echter niet lang, want het jaar daarop ging ik iedere week met bonnen en eten een paar dagen met bus en trein naar Amsterdam om zodoende bij diverse firma's nog weer textiel te kunnen bemachtigen. Eenmaal moest ik, na beschieting van de trein in Heerhugowaard, met een groot pak textiel onder de stilstaande trein door kruipen en ben ik uiteindelijk met een taxi naar 't Zand gekomen. De daaropvolgende weken heb ik toen mijn reizen naar Amsterdam maar gestaakt. Lekke banden Zodra de oorlog was afgelopen, reisde ik iedere week het land af - de ene week naar Twente en de andere week naar Brabant - en maakte bij vele fabrikanten mijn entree als lid van de inkoopkombinatie 'Onderling Belang'.Wat meer indruk maakte, want als kleine winkelier hoefde je bij zulke grote fabrikanten niet aan te komen, want dan verwezen ze je toch naar de grossiers. Ik was toen echter nog maar drie jaar lid van de inkoopvereniging, maar dat hoefden zij niet te weten. Mijn terugreizen vingen niet eerder aan dat dat mijn auto vol was. Ik vertrok altijd maandag en kwam meestal donderdag- of vrijdagavond weer thuis, dat hing wel eens af van het aantal lekke banden die ik onderweg kreeg, want het materiaal waar ik mee reed was niet al te best. Huwelijk met Huib's lakens De eerste tien jaar waren de moeilijkste, mogelijk omdat ik geen opleiding had genoten. Het was hard werken, de winkels waren toen nog zes dagen in de week geopend, 's avonds tot acht uur en zaterdags tot 's avonds tien uur. Veel vrije tijd heb ik dan ook niet gehad in mijn jongensjaren. Jan Fijnheer zal het niet weten, maar zijn eerste huwelijksnacht sliep hij tussen de lakens van Huib Kooij. Zijn schoonmoeder was namelijk al jaren een klant van me, en zijn vrouw Marie Baken, kocht haar uitzet bij mij. Ook zijn zwa ger Gert Baken, die in 1936 ging trouwen, mocht ik geheel installeren. Ze kwamen te wonen op een spuitje aan de Doggersvaart, en als ik het me goed herinner kostte hun gehele installatie, meubelen, bed den, dekens, gordijnen en vloerbedekking geloof ik nog geen f. 800,-. De vloerbedekking voor het hele huis kostte 98 cent per meter, 200 cm breed en gratis gelegd (dat was balatum). Zuster Petria in broekpak Weer tien jaar later, in 1949, opende ik een filiaal in Hippolytushoef. Ik kocht het Bloemenmagazijn van J. Postume in de Hoofdstraat en na een grondige interne verbouwing startte ik daar met het gehele assortiment textiel, uitgezonderd confectie. Ik kan me nog herinneren dat ik, na zo'n drie jaar deze tweede zaak erbij te hebben gehad, als eerste in de kop van Noord-Holland een modeshow heb gegeven. Ik best om diegenen te bezoeken die gingen trouwen, er afspraken mee te maken en met hen diverse meubel toonzalen af te gaan. Vooral in het voorjaar gebeurde het vaak dat ik iedere week twee- of driemaal mijn klanten ophaalde met de auto en met ze naar Krommenie, Amsterdam en Rotterdam reisde voor een volledige meubelinstallatie. Gelukkig liep de zaak goed. De omzetten werden elk jaar beduidend hoger, dus kon ik steeds mijn rente en aflossingen voldoen. Oorlogsjaren Het daaropvolgende jaar brak de oorlog uit en werd het zakendoen zeer moeilijk. In de laatste jaren van de oorlog waren er bijna geen goederen meer te krijgen. Om toch nog een bepaalde omzet te kunnen halen begon ik op het laatst overal in te handelen, kocht alles wat ik maar kon kopen. Speelgoed, boeken en zelfs de toen uitgevonden wonderkacheltjes, die gemaakt werden door een smid uit Den Helder. Dit duurde 9 Zicht op Haringcarspe! Klanten ophalen niet de auto. december 2013

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2013 | | pagina 11