schoenen de moeilijkste artikelen in de verkoop zijn. Je hebt altijd te maken met zoveel maten, en de dames die maat 44, 46 of zelfs 48 dragen, kijken meestal het eerst bij maat 38 en zeggen dan "Als u dat nu eens in mijn maat had." Ik kreeg al spoedig een grote klanten kring uit de gehele omtrek, want mijn naam in de textielbranche was al dertig jaar bekend. Mijn aller verste en prettigste klant was een zekere mevrouw Prins uit Brussel (later wonende in Schagen aan de Julianalaan), die trouw twee keer per jaar haar nieuwe garderobe hij ons kwam uitzoeken. Nieuwe verkoopster In 1967 kreeg ik kennis aan Marian. Nadat we enkele weken omgang met elkaar hadden gehad, moest Marian me op een avond wat bekennen. Ik dacht "Nu zal je het hebben" en haalde me van alles in het hoofd. Na enige aarzeling kwam het hoge woord er uit. Ze zei: "Je moet het weten Huib, ik heb helemaal geen verstand van verkopen, laat staan als er een japon ver anderd zou moeten worden. Ik zou beslist niet weten hoe die afgespeld moet worden en dat is voor je zaak toch wel belangrijk." Ze had natuurlijk van mij gehoord dat Gré de Nijs, die een paar jaar daarvoor was overleden, lerares coupeuse was en bijzonder in een confectiezaak paste. Nou, ik heb haar toen maar hartelijk uitgelachen en gezegd: "Zolang we nog een winkel vol met japonnen hebben en een coupeuse op het atelier hoef jij je daar niet om te bekommeren." In het najaar van 1968 kreeg ik er dus een nieuwe verkoopster bij: Marian Weijling uit Hoorn (nou ja verkoopster?). Jasje van Trevira 2000 We trouwden 13 november 1968.Toen we ons eenmaal boven de zaak genesteld hadden zei ze op een dag "Wat kan ik nu voor je doen in de zaak." Ik zei: "Proberen te verkopen", waarop ze zei: "Maar dat heb ik nog nooit gedaan, ik kan beter de boekhouding voor m'n rekening nemen." Ze had namelijk 22 jaar in Hoorn op het advo catenkantoor van Mr. Winkel gezeten, dus kon ze dat administratieve werk veel beter dan dat ik het ooit zou kunnen. Ik had namelijk al jaren iedere week een hele dag de heer KI. Slik uit 't Zand op kantoor zitten, maar die kon, na Marian enige weken te hebben ingewerkt, voortaan wel thuis blijven en alleen één keer per jaar de winst- en verliesrekening opmaken. Maar op een vrijdagavond (het was koopavond), zei ik tegen Marian "Als het nu vanavond druk wordt in de zaak moest je toch maar eens een klant helpen. Ik wijsje om te beginnen wel een gemakkelijke aan." Dat werd mevrouw Schilder uit 't Zand, veertig jaar getrouwd. Marian verkocht haar een japon met jasje van Trevira 2000, dat was toen de grote mode en we waren er ruim in gesorteerd. Marian begon er al meer zin in te krijgen en verkocht later net zoveel als de vaste verkoopster. Tot slot Het was inmiddels 1969 en we besloten onze zaak te verhuren. Van die tijd af was het Modehuis Sophie Visser. Ik voelde me echter nog te jong om helemaal uit het vak te stappen en ben toen bij onze Inkoopcombinatie gekomen als bedrijfsadviseur en inkoper damesconfectie. Dat heb ik nog tien jaar met veel plezier gedaan, maar ik stopte er mee toen ik vijfenzestig werd. Ik had de zaak voor tien jaar ver huurd met recht van koop, dus werd die in 1979 ver kocht. Vanaf die tijd leefde ik zoals ze dat noemen als rustend zakenman 'stil'. Ik ben nu aan het eind van mijn levensbeschouwing gekomen en dacht dat het voor u wel aardig was te lezen hoe je als 13-jarige jongen, met alleen lagere school, tóch zakenman kan worden. Zicht op Haringcarspel Gedempte Gracht 41, Schagen. december 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2013 | | pagina 13