POLITIE - WARMENHUIZEN No. 61 Onderwerp: Onderzoek naar misplaatst gedrag van het publiek op 3 juli 1942 tijdens de over brenging van gevangengenomen vijandelijke vliegeniers PROCES-VERBAAL In de nacht van 2 op 3 juli 1942 werd boven de gemeente Warmenhuizen een Engels vliegtuig neergeschoten. Twee bemanningsleden landden per parachute en waren gewond. Ze werden door burgers en politie overgebracht naar het huis van dokter Van Hesteren. Nadat ze waren verbonden, zijn de militaire autoriteiten meteen ingelichtOm zeven uur verscheen een Duits militair voertuig met Rode Kruisteken om de twee gewonden op te halen. Rond die tijd was toevallig net een kerkdienst afgelopen en degenen die naar buiten kwamen gingen óf naar huis óf bleven op straat staan kijken, nieuwsgierig als ze waren naar wat er was gebeurd. Een van de gewonde vliegeniers kon het niet laten om bij wijze van grap ("witzig") met opgestoken hand te zwaaien naar de omstanders, van wie enkelen zijn groet beantwoordden. Naar aanleiding hiervan gaf de Duitse overheid aan de burgemeester van de gemeente Warmenhuizen het bevel deze kwestie te onderzoeken en daarvan verslag uit te brengen. Jan Brandsen, gemeenteveldwachter en tegelijk ook onbezoldigd "Reichsfeldgendarm" in Warmenhuizen, en Maarten Rol, opsporingsbeambte 1e klasse, van de marechaussee-brigade in Broek op Langendijk, hebben vervolgens op vier juli ondervraagd: 1. Nanda Elisabeth Mooij, geboren te Warmenhuizen 17 december 1924, zonder beroep, wonende in Warmenhuizen, Dorpsstraat 172, bij haar ouders Jacob Mooij en Johanna van Baar. Zij verklaarde het volgende: "Op 3 juli 1942 's ochtends om zeven uur kwam ik uit de kerk in Warmenhuizen. Bij het huis van Dr. van Hesteren zag ik op de Dorpsstraat wat mensen staan en ook een ziekenwagen. Uit nieuwsgierigheid kwam ik bij hen staan en zag twee gewonden in de wa gen liggen, blijkbaar vliegeniers. Persoonsbewijs van Nance Mooij, gedateerd 12 oktober 1941 (fragment). Van welke nationaliteit zij waren, wist ik niet. Toen de auto wegreed, zag ik dat een van deze mannen groetend zijn hand opstak. Ik wist niet naar wie, maar ik stak ook groetend een hand op. Ik deed dit niet, omdat ik antipathie heb tegenover de Duitse bezetting, maar uit medelijden met de man. Hij was immers gewond. Later hoorde ik pas, dat hij een Engelsman ofCanadees was. Ik ben al door iemand van het Duitse leger op mijn gedrag aangesproken en heb me bij hem verontschuldigd." 2. Hildebrand Stam, geboren te Warmenhuizen 7 juli 1926, loodgieter, wonende in Warmenhuizen, Dorpsstraat 122, bij zijn ouders Franciscus Stam en Euphemia Punt. Hij verklaarde het volgende: "Bij het naar buiten gaan om zeven uur zag ik in de Dorpsstraat een ziekenauto staan bij de woning van Dr. Van Hesteren. Ik wist niet wat er aan de hand was en uit nieuwsgierigheid ("aus Neugierde") ging ik erheen. Ik zag toen Duitse soldaten, die een brancard uit de auto haalden en daarmee het huis van de dokter binnengingen. Toen ze naar buiten kwamen lag er een gewonde op. Na deze in de auto te hebben gelegd, haalden ze nog een tweede gewonde, die eveneens in de auto werd gelegd. Ik wist niet of het nu Engelse of Duitse vliegeniers waren. Omdat er Duitse soldaten bij waren, dacht ik eerst aan Duitse vliegeniers. Toen de auto wegreed, heb ik niets gedaan. Er waren wel wat mensen op straat, maar dat kwam doordat toen net de nabije kerk uitging. Enkelen van hen bleven, net als ik, uit nieuwsgierigheid toekijken. Van een samenscholing of oploop was geen sprake." 3. Dymphna van Hesteren, geboren te Warmenhuizen op 30 januari 1923, zonder beroep, wonende in Warmenhuizen, Dorpsstraat 108. "Toen de gewonden in de auto waren gebracht en de auto wegreed, staken ze een hand omhoog om te groeten. Op dezelfde wijze groette ik terug. Ik deed dat beslist niet uit antipathie tegenover de Duitse bezettingsmacht. Ik deed dit, omdat ik blij was, dat deze mensen het er levend van hadden afgebracht. Als het Duitsers waren geweest, had ik dit ook gedaan." 4. Elisabeth Zwart, geboren op 13 februari 1894, echtgenote van Dr. van Hesteren, wonende in Warmenhuizen, Dorpsstraat 108. "Op 3 juli 1942 's ochtends om zeven uur bevonden zich in mijn huis twee Engelse vliegeniers, die 's nachts per parachute waren geland en gewond geraakt. Mijn man - Dr. Van Hesteren heeft deze gewonden verbonden. Nadat ze waren verbonden, zijn ze door Duitse soldaten in een auto weggebracht. Tijdens hun verblijf in mijn huis is zowel aan de Duitse militairen als aan de gewonde vliegeniers door mijn dienstmeisje koffie aangeboden. Bij hun vertrek ging ik mee de 8 Zicht op Haringcarspel april 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2015 | | pagina 10