Mijn moeders fiets
Door Ina Slot
Daar gaat ie...
Gelukkig niet naar de stort. Nee, naar een handige man in
De Weere die misschien nog wat onderdelen kan gebruiken.
Daar gaat ie
Mijn moeders fiets.
Hoe oud zou die zijn? Een jaar of zestig toch zeker wel.
Achterop zit een naamplaatje. Motor Rijwielhandel Joh.
Schrijver staat erop. En ook tel. 02246-202 St. Maarten
B. 27. Joh Schrijver. Ome Joh. En daar hoort natuurlijk
meteen achteraan: en
tante Rensie. Samen
bementeneerden ze
de rijwielzaak op de
Hoge Buurt in Sint
Maarten. Ik liep er
vaak langs. Er hing
een lucht van olie en
benzine, maar ook een aparte geur van nieuwe fietsen.
Pal naast de winkel van Schut was de werkplaats van
ome Joh. Donker en diep, in mijn kinderogen. Daar
stond en hing van alles tegen de wand en er werd
voortdurend gewerkt. Stond er toen al een benzine
pomp aan de weg? Ik denk het wel.
Naast de werkplaats was de winkel. Niet groot, maar
glimmend en uitnodigend. Er prijkten een paar glan
zende fietsen in, er waren planken met dozen vol bel
len en lampjes. Dat was het rijk van tante Rensie. Een
belletje rinkelde als je de deur openduwde. En dan
kwam zij door een deur achterin de kleine ruimte
aanstappen. Altijd vriendelijk en aandachtig. Ome Joh
en tante Rensie hadden geen kinderen, maar toonden
steeds belangstelling voor de buurkinderen: een
snoepje, een groet, een vraag.
Vanuit ons huis aan de Lutjeweg keken we op de
achterkant van hun woning en werkplaats. Het geheel
leek zich moedig vast te klemmen aan de Hoge Buurt.
Toen besefte ik nog niet dat dit eigenlijk de oude
Westfriese dijk was, die als duidelijk verhoogde weg
door het dorp liep.
Achter hadden ome Joh en tante Rensie een klein
driehoekje tuin, waar ik ze nooit zag zitten. Daar weer
achter lag de kroft: een stuk land midden in het dorp
waar schapen liepen of een paard. En waar één keer
per jaar, met de kermis, de zweef stond en de kinder
en volksspelen werden gehouden. Eieren dragen op
een lepel bijvoorbeeld, voor de jeugd. Voor de groten
werd een rails gelegd vanaf de Hoge Buurt naar de
lager gelegen kroft. Daarop reed met een vaart een
soort karretje, de pas
sagiers moesten tij
dens die rit ringste
ken. Hilariteit alom!
Hoeveel jaar zouden
ome Joh en tante
Rensie daar gewoond
en gewerkt hebben?
Mijn hele Sint
Maartense leven (21
jaar) in ieder geval,
naar mijn idee. Mijn
eerste fiets kwam
natuurlijk bij hen
vandaan en toen ik
naar de ULO in
Schagen ging, kreeg ik
een spiksplinternieu
we, ook van rijwiel
handel Joh Schrijver.
VICTOR ^.RUV'IELH*
H SCHRIJVER
Zicht op Haringcarspel
De jaren 1930, in de verte Café "Rust en Lust, links de
kruidenierswinkel van Koning, later de galanteriewinkel van
mevr. Schut. Daarachter de rijwielzaak.
De fiets anno 2015.
Ifl 0ïl4t-10I
J. Mflorten B, 11
m
Kermis in Sint Maarten,
5 september 1960. Op de achtergrond
de zweef en het huis van
Joh. en Rensie Schrijver. Vl.n.r. mijn
moederAdriana Slot-Blaauw,
Ina Slot en mijn opa Adriaan Blaauw.
november 2015