negentiende eeuw en is een schoolvoorbeeld van het stapelen van losse brokken oude steen zonder cement, totdat het maaiveld werd bereikt. Het is wel zo dat deze opvullingen alleen hun eigen gewicht hoeven dragen, omdat de zuilen aan de bovenzijde met bogen zijn verbonden. Op de overgang van de betonfundering en de oor spronkelijke zestiende-eeuwse, bevond zich het enige stuk Middeleeuwse muur; het was een deel van een hoek die verder in de reconstructie van Lutjeharms niet past. Hij heeft dit muurwerk ook nooit kunnen zien, omdat in 1943 de vloer daar ter plaatse nog bestond uit een betonplaat die pas in de jaren '60 is verwijderd. Een echte kloostermoppenmuur is de onderbouw van de toren; deze bestaat uit grote, uniforme stenen, rood van kleur en met een formaat dat waarschijnlijk rond 1260 is te dateren (30/14/7,5). Dit zijn de grotere stenen die Lutjeharms samen met de kleinere forma ten heeft gezien. Dat stenen in die tijd kostbaar waren, blijkt wel uit het feit dat de voegen een respectabele breedte hadden van twee en een halve centimeter! De noordelijke zuilenrij bleek ook al ontdaan van zijn oorspronkelijke fundering en ook daar werd beton waargenomen. De onderkanten van de zuilen waren geheel nieuw gemetseld; wel met oude steentjes, getuige de blauwe verf ooit onderdeel van een boer derij. De rij zuilen was de plek waar Lutjeharms de noordmuur van de kloostermoppenkerk had gezien. De zuidelijke zuilenrij, die nu onderdeel uitmaakt van de zuidelijke buitenmuur, bleek individueel en vrij ondiep gefundeerd te zijn. Wel werd waargenomen dat veel zuilen iets waren 'afgeschoven' en dat de funde- ringsblokken soms erg gescheurd waren. De opvulling tussen de zuilen van de noordmuur dateert uit de Het kleinere steenformaat (28/14/7) dateert waar schijnlijk uit het begin van de veertiende eeuw (1310 1350). Toen is blijkbaar de kerk geheel verbouwd en is Zicht op Haringcarspel Afb. 2 De intacte vroeg zestiende-eeuwse fundering van de noordmuur; onder het meetlint gaat nog een halve meter fundering schuil. Afb. 4 Pilaarfundering in de zuidmuur, waarbij rechts de los gestapelde stenen van de 19de-eeuwse opvulling te zien zijn, maar ook hoe een deel van de fundering is weggekapt om plaats te maken voor een begraving. De fundering is bovendien geheel gescheurd. Afb. 3 Oorspronkelijke hoek van vroeg veertiende-eeuws metselwerk onder een deel van de noordmuur. mei Afb. 5 Noordoost hoek van de toren met de grote kloostermoppen; de metselwijze 'strekken en koppen' is hier goed te zien, net als de extreem dikke lagen mortel.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 11