Brieven aan Cornelis Mosch (V) Cornelis Mosch van Schoorldam en Guurtje Pronk zijn met hun dochtertje in 1904 geëmigreerd naar Amerika. Zijn twee broers Piet en Jan waren er al. Vanaf die tijd volgde er een briefwisseling door Klaas Pronk uit Schoorldam met zijn schoonzoon Cornelis die de plaats West de Pere in de staat Wisconsin uitgezocht had. Klaas Pronk beschrijft aan Cornelis de gebeurtenissen van Warmenhuizen e.o. in de schrijfstijl van rond 1900. 21 april 1904 het begint droevig, op 7 april is het oudste zoontje van Jan Dignoms uit de Diepsmeer verdronken hij was bijna 8 jaar oud. De man van Anna Pepping de kastelein van het Ritsevoort te Alkmaar en een veehandelaar, vonden dezer dagen een briefje van duizend gulden op straat. Hij was er zelfs van ongesteld over zoo een vinding. Hij was direct naar het politiebureau gegaan om aangifte te doen, doch toen hij er kwam was er al een meisje om kennis te geven van het verloren biljet. Het was het geld van een rijke rentenier en moest bij de Nederlandsche Bank gewisseld worden. Het veehandelaartje kreeg 8 gulden maar de man van Anna tot heden nog niets. Op 13 april is getrouwd Klaas Smit van Warmenhuizen en Yda Lokat van St. Maarten en Tijs de Nijs is te vrijen geweest naar Uw nicht Jaantje Jonker en zoo men zegt het is van de zoomer trouwen wesen. De familie Cornelis Mosch verhuist van West de Pere in Wisconsin naar Ipswich in South Dakota in Edmunds County en Ipswich is provinciehoofdstad daarvan. 23 october 1904 het viel grootvader wel niet meden dat gij spoedig tot landkooper waardt overgegaan, grootmoeder huilde en zij "nu zien wij ze bepaald nooit meer". Ik zelfs heb er ook veel last van gehad, maar wie weet welken ideeën dat er bij jullie bestaan, daarom hoop ik geliefde kinderen dat door oppassen, vleit en nauwkeurig opletten spaarzaam te zijn, laten Uw zoeken gelukt zijn en bepaald niet roekeloos of van wanorden zijn. Teeuwis die altijd nog heel krom praat zegt "ikke wat hale zal". En onzen Catrien heeft veel met de klieren te doen, en hebben wij veel te doen om haar rein van ongedierte te houden. Grootmoeder wilde dat haar haren werden geheel afgeknipt werden vanwege de wonden maar dat wilden wij niet gaarne doen, zij is nu aan de levertraan en elken dag doen wij die wonden goed met groene zeep wassen. Dan onzen Piet, hij is even groot als ik, maar of dat komt door het velen appelen kapen in de tuinen van Warmenhuizen weet ik niet, maar hij wordt nogal vaak achtervolgt. Jan de Pook de timmerman van Warmenhuizen heeft nu een bierhuis geplaatst, zeer vrij op dezelfde grond, er staan twee biljarts in en dan nog een kamer voor toneel wat hooger en staat alles van steen. Cornelis Ooijevaar de winkelier bij de r.k. kerk heeft zijn geheele winkel en boet neer laten gooijen, en daar staat nu een winkel meer als present bij spreken, omdat het bouwterrein heel klein was is het als in een stad dus met een verdieping. Ook gezusters Moorhoff op de Buurt (tegenover de hedendaagse Cocobar in 1898 was het nog een cafe van Jacob Slot), dien hebben ook een kruidenierswinkel laten zetten (later van Bertus Zomerdijk), dat het oude huis is ook geheel vervangen door een nieuwe. Louw Groot heeft het sluiswachtershuijsje gekocht van Jan de Graaf, en is genegen daar ook een winkel in te beginnen, Steef Kamper is er geweest om de boel op te nemen en Arie Ruis komt er te messelen. Hein Schouten heeft nu een winkeltje tegenover de pastorie van de r.k. kerk op de hoek bij Jan Ligthart in dat huis van Henk van Trienen de schilder, en leeft daar met zijn zuster Alietje. Rens Zomerdijk dien wonen nu in het ouden winkeltje bij school (vooraan Stationstraat). Bron: De geschreven verhalen zijn gaan naar Piet (snor) de zoon van Klaas Pronk en later naar Trien Pronk van Cas Blokker nu bezit van Nico Pronk. Bewerking Sam Schipper Zicht op Haringcarspel Main Street (West) de Pere, Wisconsin, 1906. mei 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2016 | | pagina 15