De zomer die op die strenge winter volgde was mooi en soms wel erg heet. Zo herinner ik me een appèl waar Prins Bernhard onderscheidingen uitreikte aan oor logsvliegers. Wij stonden aangetre den op het exerci tieveld, het duurde nogal lang en een aantal jongens vie len flauw door de hitte. Dat was niet zonder gevaar, daar we aangetreden stonden met geweer met bajo net. Een jongen die voor me stond viel terwijl we in de houding stonden, zijn geweer viel achterover vlak langs me. Ook heeft men daar geprobeerd mij de zwemkunst bij te brengen, maar daar mislukte dat want ik bleek niet te kunnen drijven. Later in Amsterdam weer hetzelfde liedje tot in Indië waar er een streep onder gezet werd. De week waarin de Bevrijdingsdag viel kregen we vrij. Er was 5 mei bal in St. Maarten, daar naar toe en tijdens een varié vroeg een meisje mij ten dans. Het viel nog al aan, dus heb ik haar thuisgebracht. Daar kreeg ik de vraag, of ik haar vriendje wilde zijn bij het huwelijk van haar broer die op 7 mei ging trouwen. Maarik mocht niet in uniform, want daar had haar vader een hekel aan! Goede raad was duur en kleren? Die had ik niet meer! Toen bij de buren vragen en ja hoor, daar kreeg ik een pak te leen en zo ben ik dus mee gegaan. Het resulteerde in verkering, iets wat aan is gebleven tot later op 10 september de Volendam mij naar de Oost bracht. Toen de dag was aangebroken en ik afscheid had genomen van haar en mijn familie thuis, wat natuur lijk een droeve geschiedenis was en in de Kazerne kwam, bleek dat ik reserve was. De volgende dag stonden we daar aangetreden en werden de namen afgelezen van de mannen die mee gingen. Diegenen met een achternaam die met een S begon moesten met de Kota Inten mee. Maar mijn naam begint met een T dus ik bleef staan. Diezelfde dag kreeg ik weer inschepingsverlof tot 9 september. Toen ik bij mijn ouders in huis stapte riepen ze "heb je dienst geweigerd", nee, dat dus niet. Ook Dieuw was natuurlijk zeer verheugd! Wij hebben toen nog een heerlijke tijd gehad, ook door de hele mooie zomer van dat jaar. Maar toch moest er wel wéér afscheid genomen worden. beetje tipsy het werk van de orgeldraaier overnamen. Toevallig passeerde net de kampfotograaf en maakte deze foto waarop te zien is hoe Tony Laurens en ik het mansbakje gereedhouden en Harm probeert goede muziek uit het orgel te krijgen en de Canadees toekijkt. De foto kwamen we later tegen in het RK Marineblad Stella Maris. Hierna wachten we op inscheping in Marine Kazerne Kattenburg te Amsterdam.Vlak voor de Kermis in Dirkshorn kreeg ik veertien dagen inschepingverlof. Vaak vertoefde ik te Groenveld waar Dieuw, m'n meisje, woonde. Haar moeder kon zo heerlijk pan nenkoeken bakken. In die tijd repareerde ik een motorfiets van Arie, de broer van Dieuw. De opa van Dieuw zat altijd vol belangstelling toe te kijken op een aardap pelkratje. De motor, een Indian Scout kwam uiteindelijk weer klaar, iets wat opa heel verwonder lijk vond, want als vader Borst vroeg "wat denk je opa, wordt het wat" was zijn antwoord steevast "niks hoor de wurft legt vol barrelen". Hij viel van schrik van zijn kistje toen de motor met nogal veel rook aansloeg!!! Maar zover was het nog niet. Na de opleiding in Loosdrecht die er opzat op de verjaardag van Prins Bernhard 29 juni. Op die verjaardag zijn we aan de rol geweest in Amsterdam waar een Canadees ons trakteerde en we een Wordt vervolgd. Zicht op Haringcarspel november 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2014 | | pagina 26