straat op naar de ziekenauto. Uit nieuwsgierigheid
bleven de mensen staan. Toen zij zagen dat een van
de gewonden zijn hand opstak, hebben zij dat ook
gedaan. Ik ben van mening, dat dit niet gedaan is om
uiting te geven aan antipathie tegenover de Duitse
bezettingsmacht, maar veeleer als blijk van medeleven:
deze mensen hebben immers het geluk gehad het
leven te behouden."
5. Catharina Bommer, geboren te Warmenhuizen
op 7 april 1924, van beroep dienstmeisje, wonende in
Warmenhuizen, Dorpsstraat 108. "In de woning van
mijnheer Dr. Van Hesteren in Warmenhuizen, waar ik
in betrekking ben, werden twee gewonde vliegeniers
binnengebracht om te worden verbonden. Ik wist
niet zeker of het Engelse of Duitse vliegeniers waren.
Er waren Duitse soldaten bij, dus konden het net
zo goed Duitse vliegeniers zijn. Nadat deze mensen
verbonden waren, werden ze met een ziekenauto
weggebracht. Toen ze naar de auto werden gebracht,
ben ik tot aan de straat meegegaan. Een aantal mensen
dat uit de kerk was gekomen, bevond zich ook op
straat. Een van de gewonden stak zijn hand op om te
groeten. Ik en nog anderen met mij staken toen ook
de hand op. Verder heb ik niets gedaan. Ik ben weer
in huis gegaan."
6. Elisabeth Bommer, geboren te Warmenhuizen
op 18 januari 1923, van beroep dienstmeisje, wonende
in Warmenhuizen, Dorpsstraat 108. "In opdracht van
mevrouw Van Hesteren heb ik aan de vliegeniers,
alsook aan de Duitse soldaten, koffie aangeboden.
Nadat de gewonden verbonden waren, ben ik net
als de anderen, mee de straat opgegaan, toen zij met
een ziekenauto vervoerd werden. Ik heb gezien, dat
deze gewonden, toen zij al in de auto lagen, hun
hand ophieven. Ik beschouwde dit als een groet en
beantwoordde dit met een groet door ook mijn hand
op te steken. Verder heb ik niets gedaan."
7. Maria Nannes, geboren in Warmenhuizen,
23 augustus 1890, echtgenote van C. Blokker,
wonende in Warmenhuizen, Stationsstraat 1. "Op
3 juli 1942 ging ik 's ochtends naar de kerk. Voor het
huis van Dr.Van Hesteren zag ik een ziekenauto staan.
Ongeveer 15 tot 20 personen stonden op straat bij
elkaar. Ik heb geen gewonden in de auto zien liggen
en ook niet iemand er naartoe zien dragen. Wel ben
ik een ogenblik blijven staan, maar meteen daarop ben
ik verder gegaan naar de kerk. Ik heb niet gezien, dat
de mensen op straat hun hand hebben opgestoken,
geroepen hebben of geschreeuwd. Meer kan ik
niet verklaren."
8. Maria Margaretha Smit, geboren in Graft,
3 mei 1906, echtgenote van J. Commandeur, wonende
in Warmenhuizen, Stationsstraat 8. "Ik kwam uit de
kerk en zag daar voor de woning van Dr.Van Hesteren
een ziekenauto staan. Ik zag dat Duitse soldaten twee
gewonden in de auto brachten. Ik wist niet of deze
gewonden Duitsers of Engelsen waren. Ik heb er niets
van gezien, dat wederzijds groetend gewuifd is tussen
de gewonden en het aanwezige publiek. Ook heb ik
niets bespeurd van een oploop of samenscholing. Wel
heb ik gezien, dat een Duitse soldaat zich onderhield
met een dochtertje van meester-bakker Mooij. Ik
weet echter niet, wat dit meisje heeft gedaan. Meteen
daarop ben ik naar huis gegaan."
9. Cornelis Ooievaar, geboren in Warmenhuizen
op 24 oktober 1910, van beroep tuinder, wonende in
Warmenhuizen, Dorpsstraat 120. "Gisteren, op 3 juli
1942, vernam ik, dat gewonde vliegeniers bij Dr. Van
Hesteren waren binnengebracht. Uit nieuwsgierigheid
ben ik toen de straat opgegaan tot aan het huis van
Dr. Van Hesteren. Daar zag ik een Rode Kruiswagen
staan. De kerk ging net uit en er zou meteen weer
een dienst beginnen, zodat er tamelijk veel publiek op
straat was. Ongeveer 20 personen bleven tegelijk uit
nieuwsgierigheid toezien. Ook Duitse soldaten waren
ter plaatse. Ik wist niet of de gewonden Duitsers
waren of Engelsen. Er waren geen ordeverstoringen.
Alles was rustig."
10. Norbertus Potveer, geboren in Warmenhuizen,
op 17 juli 1893, van beroep scheepsbouwer, wonende
in Warmenhuizen, Krankhoorn 19. Hij verklaarde: "Ik
reed op de fiets door de Dorpsstraat. Bij de woning
van Dr.Van Hesteren zag ik een ziekenauto staan. On
geveer 15 tot 20 mensen stonden op de weg bij deze
auto. Ik vond dat niet opvallend, omdat toen tegelijk
de kerk uitging. Het was mij geheel onbekend, dat
twee gewonde vliegeniers bij Dr. Van Hesteren bin
nengebracht waren. Dit vernam ik pas later. Ik heb
niet gezien dat deze gewonde vliegeniers uit het huis
van de dokter naar de auto zijn overgebracht. Ik ben
maar een minuut of drie blijven staan en toen weer
verder gegaan.
Van rustver
storingen, ge
schreeuw of ge
joel heb ik niets
bespeurd."
9
Zicht op Haringcarspel
Bertus Potveer
(bron: Warmenhuizen
in oude foto's).
april
2015