probeerde een onderkomen voor de school te vin den. We kwamen ten slotte in een verlaten huisje terecht. Met de hulp van de zuster van Alma werd het huisje als school ingericht. De school lag onge veer 3 mijl van ons huis. Juffrouw Coe was een goede onderwijzeres en we voelden ons bij haar erg op ons gemak. We zaten allemaal rondom de keu kentafel, van haar leerden veel meer dan destijds in de klas met 40 leerlingen in Chicago. We hadden een pracht tijd met juffrouw Coe, we speelden vele spelletjes, slagbal, vangertje, enz. Ze kon net zo hard lopen als ieder van ons, ze was heel sportief. Bij slecht weer deden we allemaal binnenspelletjes en ze leerde de meisjes handwerken. Eens kwam een rui ter langs en vroeg de weg, terwijl hij met juffrouw sprak keek hij het huisje binnen. Hij vroeg hoeveel kinderen ze had. Zij dacht dat hij de leerlingen bedoelde en antwoordde 7. De man schudde zijn hoofd en zei: "Zo'n klein huisje voor zo'n groot gezin". Toen juffrouw Coe zich realiseerde wat hij bedoelde en hem het probeerde uit te leggen, was hij al vertrokken. Op een middag kwamen we op weg naar huis een kudde vee van meer dan honderd stuks tegen. Toen we er voorbij liepen draaiden ze zich om en achter volgden ons met hun grote koppen naar beneden en de horens vooruit. We stopten en spraken tegen de dieren, zodra we echter weer begonnen te lopen lie pen zij ook weer achter ons aan. Dit gebeurde zo driemaal toen John zei: laten we onze hond Fido roepen". We waren echter nog een mijl van huis en vroegen ons af of hij ons zou horen. John was er echter van overtuigd dat Fido ons zou horen. Dus riepen we: "Fido, Fido kom hier", en ja hoor daar verscheen Fido op de heuvel, hij moest eerst naar ons toe komen. Toen hij bij ons was wees John naar het vee en zei: "zoek ze Fido". Hij rende op het vee toe en toonde zich een echte herdershond. Toen de kudde ver genoeg verjaagd was kreeg Fido van ons een beloning. Toen we thuis waren vertelde tante Anna wat er gebeurd was. Ze had bij de kachel gezeten terwijl Fido sliep, plotseling was de hond opgespron gen en naar de deur gelopen. Hij was niet meer te houden geweest, toen hij ons had horen roepen. Op een keer had juffr. Coe een konijn geschoten, ze had het mee naar school genomen om te laten zien hoe het gevild moest worden. Ze maakte het konijn klaar en het werd aan het spit boven een vuur geroosterd en zo hadden we een heerlijk maal. 's Winters was het heel koud en er lag veel sneeuw. In het tweede schooljaar ging John niet meer naar school, hij moest op de ranch werken. Op een dag mochten we eerder van school weg om dat er een sneeuwstorm opstak. We moesten nog 3 mijl lopen naar huis toen het zo vreselijk slecht werd, dat we geen hand voor ogen meer konden zien. Nick zei we moeten vlak bij het huisje van Albert zijn. Albert was een jongeman die daar een stuk grond gekocht had, maar die toen in militaire dienst moest (tijdens de eerste wereldoorlog). Aan het front was hij gedood. Vanaf dit huisje konden we in rechte lijn naar ons huis lopen, als we met de rug tegen de achterkant van het huisje stonden. We hielden elkaar vast om elkaar niet kwijt te raken. We liepen en lie pen het leek wel eeuwen. Plotseling hield de storm op en toen we goed keken stonden we vlak voor ons huis. Tante Anna deed openen legde uit dat God ons gered had, we klopten onze kleren af en gingen het warme huisje binnen. Ons leven als bidders Bijna iedere middag zagen we tante Anna knielen voor het kruis en de beelden van Maria en Jozef. Ze bad haar rozenkrans en vele andere gebeden, ze ging helemaal op in het gebed. Ze had moeite met het accepteren van onze leefwijze en zei vaak, hoe ben ik ooit in van God verlaten land terecht gekomen. In Chicago vergezelde tante mij, behalve op zondag, naar de H. Mis, 's middags ook naar de vesper en het lof in de Nederlandse kerk. Het zingen van vespers tussen priesters en het koor was prachtig. Soms waren er nog speciale godsdienstoefeningen. Op Sacramentsdag droeg de priester onze Heer in de monstrans in een processie. Na de mis ging tante altijd naar de film in de New Roseland bioscoop. Daar werden altijd heel deftige films gedraaid over mensen in deftige kleren. Ik ging altijd liever naar de Old Roseland bioscoop waar kinderfilms gedraaid Zicht op Haringcarspel Old Roseland bioscoop. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 19