Van onder de kool in de techniek (III) In oktober 1947 is Piet van Twuijver uit Nederlandsch Indië teruggekeerd. Bij thuiskomst in het land stond Dieuw me op te wachten en dat beeld zit in mijn ogen gebrand, dat vergeet ik echt nooit meer. De trui en rok die ze aanhad zie ik zo voor me. Aan het werk Na een paar weken vakantie moest er toch naar werk gekeken worden, wat nu! Ik was dus 23, wel in het bezit van twee ambachtsschool-diploma's, maar die stelden niet zoveel voor. Geld voor verdere scholing was er niet en daarbij, er waren meer mensen dan dat er werk was. De oorlog en daarna de uitzending naar Indië hebben een lelijke streep gehaald door mijn wens een beroep in de luchtvaart te kunnen uitoefe nen. Er was toen trouwens daaraan helemaal geen gebrek, daar er enorm veel mensen vrij kwamen uit de oorlogsindustrie. Na overleg met mijn ouders werd besloten dat ik thuis bleef en cursussen zou volgen om het tuinbouwbedrijf van mijn ouders later over te nemen. Mijn broer had een aangrenzend bedrijf waar door we vaak samenwerkten. Het land werd hoofdza kelijk door mijn broer met de trekker geploegd en aardappelrooien werd ook samen gedaan. Vader 12 oktober 1957 is dochter Tea geboren. Voor de bur gerlijke stand, Trijntje, vernoemd naar mijn moeder en Anna, vernoemd naar een overleden zus van vader. Het was niet helemaal mijn roeping maar heb me er wel doorheengeslagen. Na ons trouwen op 19 decem ber 1952 kwamen we op de boerderij te wonen. In die tijd was daar nog geen elektriciteit en waterlei ding. Telefoon kregen we al snel en na een paar jaar ook elektra. Dat gaf al een geweldige verbetering. Er was daar brongas, dat was aangelegd in het begin van de oorlog, omdat brandstof op de bon ging. Voor koken was dat genoeg en soms zoveel dat bijverwar ming ook kon. Zicht op Haringcarspel Een dolgelukkige moeder met dochter Tea. november 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 17