mooi. In het begin kneedde m'n vader het deeg met de hand in een trog. In loop der jaren heeft hij een mengmachine gekocht. Als vader en moeder in de bakkerij waren, waren wij (m'n broers en ik) daar ook vaak te vinden, tenminste in de winter omdat het er altijd lekker warm was, stoeltje of stoofie mee en dan zaten we zomaar wat te zingen, of mondorgel spelen, wat we toen al gauw konden. Al met al een dierbare herinnering. Inmiddels waren Jaap en Siemen geboren. Moeder werkte hard mee in de bakkerij, die stak het deeg af om af te wegen en vader sloeg het op en legde het in de trommels. En allebei bolden ze de broodjes (kade tjes) op. Er werd bij ons stoet, wittebrood, ontbijtkoek, kadetjes, beschuit, koek, en af en toe gebak gebakken, en op zaterdag krentenbrood en krentenbollen. Het eerste wat ik moest doen in de bakkerij was stoet- tetrommels insmeren en donderdag uit school beschuit inpakken. We hadden ook nog een klein winkeltje bij de bakkerij, daar kwamen de mensen om drie centen gist. Er waren altijd mensen die tijd hadden voor een praatje, maar degene die in de winkel stond niet altijd. Bij ons hadden we dan afgesproken als het te lang duurde (want je wilt de mensen niet weg sturen) dat iemand naar de winkel liep en zei: "moeder de melk kookt" en dan zei ze: "ik kom" en de klant ging tevre den naar huis. Er waren ook mensen die 's morgens hun stoettetrommel met deeg kwamen brengen en dan zette m'n vader deze in de oven om af te bakken en dan kwamen de klanten ze 's middags gebakken en wel weer op halen. Ik heb trouwens enorme bewon dering voor m'n vader en moeder hoe ze dat allemaal hebben gedaan. Ons Huis Ons huis op de Stroet zag er toen zo uit: kamer en winkeltje op het oosten aan de weg en aan de achter kant de bakkerij, keuken, en een gangetje met de trap naar boven. In de kamer (waar het in de winter altijd bokkoud was) stonden twee bedsteden met in het midden een kast. Er stond wel een kachel maar die werd alleen op zon en feestdagen gestookt. Boven een open zolder en met een dak met een gebroken kap heb je een hoop ruimte. In 1937 is er een kamertje gemaakt van latten en een soort jute, dan kranten en dan behang er over heen; als je de deur open of dicht deed floepte alles heen en weer. Omdat er inmiddels nog een paar broertjes waren geboren lag Jan in een ledikant naast het kamertje gewoon onder het dak, dan stond er nog een ledikant waar Siemen en Jaap sliepen. En ik met de twee jongste broertjes in het kamertje. De andere helft van de zolder was voor vader, daar lag het meel, de krenten, blanke stroop, druivensuiker enz. Verder bevonden zich op zolder twee schoorstenen; één van de oven op vaders kant, en één van de kachel of vuurduvel aan de andere kant. De afscheiding van de zolder was een gasbuisje. Ons huis is inmiddels onherkenbaar verminkt met een houten bovenstuk er op, maar ja dat is de moderne tijd. 4 jaar Een van mijn eerste jeugdherinneringen die me is bij gebleven, is dat ik op mijn vierde verjaardag van Ome Cor Dalenberg uit Eenigenburg een plak chocolade kreeg, in de vorm van een pauw met blauw zilverpa- Zicht op Haringcarspel Vader, moeder, Jan en ik voor de winkel op de Stroet begin jaren dertig. Hoewel het geen duidelijke foto is, geeft het wel een beeld van hoe het toen op de Stroet was. Dit is ons huis, daarach ter een sloot en daarvoor het slootje voor het huis. Op de plek vooraan was toen het tuintje van R. de Geus, nu staat er een dubbel woonhuis, nrs. dl en 39. De verste boederij die boven ons huis uitstak is nu van De Geus Troost. december 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2013 | | pagina 20