dan aan het schrikken te maken en te kijken hoe hard ze konden lopen. Toen we op een keer zaten te kijken hoe hard ze konden rennen, zagen we opeens een jonge cowboy op een paard naast ons die vrese lijk boos was, omdat wij de paarden opjoegen. Hij zou het aan de gebroeders Hansen vertellen, van wie de paarden waren. De volgende dag kwamen twee ruiters bij ons thuis, de gebroeders Hansen. Ze vroe gen wat wij op hun land zochten. We zeiden tegen tante Anna dat ze de eigendomsbewijzen moest laten zien. Jaren geleden eigende de boeren zich namelijk maar land toe, zonder dat de regering daar maar enige controle op uitoefende. Nu de regering het land wel officieel uitgaf, maakte dit de vroegere boeren erg boos. Soms verjoegen ze de kolonisten of schoten ze dood. Tante Anna probeerde hen uit te leggen dat het haar er in de eerste plaats niet om te doen was geweest hier te komen. In haar opwinding ging ze Nederlands praten, de twee mannen begre pen er niets van. Nick legde het uit en vertelde de twee mannen over de gestolen paarden en de situatie waarin ze nu verkeerden. Ze konden het allemaal niet geloven dat wij hier met zijn drieën op deze grote verlaten prairie woonden. Even later waren ze gekalmeerd gingen weg en zeiden "laat onze paar den in het vervolg met rust", wij beloofden dat. De voorbereiding om Montana te verlaten Tijdens het derde jaar dat we in Montana waren hoorde tante Anna van haar zoon John dat hij Chicago verliet om naar Harrison in Wisconsin te gaan, om daar als timmerman te werken. Terwijl hij een huis aan het bouwen was schreef hij zijn moeder een brief en vroeg haar bij hem in te komen wonen en de huishouding te doen. Hij stuurde ook het nodige reisgeld. Tante Anna was dolgelukkig, maar hoe konden we Montana verlaten en de nodige bezittingen meenemen. Uiteindelijk vroegen we meneer Hall ons te helpen. Tante Anna vertelde hem wat ze mee wilde nemen en de rest was voor hem, zoals het huis, de schuur en de landbouwbenodigd- heden, want sinds we niets meer van vader gehoord hadden moesten we zelf onze zaken regelen. Later hoorden we van vader dat hij ons naar Washington over wilde laten komen als hij een goede betrekking had gevonden, maar dat was te laat. Meneer Hall was ons erg dankbaar en toen we klaar waren voor vertrek, laadde hij met een vriend van hem al onze huisraad op. Voor we weggingen namen we ook nog afscheid van onze directe buren zoals de fam. Mc Gee. Vertrek uit Montana Toen alles ingepakt was door meneer Hall en zijn vriend verlieten we Montana, onze hond Fido bij meneer Hall achterlatend. Ik was blij en droevig tegelijk, blij voor tante Anna dat ze weer naar de kerk kon gaan en droevig dat we de uitge strekte prairie verlieten, met de prachtige Rocky Mountains, de kleine school met Alma Coe en de schoolvriendjes. In Wisconsin Tante Anna was overgelukkig toen ze haar zoon weer zag. Kort daarna kwam vader naar Wisconsin, een beetje teleurgesteld omdat hij van plan was ons naar de staat Washington te laten komen. Maar om dat het nu toch eenmaal zo was kocht hij een stuk land vlakbij John Hoebe. Tante Anna was blij dat ze het nu wat gemakkelijker had. Ze was al met de aanleg van de tuin om het huis bezig. Maar Gods weg is niet onze weg, in de lente van 1924 liep ze een ernstige verkoudheid op, wat later longontste king werd. Ze werd naar het Heilig Hart hospitaal in Tomahawk in Wisconsin gebracht, ongeveer 3 mijl van Harrison. Na 3 dagen stierf ze. Haar leven op deze aarde was ten einde en God had haar tot Zich genomen. Het was een schok voor ons allen. Ze was pas 54 jaar oud, maar ze was helemaal voorbereid en gereed om heen te gaan. Die nacht toen ik in bed lag ontdekte ik een schim in de vorm van een persoon die om mijn bed zweefde, ik trok de lakens over me heen en begon mijn rozenkrans te bidden. 's Morgens was het weer over, ik vroeg iedereen die morgen of ze ook iets gezien hadden, maar vader zei dat ik gedroomd moest hebben, omdat de familie Mosch niet in spoken gelooft. De volgende nacht gebeurde echter weer hetzelfde en ik begon weer te bidden. Ik had in die tijd ook een zware kou opgelopen en vader adviseerde me niet naar de begrafenis te gaan. De volgende nacht bleef de geest weg. Ik deed ongeveer 9 maanden voor vader de huis houding toen de zwerflust zich weer van vader meester maakte. Hij verkocht alles en ging met Nick in april 1925 naar het Westen. John was al naar Wausau waar hij als elektricien werkte, later ging hij "J mttinim [rwrnr-*^—- Zicht op Haringcarspel Tomahawk Sacred Heart Hospital in 1918. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 21