Vader Piet was handelaar in vee en groenten en bezocht daarvoor regelmatig Rotterdam, Purmerend en andere markten in de omgeving. Veelal op de fiets en later met een vrachtwagentje. Daarnaast had hij vee en wat tuinbouw, zoals de meeste mensen in die tijd. Beide moeders bleven thuis voor het huishouden, wat toen ook een bedrijf op zich was natuurlijk. Ook in dit gezin was het geen vetpot, al heeft Frans niet het gevoel dat het ze ontbrak aan eten en drinken. Vis en vlees Visser, dat wilde Niek ook worden, net als zijn vader, maar dat werd niet toegestaan door het bestuur van vissers van het Geestmerambacht. Nog maar ongeveer 12 of 13 jaar oud, ging hij met fuiken van zijn vader vissen in het Geestmerambacht, toen daar de politie aan kwam die was getipt door iemand. Hij moest alle fuiken afgeven! Dat was ver schrikkelijk, maar de mannen hadden geen pardon, alleen de vogeleieren die ook in de schuit lagen mocht hij houden. Wat een toestand, want vader was zijn materiaal kwijt! Die naar de politie en na lang beraad kreeg hij ze terug, maar vanaf die tijd had Nic wel een strafblad, hij kreeg n.l. een jaar voorwaardelijk! Gelukkig kan hij er nu om lachen, maar reken maar dat dat wat was in die tijd. Ooit werd er bij de familie van Niek een varken geslacht en van de gedroogde blaas kon je een prima voetbal maken. Maar daar werd een stokje voor gesto ken door vader, want waar een voetbal was, moest ook een varken zijn! Je moest altijd enorm alert zijn, want je verrader sliep nooit. In de oorlog mocht je niet meer dan 1 varken hebben, maar in het Geestmerambacht hadden ze in een kuil nog een varken, waar Niek samen met zijn zus iedere dag voer moest brengen met de schuit. Dat beest wilde dan uit zijn "hok" springen, maar dat mocht natuurlijk niet en daar werd vroeger op een hardhandige manier mee omgegaan. Op zijn 14e kwam Niek van school en ging werken bij Kruit (Oosterdijk in Dirkshorn). 's Avonds hielp hij op de akker van zijn vader, want immers alle beetjes hielpen. Markten en bidden In de oorlog heeft Frans zijn vader ooit clandestien voor de slacht een schaap verkocht aan W. Koorn. Willem wilde niet vertellen van wie hij het schaap had gekocht en moest mee met de agenten. Daardoor raakten zijn vrouw en kinderen zó in paniek dat zijn vrouw het toch vertelde. De mannen togen naar Kalverdijk en nu moest vader Piet mee. Na lang praten mocht hij gelukkig thuis blijven, maar het werd een rechtszaak! Als zijn advocaat trad dhr. C. Berkhouwer op (deze was later lid van het Europees Parlement), de uitslag was eerst een maand gevangenisstraf en werd uiteindelijk afgerond op vijf honderd gulden boete plus een maand voorwaardelijk en daarbij natuurlijk een heleboel spanning! Toen de vader van Frans 56 was kreeg hij een beroerte en kon hij zijn werkzaamheden niet meer voortzetten en Frans werd verzocht thuis te helpen, maar hij moest in dienst. Vader toog naar wethouder Burger, legde zijn probleem voor en Frans kreeg een jaar uitstel. Daarna werd voorgesteld om naar de BB (bescherming burger bevolking) te gaan, maar hier kreeg Frans uiteindelijk afstel. Dus thuis aan het werk en naar de markten. Als goed katholiek moesten ze de markt soms combineren met de kerk, zoals ooit met Maria ten Hemelopneming. Dus in Purmerend markten én bidden, al werden de prijzen er nooit beter door, geen keus, je moest. Het werk werd gecombineerd met een baan bij boer Swager aan de Oosterdijk in Dirkshorn en deze familie was niet katholiek. Zo moest Frans van zijn ouders op een katho lieke feestdag door de week naar de kerk, maar hij kreeg geen vrij van de baas, dat werd dreigen met ontslag en Frans kreeg uiteindelijk toch vrij om te gaan. Zakdoek Van de oorlog kan Niek zich nog vele gebeurtenissen herinneren. Bij bombardementen van de Engelsen is er bij de Oosterdijk ooit een Duitser gedood, "zijn kop was eraf", aldus Niek. Er zaten in de oorlog ook Duitsers op de meisjesschool in Tuitjenhorn. Broer Jaap zat ondergedoken bij Ab Moras, Kalverdijk 17. Een heel klein huisje waar boven alle bedden naast elkaar Zicht op Haringcarspel Achteraan Meester Immens en op de achterste rij Gerard Bleeker, Sam Boon en Niek Hoogeboom. De midden bank Wim Mooi en Gert Boerdijk en vooraan Jan Kaandorp en Gerard Schilder. mei Frans Hoogeboom, Niek Kruijer, Henk Karsten en Niek Hoogeboom

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 9