Twee jaar later kwam opnieuw een verzoek binnen bij de gemeente, nu afkomstig van het Ministerie van Oorlog. Opnieuw wordt geïnformeerd of er zich nog "stoffelijke resten van één of meer piloten in de bo dem bevinden. [En] zo ja, is dan de plaats, waar het wrak in de grond is gedrongen door een grafteken aangeduid en wordt de plaats ook als een graf be schouwd?" Het antwoord van de gemeente, gedateerd op 21 april 1948, houdt ongeveer hetzelfde in als dat van 1946, maar wel met de volgende aanvullingen: "De overblijfselen liggen echter onder het grondwa ter en ofschoon sinds de bevrijding een poging daar toe is aangewend, is men er niet in geslaagd deze te bergen. Er is dus geen zekerheid te verkrijgen omtrent het al dan niet aanwezig zijn van stoffelijke resten. De betreffende plaats bevindt zich in het bouwland langs de Zutweg en is niet door een grafteken aangeduid." Er zit in het dossier aan dit antwoord een handge schreven notitie gehecht d.d. november 1949, waarin melding wordt gemaakt van een bezoek van de Britse gravendienst, een delegatie van twee personen, onder wie Mr. Janes van de British Legion te Brussel: "Hij zou proberen tot berging te komen en hieromtrent nader berichten." Het laatste gemeentelijke bericht uit deze eerste na oorlogse jaren is van 28 februari 1950, een antwoord op een uit Arras, Noord-Frankrijk, afkomstig verzoek van een R. A. F. luitenant namens de Britse Oorlogs- gravencommissie. Dit verzoek bevat de namen van de twee, officieel nog steeds vermisten, met hun registra tienummers: 550785 WO. WR. Allison en 1257329 Sgt. R. J. Liversuch. "In antwoord op uw voormelde brief kan ik U mededelen dat tot op heden geen po gingen tot berging van het wrak van de op 3-7-42 alhier neergestorte bommenwerper zijn aangewend. De restanten van het vliegtuig zijn zo diep weggezakt dat berging zeer moeilijk lijkt. In November van het vorig jaar ontvingen wij ter secretarie bezoek van Mr. Janes van de British Le gion te Brussel, die de mogelijkheid van berging on derzocht. De heer Janes zou pogingen in het werk stellen om tot berging van het wrak te komen, doch tot op heden heb ik geen berichten terzake van hem ontvangen. Mogelijk kunt U met hem in verbinding treden. Ik hoop U voldoende te hebben ingelicht. De Burgemeester van Harenkarspel, H. Nolet." Familie Liversuch op bezoek Eind jaren '40 bezochten de ouders van R. J. Liver- such de plaats waar hun zoon het leven had gelaten. Ze reisden vanuit Ely bij Cardiff in Wales naar Ha renkarspel met de gedachte daar het graf van hun zoon te vinden. Een lokale krant heeft er ontroerend, maar ook kritisch verslag van gedaan, onder de kop: "Tragiek in Harenkarspel. Engelse ouders zochten graf en vonden bietenveld..." Een fragment uit het verslag: "Het waren een eenvoudige mijnwerker en zijn vrouw, die jaren hadden gespaard om deze tocht te maken. Twee zoons hadden ze in de oorlog verlo ren. Een in Frankrijk en een in Holland. In het eerste land hebben ze inderdaad op het graf van een hun ner zoons kunnen vertoeven. En in Holland? Daar kwamen deze mensen aan en werden door een amb tenaar naar het land van de heer C. Francis gebracht. Gelukkig was een zoon van de heer Francis spoedig aanwezig en deze was de Engelse taal goed machtig. Toen ontwikkelde zich een gesprek met de ouders en hij moest hun vertellen dat er inderdaad diep in de grond een deel van de machine lag, waarin ver moedelijk nog enkele lijken verborgen zijn. De ouders die op de plaats neerknielden en een kruis maakten, vroegen naar een herinnering. Doordat de Duitsers het de heer Francis lastig maakten, waren alle resten van het vliegtuig verbrand en verwijderd. Al leen een paar knopen konden hun nog ter hand wor den gesteld. Waarop de ouders aan de familie Francis een som geld wilden geven, wat natuurlijk geweigerd werd. Daarop drongen ze echter sterk aan en toen heeft de heer Francis het geaccepteerd om het aan het Rode Kruis over te dragen." De redactie zegt erbij dat ze deze geste zeer waar deert, maar dat volgens haar de ouders weinig reden tot dankbaarheid moeten hebben gehad. Ze vonden geen graf, wat nog te verklaren viel, maar verder zelfs geen enkel gedenkteken. Ook betreurt de redactie het dat van bestuurlijke zijde niemand uit Harenkarspel aanwezig was om deze zo getroffen mensen te ont vangen en rond te leiden. "Welke gedachten moeten de Engelse ouders bestormd hebben, toen ze door het bietenveld dwaalden in de eenzaamheid van de Woudmeer? Welke gedachten zouden ons door het hoofd gaan, indien hetzelfde ons overkwam en wij ons een tocht naar Engeland getroosten, teneinde daar onze geliefde doden te betreuren? Geheel her- 6 Zicht op Haringcarspel Ten huize van de familie Francis. De ouders van Liversuch met de urn gevuld met de aarde van de akker waar het vliegtuig neerkwam. (bron: Rick de Ruiter). november 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 8