ter van Harenkarspel geïnstalleerd en krijgt hij de
ereketting van 1850 om. Bij zijn werk steunt hij sterk
op de gemeentesecretaris Jacob Dam, en voor het
politiewerk op J. Homan (gemeenteveldwachter).
Na zijn benoeming krijgt Burger te maken met een
gemeente die zich meer actief gaat bemoeien met het
leven van zijn burgers. Aan hem werd een fikse wed-
deverhoging toebedacht in de le gemeenteraadsver
gadering (april 1909), waarbij Burger de raad verlaat,
om deze over zijn wedde te doen beslissen. Hij bleef
namelijk naast zijn functie als burgemeester, lid van de
raad, tot ca. 1921, waarna hij hiervoor bedankt. Swan
had ten laatste fl. 600,- jaarlijks aan wedde: dit werd
verhoogd naar fl. 800,-.
aug. 1909 spreekt men over de rijksplicht tot het faci-
literen van gymnastiekonderwijs - tegen de zin van de
gemeente; als particulier persoon en gemeenteraadslid
vindt Burger dat er voor Tuitjenhorn/Kerkbuurt en
Kalverdijk een dichterbij liggend lokaal nodig is, maar
de raad volgt hem niet, enz. enz.
Inkomsten en uitgaven van de gemeente
Jaarlijks stelt de raad op voordracht van B W de
begroting vast: de inkomsten komen vooral uit de
Hoofdelijke Omslag, met incidenteel een rijksdoelbij-
drage. De begroting voor 1910 gaat uit van ong. fl.
19.500,- aan begrote uitgaven en fl. 20.000,- aan
inkomsten, met een post onvoorzien van ong. fl.
500.=. Voorts stelt men jaarlijks de begroting van het
Algemeen Burgerlijk Armenfonds vast: voor 1910 gaat
men uit van bijna fl. 3.500,- aan uitgaven en aan
inkomsten (vooral landhuur) fl. 1600,-, met een groot
nadelig saldo van bijna fl. 1900,- (dat na afloop van elk
jaar door de gemeente bijgepast werd).
Getroffen door de zoo talrijke en on
dubbelzinnige blijken van belang
stelling, achting en vriendschap, ont
vangen bij mijne benoeming en bij mijne
installatie als Burgemeester van HA-
BENKARSPEL, voel ik mp gedrongen,
aan allen daarvoor mijn diepgevoelden
dank te betuigen.
J. BURGER Jz.,
Burgemeester.
Harenkarspel, 20 Juli 1909.
Het beleid van de vijfde burgemeester Cornebs
Francis (1843-1879) kan als extreem zuinig geken
schetst worden (overheidsonthouding). Door de lang
durige landbouwcrisis (vanaf ong. 1870-1890) komt
er onder de zesde burgemeester Jacob Swan een meer
op kwalitatieve investering gericht
gemeentelijk beleid tot stand (bv. weg
aanleg Dirkshorn-Waarland-De Weel in
1882 op voorstel van de Waarlandse
hoofdmeester Plaatsman). Dit wordt
mede gevoed door een rijksbeleid dat
geleidelijk aan meer taken naar de
gemeente toeschuift (bv. onderwijs,
mobiliteit), terwijl de gemeente zichzelf
ook meer taken oplegt. Bij de uitvoering
van deze taken krijgt Burger veel steun
van de al genoemde gemeentesecretaris
Jacob Dam (1867-1943; als gemeente
klerk benoemd in 1874 en als gemeente
secretaris in 1900-1932).
Eerste Wereldoorlog 1914-1918
Burger krijgt in het voorjaar te maken met een ver
zoek van Generaal Snijder om een inkwartieringslijst
op te stellen, een eerste teken dat de internationale
spanningen ook Harenkarspel niet onberoerd zullen
laten. In de zomer van 1914 kondigt hij de mobilisatie
af op de stoep van het gemeentehuis te Dirkshorn. De
dienstplichtigen uit elke gemeente dienen zich na een
telegram-oproep binnen 24 uur naar hun inkwartie
ring te begeven. Nederland blijft neutraal en krijgt te
maken met sterke beperking van de vrijhandel. Om
een mogelijk tarwetekort voor te zijn, slaat Burger in
Belangrijke zaken in de gemeente:
1909-1914
Een burgemeester van een plattelandsge
meente had met een veelheid aan taken
te maken, wat de verscheidenheid der
onderwerpen in de gemeentenotulen
verklaart: bv. in de raadsvergadering van
Zicht op Haringcarspel
Voorste rij: v.l.n.r. Jac Swan Hz, Jan Burger, Jan de Groot, mevr. Donia.
Achterste rij: W. Gutker Jbz, P. Slot, K. Westra, H. G. Rijs, D. Hornstra,
K. Molenaar, Jan Hof, Dr. van Hesteren, Cees Nannes.
mei 2014