steld kan deze fout niet meer worden. Maar het wil ons toch voorkomen, dat er nog maatregelen kunnen worden genomen, opdat deze plaats in de herinnering blijft. Want het moet niet uitgesloten worden geacht, dat er nog meerdere bezoeken komen. En één zulk een pijnlijk geval is al erg genoeg." Het werd duidelijk dat er een en ander moest worden rechtgezet. Dit gebeurde in mei 1951 in de Nederlands Hervormde Kerk in Dirkshorn, waar in aanwezigheid van de ouders tijdens een speciale herdenkingsdienst een plaquette werd onthuld ter nagedachtenis van Ray Liversuch. Deze plaquette hangt er nog altijd. Gedurende een aantal jaren bleef de plek waar het vliegtuig was neergestort, gemarkeerd door een kruis, waardoor deze locatie herkenbaar was als een field grave, een graf te velde. Maar toen familieleden van Allison op bezoek kwamen, enkele jaren voor de berging zou plaatsvinden, kon de plek van de crash nauwelijks meer worden aangewezen. Berging Bij de ruilverkaveling in de jaren vijftig was nog wel een en ander gevonden, maar het was in 1982 dat burgemeester Willem Wesselink op instigatie van de afdeling Identificatie en Berging van de Koninklijke Luchtmacht in Zeist het voortouw nam om het vlieg tuigwrak definitief te bergen, gezien het feit dat er zich nog altijd twee slachtoffers diep in de grond in het vliegtuigwrak bevonden. "Indien ze nog op hun posi ties in het toestel waren, bevonden zij zich in de neus, dus bij de inslag ook op het diepste punt", aldus Hans Nauta, terugkijkend hierop. Uit een beschrijving van de familie Liversuch blijkt dat het betreffende stuk grond, grenzend aan land van Francis, dan eigendom is van Cor Kruit, Oosterdijk 41 in Dirkshorn. De berging slaagde, dankzij grote inzet van de lucht- machtbergingsdienst, geholpen bij de ontgravings- werkzaamheden door loonwerkbedrijf Van Muijen uit Callantsoog. Eerst werd met een zware detector de locatie zo exact mogelijk bepaald. Op 13 en 14 juli 1982 schraapte een bepaald type dragline, een zgn. lepelaar, steeds een laag van enkele centimeters grond weg. Langzamerhand kwamen de resten bloot: delen van het RAF-uniform, olieresten, stukken me taal, aluminium, overlevingsuitrusting zoals een "Mae West-gordel" (bijnaam van vliegeniers voor hun red dingsvest in opgeblazen vorm), botjes, een bekken, een gebit, een diensthorloge (met registratienum mers), een zakklokje en een pijp. Van het vliegtuig werd een deel van het rompmiddenstuk gevonden, de linkervleugel tussen romp en motorgondel, de linker motor, een Bristol Pegasus XVIII met propeller, met als factory-serialnumber A240000 S12911F. Behalve een mitrailleur .303 zijn ook nog enkele honderden patronen en enkele signaalpatronen teruggevonden. Ook is radio-uitrusting aangetroffen, evenals een brand blusser, de radio-antenne, brandstoftanks en parachutes. Alles bleek zwaar aangetast door het vuur. 11 MEMORÏ ÖFr-, WÏ R.3trfVEftSUcH. R1R cflsiAitoim rER i JÜL' 1542 REilHltffl W'TF FIjBrHfER 3HPT 7 Zicht op Haringcarspel Plaquette in de N H. Kerk in Dirkshorn (bron: Rick de Ruiter). Berging van de Wellington AD 605 in de Woudmeer in juli 1982 (bron: Hans Nauta). Teruggevonden deel van het landingsgestel (bron: Hans Nauta). november 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 9