De brand bij Piet Wit
Zicht op Haringcarspel
Door Piet van Twuijver
Het was 1935 tegen St. Nicolaas. Mijn ouders sliepen in wat vroeger de pronkkamer
was en waren net te bed gegaan. Ik sliep in een bedstee die tussen de kamer en die pronkkamer
was, met deuren naar beide kanten. Het zal ongeveer 10 uur geweest zijn dat er een lichtflits
was met er bovenop een vreselijke donderslag. Ik was ook meteen wakker.
Mijn moeder het bed uit en rond kijken of er iets te zien was.
Daar we eenzaam woonden in de Bliekenbos (in de
Schagerwaard bij de spoorlijn) was moeder altijd wat
angstig. Moeder zag niks wat haar verontrustte, dus
weer te bed. Maar dat was van kote duur, want opeens
hoorde ik haar gillen "Jan er is brand de gordijnen
worden rood van het licht". Ze gingen kijken en
zagen dat de boerderij van Piet Wit aan de Middenweg
in de Schagerwaard in brand stond. Vader riep mijn
broer, die tien jaar ouder was, daarna mij en zei "daar
gaan we heen". Ze kwamen daar aan en men was nog
bezig vee naar buiten te brengen, slechts een koe kon
men niet redden. Toen mijn vader daar aankwam
vroeg hij of de brandweer al geroepen was, nee, dus
ging vader op de fiets verder naar Dirkshorn. Telefoon
was nog een vrij onbekend apparaat. Wartenhorst was
de brandmeester, die woonde in een huis aan wat nu
de Havenstraat is in Dirkshorn, het was toen nog een
haventje. Bij aankomst werd Wartenhorst uit bed
geklopt en verteld wat er gaande was. Waarop
Wartenhorst vroeg "is het erg?", "nou ja" zei vader, de
boerderij van Piet Wit staat in brand. "Nou dan gaan
we eerst even kijken." Dus samen op de fiets richting
brand. Bij de Wipbrug (Schagersloot) in de
Middenweg aangekomen zei Wartenhorst "ja het is
puur een brand, ik zal de brandspuit halen." Dirkshorn
beschikte toen al wel over een motorspuit. De vol
gende morgen ging ik naar school. Mijn vader was
wel weer thuis, maar mijn broer moest bij de brand
blijven voor bewaking. Ook was men nog bezig met
het hooi. Ik kan me nog herinneren dat de dode koe
vlak voor de buitendeur lag.
H A R E JV K A H 9 P E 7
Bliksem In een boerderij geslagen.
In den nacht van Zondag op Maandag te ongeveer
3 uur sloeg tijdons con zware hagelbui de bliksem in
de boerderij van den lieer A. Fijnheer en bewoond
door P. Wit Jz. in den polder Schagerwaard, De
bewoner ontdekte gelukkig spoedig onraad en ach
tergekomen bemerkte hij al een begin van brand. Hij
wist het vee er uit te krijgen en ook het overige gezin
zijnde vrouw en 3 kind oren. F.en koe lag hij zijn
komst in de stal al dood. Voorts is er van de inboedel
niets gered kunnen worden.
Schager Courant 3 december 1935.
Er was nog wel een geluk bij dit ongeluk. De familie
Wit kwam namelijk net thuis toen de bliksem insloeg
en ze hadden een oppas voor de kinderen, een doch
ter van de familie Pater die in 'Tivoli' woonde, in een
huisje wat naar overlevering vroeger een café was en
net over het spoor stond. Ze was net het huis uitge
stapt en kwam hevig overstuur bij haar ouders aan.
Maar wat als zij daar alleen geweest was???
Na herbouw woonde de familie Rozendaal in de boer
derij. Het ging dus wel een beetje op z'n janboerenfluit
jes. Misschien zit er in de sketch "De Brandspuit" van
Kees Stet toch een grond van waarheid.
mei 2016