Handwerk in de herfst
Zicht op Haringcarspel
Door Rinus Jonker
Bij de beschrijving van het handwerk uit de eerste helft van de vorige eeuw zijn we in
de herfst aanbeland. De tijd dat we gaan oogsten wat we eerder gezaaid en ge-plant hebben.
Nu hoor je tuinders niet vaak spreken over oogsten; ze gingen worte-len rooien,
te koolsnijden en dat soort termen.
Uien
Uien werden in de nazomer geoogst. Net als zoveel
ander werk op het land ging de tuinder weer op zijn
knieën. Gereedschap was niet nodig; uien kan men zo
aan de staarten van de grond plukken. Ze werden dan
netjes met de 'steerten' naar achter op een waaltje
gelegd, waar ze nog een tijdje lagen te drogen. De
kleinste maten werden in een emmer of mandje ver
zameld, en als die vol was omgekeerd. Zo zag je een
heel veld met waaltjes en hoopjes van omgekeerde
emmers uien.
Als de uien goed droog waren werden ze opgeslagen
en in de loop van de winter verkocht. Het opslaan
gebeurde in de uienhoop. Een uienhoop werd gemaakt
met een in het rond geplaatste rietmat die met ijzer-
draad werd verstevigd. Daar werden ze in gedaan en
bovenop werd een rieten kap geplaatst tegen de regen.
Het had wel iets van een negerhut vond ik als kind,
maar de uien werden op deze manier droog en luchtig
bewaard. Men gebruikte ook wel los gemaaid riet om
een uienhoop te maken. Het is nu niet meer mogelijk
om op deze wijze uien te bewaren, de oogsten zijn
daarvoor te groot. Vroeger hadden tuinders maar
kleine oogsten en alles kon toen nog met de hand.
Wortelen en bieten
Veel tuinders hadden ook een strookje wortelen en
bieten. Dit waren winterwortelen en winterbieten die
men goed kon bewaren, en dat gebeurde meestal in
een kuil. Het oogsten van bieten was niet zo'n zwaar
werk, alleen het afdraaien van het lof - dat kruinen
werd genoemd - af wel eens problemen met de pols.
Lof afdraaien.
Wortelen was zwaarder werk. Die moest je met een
vork rooien en ook kruinen. Omdat maar een klein
deel meteen geveild werd ging het meeste in de kuil.
Wat stro of riet erover en dan grond, zodat ze vorstvrij
bewaard bleven tot het tijd was om ze te veilen.
Kool
Het is nu tijd voor de voornaamste teelt in ons
gebied; de sluitkool, en dan vooral de bewaar-
kool. Al is er in de zomer ook vroege kool
geoogst, dit waren onder andere de Langedijker
vroege rooie, een lekker rood kooltje, en de
witte kool voor de zuurkool. Dat begon met de
poepewitte en daarna in de herfst grote witte
kolen voor de zuurkoolfabriek.
Maar de meest geteelde kool was de bewaar-
kool. Rode en witte, beter bekend als deense
witte. Een enkele tuinder verbouwde nog gele
bewaarkool.
Het koolsnijden begon bij de roomse tuinders
in Warmenhuizen na 21 oktober, de feestdag
van de Heilige Ursula, patrones van de parochie.
Rechtsachter de uienhopen.
foto: Historische Vereniging Koedijk.
december 2012