weken weg en tenslotte keerden we naar huis terug. Met lege handen, somber gestemd en teleurgesteld. Vader had geen geld meer en ging naar de staat Washington om werk te zoeken. John moest eens per week naar Regina lopen om de post te halen en levensmiddelen. John vertelt het volgende: "ja, vaak liep ik 12 mijl heen en 12 mijl terug onder slechte omstandigheden. Eens hadden we wat geld gekregen om 25 pond meel en 10 pond andere levensmidde len te halen. We moesten dit allemaal dragen en hadden niet eens een slee. Kun je je voorstellen, in februari of maart als er een pak sneeuw ligt, deze manier van lopen was verschrikkelijk. Later kreeg John een paar ski's om naar Regina op en neer te gaan. Eens was ik sneeuwblind en kon ik enkele dagen geen licht aan mijn ogen verdragen. Bijna iedere week moest ik naar Regina lopen in de hoop dat er een brief was met geld van vader of van John Hoebe, tante Anna's zoon. Onze voedselvoorraad raakte op en we wachtten nog steeds op bericht van vader. Tante Anna bakte aardappelpannenkoeken en raadde ons aan er reuzel op te doen om meer voe ding te krijgen. Dit smaakte goed, toen we echter later meer voedsel hadden en de reuzel op het brood proefden, smaakte dat verschrikkelijk. Ook de brandhoutvoorraad raakte op, uiteindelijk moesten we het hout van de schuur gebruiken om het vuur te laten branden. Op een dag zei tante Anna na het eten: "Dit was alles wat we hebben. Er blijft voor ons niets anders over dan te sterven". Ik kon het niet langer uithouden, sprong uit mijn stoel rende weg naar de heuvels. Ik was daar nog niet lang toen ik tante Anna hoorde roepen: "Ma-ry Ma-ry". Ik rende over de vlakte en zag bij ons huis een man met een paard en wagen. Hij was verzorger van de schaap herders en bracht hen het nodige voedsel. Hij vroeg Nick de weg naar een bepaalde herder en Nick wees hem die. Hij bekeek ons en vroeg hoe komt het dat jullie zo mager zijn? En Nick zei: "zou je niet mager worden als je niets te eten hebt?". Toen vroeg hij hoe dat kwam en nadat Nick dat uitgelegd had, haalde hij een zak aardappelen van de wagen en beloofde nog meer dingen voor ons te halen. In april kwam vader thuis, eerst werd de voorraad brandhout aangevuld. In die tijd hoorde hij ook van een plaats waar hij de paarden misschien kon vinden. John vertelt: "Eens in april gingen vader en ik naar de Missouri rivier om een spoor te volgen dat iemand ons gegeven had naar de plaats waar de paarden zouden kunnen zijn. We bezaten toen twee paarden: Loco en een wild paard. Toen we bij de Missouri aankwamen liet vader mij daar alleen achter zonder voedsel. De volgende morgen half bevroren na een koude natte nacht, kwamen er een paar ruiters langs die de paarden en de wagen zagen. Ze schreeuwden is daar iemand in de tent? Ik tilde mijn hoofd op en het was niet moeilijk om te zien hoe ik er aan toe was. Ze namen me mee naar de ranch en gaven me goed en warm voedsel te eten. Dit was de vierde regenachtige dag. Toen het ophield met regenen probeerde vader mij weer te vinden. Enkele van de mannen zagen mijn vader, denkende dat hij mijn vader was. De paarden werden nooit meer teruggevonden. Vader en John zoeken werk Vader en John zorgden voor brandhout en etenswa ren. Gedurende de wintermaanden schaakten vader en Nick hele middagen achtereen, Nick schaakte heel goed. Ik begreep niet veel van het spel. In een grote ketel smolten we sneeuw, kookten het water, waarna we het konden drinken. De jongens gingen ook graag jagen en stropen. Later gingen vader en John werk zoeken. John vertelt hierover het vol gende: "Vader en ik liepen ongeveer 25 mijl naar de ranch van Hansen om te werken. Ik moest lammeren hoeden, dit was de mooiste ervaring die ik ooit heb meegemaakt, het gedrag van die kleine lammetjes. De manier waarop ze met elkaar in het heerlijke zonlicht spelen. Vaak liepen ze keurig in formatie achter elkaar als een leger, we vinden dit ook bij ganzen en eenden. School Op een zomermiddag kwam er een vrouwelijk rui ter bij ons langs. Het was juffrouw Alma Coe een onderwijzeres. Ze zocht de omgeving af om te zien hoeveel leerlingen ze voor haar nieuw te starten school kon krijgen. Ze was ongeveer 40 jaar, had donker haar, gemiddelde grootte en was tamelijk zwaar gebouwd. Ze schreefJohn, Nick en mijzelf in. Joe Henderson had 2 kinderen, Joe van 10 jaar en Winifred van 8 jaar. Naast hen Evelien Samson, een eersteklasser. In de andere richting woonde de Mc Gees met Louis van 7 jaar. Later kwamen de jongens Webb erbij, Golden en William, nog later Josephina Hall die van mijn leeftijd was, 12 jaar. Joe Henderson Zicht op Haringcarspel Crossing Milk River, Malta, Montan. Een ansichtkaart uit 1910. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 18