De brawispuitplichtigen zullen die verplichting
kunnen afkoopen, door jaarlijks, vóór den eer
sten Mei, in de gemeentekas te storten, tegen
kwitantie des ontvangers, eene som van drie
gulden. Zij kunnen hunne diensten ook doen
waarnemen door een, ten genoegen van BUR
GEMEESTER en WETHOUDERS, te stellen
plaatsvervanger, mits, mede vóór den eersten
Mei, hiervan kennisgevende aan den BUR
GEMEESTER, met opgave van naam, beroep en
ouderdom, des te stellen vervangers.
De spuitplichtigen zullen echter zelf weder
dienst moeten doen, wanneer de plaatsvervan
ger ongeschikt wordt bevonden, of de te vervul
len verplichtingen niet behoorlijk volbrengt.
6
Zicht op Haringcarspel
De geïnstalleerde wijkmeesters moesten bij de brand
voorbereidingen treffen zoals brandhulpen aanstellen,
orde handhaven, leiden van reddingspogingen, het
vrijhouden van omringende terreinen en obstakels
verwijderen. Ook moest een geschikte plaats worden
gezocht voor bluswater zodat de brandweer bij
aankomst direct aan het werk kon.
De meeste gemeenten hadden een zogenaamd
"reglement van brandspuitdienst" waarbij iedere
jongeling verplicht werd te helpen. Deze verplichting
kon men ook laten waarnemen of afkopen.
Art. 179.
Schager Courant 13 april 1884
afkoopregeling spuitplichtigen.
Door de jaren heen is de techniek maar ook de
organisatie sterk veranderd. Halverwege de 19e eeuw
werd de eerste stoomspuit uitgevonden. Uit kosten
overweging was dat alleen voor de grote steden
weggelegd. Vroeger kon de brandweer, vanwege de
uitgestrektheid van het platteland, nooit snel en tijdig
bij een brand komen. In de meeste gemeenten en
ook Harenkarspel stationeerde men in de omliggende
dorpen zogenaamde spuithuisjes. In het spuithuisje
stond een pompje en ander blusmateriaal opgesteld.
Bij een alarmering moest de "brandroeper" alarm slaan
en de kerkklok luiden. Dat is ook een van de reden
dat de meeste kerktorens gemeentelijk bezit waren.
Met behulp van de omstanders en de door gemeente
geworven "plichtbrandweer" moest het brandspuitje
met een paard naar de brand worden gereden. Het
gemeentebestuur van de oude gemeente Harenkarspel
zetelde vroeger in Dirkshorn. Niet bekend is wanneer
men precies gestart is met een plichtbrandweer.
Op 10 februari 1869 wordt melding gemaakt
dat spuitgasten van de naburige gemeente Sint
Maarten hebben meegeholpen bij een brand in Sint
Maartensbrug in de gemeente Zijpe, waarbij vier
huizen in de "asch zijn gelegd". In 1877 was er in
Dirkshorn alleen sprake van toesnellend werkvolk.
fn de grutterij van G. Mulder, te Dirkshorn, barstte
jl. Donderdag morgen omstreeks 11 ure een brand uit,
die zich aanvankelijk dreigend liet aanzien. Dank zij echter
de groote krachtsinspanning van het toesnellend werkvolk,
rnogt het gelukken den brand te blusschen nog vóórdat
de vlammen, die den geheelen zolder reeds verkoold had
den, zich aan het benedengedeelte van 't gebouw mededeelden.
Helderse en Nieuwedieper Courant 10 juni 1877
In Harenkarspel stonden, voor zover bekend, de
spuithuisjes op de volgende plaatsen; in Dirkshorn
achter het gemeentehuis, in Waarland (Dekker, later
Jan Keet op hoek Veluweweg) en in Kerkebuurt (Jan
van Duin). De gemeente Sint Maarten had er één in
Sint Maarten zelf staan. In 1911 was een verzoek bij
de gemeente Sint Maarten binnengekomen om een
spuithuisje in Eenigenburg te plaatsen. De gemeente
heeft dat afgewezen omdat behalve Eenigenburg ook
Groenveld, Valkkoog, Stroet dezelfde rechten daaraan
zouden kunnen ontlenen. Een ongeoorloofde hoge
investering oordeelde de gemeenteraad destijds.
Het spuithuisje van de brandweer van Dirkshorn
is omstreeks 1936 verplaatst naast het kerkpad en
in 1938 naar de werkplaats van Piet de Goede aan
de Dorpsstraat.
Centrum Dirkshorn, spuithuisje achter het
voormalig gemeentehuis.
Hoe lang in Dirkshorn de brandweer al bestaat is
niet bekend maar in 1881 maakt de Schager Courant
melding van een brandspuit.
Te Dirkshorn ontstond gisterennacht mid
den in het dorp in eene bakkerij brand. In
weinig tijds stond huis en schuur in lichtelaaie
vlam die spoedig op de daarnaast gelegen boer
derij oversloeg De beide spuiten der gemeente'
op voor'reffelijke wijze bijgestaan door die van
Oudcarspel en St. Maarten, hebben gelukkig den
brand tot deze perceelen weten te beperken In
de bakkerij verbrandde alles, daaronder twee
koeien. In 't andere perceel werd bijna alles
gered»
Schager Courant 22 december 1881.
november 2014