Overdag zijn de Duitsers gaan rondvragen naar de parachute van Morrison. De Ortskommandant dreigde met oppakken als deze niet voor de avond terecht was. Die parachute had Arie Kroon 's ochtends gevonden in zijn tuin en hij wist er een goede bestemming voor: gezien de textielschaarste dacht hij aan zijden bloesjes voor zijn dochters en veiligheidshalve had hij de parachute begraven. Vanwege dat dreigen met gijzeling - enkele personen onder wie Theuwis Schipper werden vastgehouden in het patronaatsgebouw - hebben Willem Buiter en Dirk Smit de parachute opgegraven en bij de Duitsers ingeleverd. Maar daarmee was de kous nog niet af. De Duitsers wilden niet geloven dat Morrison met zijn beschadigde knie zo'n grote afstand had afgelegd - kennelijk wisten ze niets van de ladder als brancard - en ze bleven volhouden dat er nog een derde parachutist zoek was. "Dokter Van Hesteren was zo slim een verklaring op te stellen, die we beiden tekenden. De verklaring hield in dat medisch gezien Morrison best in staat kon worden geacht die afstand lopende af te leggen. De Duitsers slikten vlot de dreigementen in." Aldus Posthuma. "Zoo'n evenement in ons dorp." Al eerder zijn in Zicht op Haringcarspel fragmenten geciteerd uit de oorlogsaantekeningen van Jo Nolet- de Rijk, de echtgenote van burgemeester Hans Nolet. Ook nu weer blijkt dit ongepubliceerde geschrift van 40 bladzijden een rijke bron. Met veel inlevingsvermogen beschrijft én beoordeelt zij wat zij in de loop van drie juli als burgemeestersvrouw heeft gezien en gehoord. Hoe het was toegegaan bij de dokter, hoe de Duitsers reageerden op het spontane gedrag van burgers en hoe ze de burgemeester commandeerden. "Er werd in Warmenhuizen een vliegtuig brandend omlaag geschoten. Twee leden der bemanning redden zich door middel van een parachute, maar zij waren beiden gewond. Men bracht ze naar het dorp. Een fout van de bevolking, begrijpelijk overigens, zij hadden deze mensen zo vlug mogelijk moeten verstoppen. De een was een Canadees, een alleraardigste vlotte kerel, de tweede een Schot. Bijna onmiddellijk waren de moffen er. Volgens mij waarschuwde Gijs [van Hesteren] ze, dat was voorschrift. In dit geval kon het misschien ook moeilijk anders, iedereen wist het. De dochters en dienstboden waren in de wachtkamer [van de dokter] en praatten wat met de Canadees, die foto's liet zien van zijn vrouw en 2 kinderen. Van de moffen namen ze geen notitie. En ze waren toch zoo mooi in hun blinkende uniformen! Hun houding was zo stram en hun ogen zo verlangend naar een lonkje en een lachje van het schone geslacht. Maar de knappe meisjes hadden alleen oog en oor voor de sportieve Canadees en de zwijgende Schot. Dan donderde een mof: "Die Jungedamen sollen die Wartezimmer verlassen, man spricht nicht mit dem Feind Europa's!!" De jongedames gingen; stomme jaloerse moffen, zulke gezegden werden gevleugeld. De gewonden werden in een ziekenauto gebracht. 't Was 's morgens tegen zeven uur en eerste vrijdag. Gelovig katholiek Warmenhuizen trok op ter kerke. Ze stonden achter de open auto. De bullebak commandeerde: "Nach hinter". Ja, maar wat dacht je nou? Naar achteren, als er zoiets te beleven viel. Zoo'n evenement in ons dorp. De West-Friezen weken geen voet. "Nach hinter" en hij drong ze weg en sloeg. Vader en ik zagen het van uit de serre, wij begrepen, dat 't niet goed ging, maar 't was zo fijn. En dan kwam het verschrikkelijke! De auto vertrok, de Canadees richtte zich op en hij en de Schot wuifden een afscheid aan de bevolking. Arme jongens! Spontaan wuifde de bevolking terug. Hoe konden ze zoo anti-Duits zijn?? Dit was een verschrikkelijke belediging. De bullebak stoof naar Alkmaar. Half 10 stopte een auto voor het raadhuis. De Alkmaarse Ortscommandant, zelf in het wit gekleed, hees zijn bierbuik de trap op, stoof de secretarie binnen en vroeg "nach den Bürgermeister". Hans maakte zich bekend. Hij deelde op hautaine toon mee, dat hij Hans 's middags om 3 uur op de Ortskommandantur verwachtte en verdween. Per telefoon kon dat blijkbaar niet. Ondanks al het komische, maakte ik mij toch ongerust. 't Spande ook, maar weer hief de verlossende telefoon de angst op. Toch kwamen ze 's avonds weer, de Ortskommandant met nog enige officieren. Ze bleven 2 uren in huis, gebruikten de benedenkamers zonder vragen als hoofdkwartier, want ze zochten een piloot of nog een parachute, geloof ik Wat een opluchting toen de heren verdwenen. 6 Zicht op Haringcarspel Links de burgemeesterswoning met in de verte richting het Noorden de Nederlands Hervormde Kerk waar dokter Posthuma en zijn moeder vlakbij woonden. Hier is goed te zien hoe belang rijk de sloten toen waren: de sloot is hier zelfs breder dan de hoofdweg (de Dorpsstraat)(bron: Warmenhuizen in oude foto's) april 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 8