oostmuur. Met zijn breedte van waarschijnlijk ruim twee meter, is zijn functie volkomen onduidelijk. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 12