van al deze verslagen, die per kerende post naar Alva in Brussel werden gestuurd, velden Alva en zijn naaste getrouwen de vonnissen. Ongeveer 12000 personen zijn op de lijst der ver oordeelden terecht gekomen, maar slechts 1100 hier van zijn daadwerkelijk opgepakt en geëxecuteerd. De meesten waren tijdig naar veiliger oorden gevlucht en werden over een tijdsbestek van enkele maanden driemaal gedagvaard en vervolgens voor eeuwig uit de Nederlanden verbannen. Alva had al een beruchte reputatie en de Raad van Beroerten maakte die repu tatie er niet beter op.5 Ook in Warmenhuizen zat de schrik er goed in onder bewoners die niet helemaal zuiver in de katholieke leer waren.Van één persoon uit dit dorp weten we dat hij, geschrokken van Alva's maatregelen, in allerijl zijn kind op katholieke wijze heeft laten dopen. Op de komst van de commissarissen namens de 'Bloedraad' reageerde men als volgt: 'Vercleert voorts dat sommige persoonen van cleyne condi tie binnen de voors(schreven) zyne prochie geInfecteert zyn metter secten van Menno, daer van hy deposant ('hij die verklaart') seyt wel te kennen eenen Cornelis ydenssone de welcke op ghisteren zyn kindt oudt wesen(de) zeven we ken heeft laten doopen en(de) dat (zoe hy deposant ver- moeyt) uuyt cause dat hy deposant voor ons com(m)issarisen gedachvaert was, dwelck een groote vreese ende achterden ken Int voors(schreven) dorp gemaeckt heeft, tusschen de voorn(oemde) men(n)onisten'6 Commissarissen bezoeken Warmenhuizen Van de hertog van Alva weten we dat het een per fectionist was. Ook waar het de Raad van Beroerten betrof, komt dit duidelijk aan het licht. Niet alleen wilde hij weten wat er in 1566 in de ste den was voorgevallen, ook de dorpen moesten er aan geloven. Zo gezegd, zo gedaan: namens de 'Bloedraad' bezochten in 1568 twee commissarissen Warmen huizen. De 63-jarige pastoor Cornelis Pietersz. en de 60-jarige schout Pieter Fredericxz vertelden hun verhaal. De pastoor wist te melden dat er nabij Warmenhuizen in ieder geval door drie ketterse predikanten hagen- preken waren georganiseerd: Verclaren(de) voorts dat binnen de voors(schreven) prochie gedurende den turbulenten tyt als voren sekere heymelycke predicatie(n) geschiet zijn geweest by diversche apostaten ende [afvallige] priesters, wesende van(den) secten van Cal- vinus als namelyck een(en) heer pieter diericxz(oon) pastoor geweest hebben(de) tot nyenwen nyerop en(de) een(en) heer Laureys claesz(oon) pastoor geweest hebben(de) in eenen burch staende op zee dyck, mitsgaders noch een(en) heer Jan Joordenssone pastoor geweest hebben(de) tot petten.1 Genoemde personen waren inderdaad uit de om geving afkomstig: Jan Joordenssone of Jordaensz. uit Petten en Pieter Diericxz. en Laureys Claeusz. uit Schoorl.8 De pastoor wist eveneens te vertellen dat in de nacht van 29 september 1566 een groep perso nen de kerk van Warmenhuizen was binnengedron gen. Met die gebeurtenis was ook hier in het dorp de Beeldenstorm een feit: '...dat binnen middelen tyde des avonts nae Sinte michiels dach Int jaer 1566 sekere boosche menschen (zonder de na men by ons gevrarcht wesen(de) te wetene) henlueden ver- woirdert hebben binnen de voors(schreven) prochie kercke van Warmenhuysen te bestormen ende breken de beelden van onsen Lieven heere ende gebenedyde moeder ende maget maria. Laeten(de) deselve alzoe gebroken staen tot hueden aldaer wesende'9 Deze gang van zaken komt overeen met gebeurte nissen elders in de Nederlanden. De beeldenstormers moesten het niet hebben van hun aantal, maar van het verrassingselement en van de passieve of zelfs behulp zame houding van de plaatselijke autoriteiten. Waar die autoriteiten zich fel verzetten tegen de beelden stormers, ging het feest niet door.10 Wat de kerk van Warmenhuizen betrof, wist de pas toor het zeker: hier was sprake van zo'n helpende hand en wel in de persoon van de koster van de kerk, Cornelis de Costere. Die bewuste nacht zou de koster de kerkdeuren hebben ontgrendeld zodat de beelden stormers hun gang konden gaan. Immers, alleen hij had de sleutels van de kerk en er waren nergens spo ren van inbraak te vinden. Volgens de pastoor werd de koster al langer verdacht van 'ketterij'. Nu had de man zijn ware aard laten zien en deze 'boose menschen' hun gang laten gaan. Na afloop van de gebeurtenis sen heeft koster Cornelis nog meer dan een half jaar ongestoord in het dorp kunnen wonen. Kennelijk moet iemand van hogerhand de koster in bescher ming hebben genomen. Pas in mei 1567 is hij naar Enkhuizen gevlucht, waar hij volgens geruchten aan de pest zou zijn overleden. Zicht op Haringcarspel Ondci Coningh Philips 11, $ni!c hot Gouvernement van Due d'Alvo. Alva in de Raad van Beroerten. april 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 17