Zicht op Haringcarspel kan. Niet dat ik zoo veel na de stad toegegaan ben maar de stad is by ons gekomen want 6 jaar terug was er van deze stad nog niets. Dat wy gaan somtyd 3 maal in de week na stad en dit is het mooist van alles je moet omtrent alle be kende talen lere verstaan wantje vent langs de huizen en ben altyd met wijve bezig en die hier pas komen. Kunnen geen Engels of Duits en je treft pole Bohemers spaansche zelf cineze enfapan neze datje begrijpt niet hoe het teregt komt maar het gaat tog en de ene buur vrouw is dan tolk voor de ander. Als je dat zag zou je slap laggen maar wy hebben er al geen erg meer in dat wordt ook al gewoonte. Nu de winter is hier ook af wisselend dit jaar soms van daag heel koud maar morgen mooi weer en winter of vrieze van November tot April. Herfst of voorjaar is hier haast niet het is zoo winter en ook zoo zomer. Ik lyk het hier veel beter als in holland ik heb niets geen spyt als dat ik geen 20 jaar eer der heen gegaan ben. Nu Jan Neef nu kun je zoo wat leren hoe of hier de levens wys is. Als ik in jou plaats was en ik kon geschikt weg dan bleef ik geen week langer in dat ongelukkige holland om myn krom te werken voor wat aardappele en droog brood en als je komen wilt gij kunt by my wel komen dan kanje van alles Americaans werk eerst leeren en ik betaal je als je gezond ben ook ieder week boven de kost en wassen en naaijen 3 gulden ieder week. Winter of zomer je kunt zoo lang blyven als het je bevalt. Nu verder Antje is getrouwd heeft 2 zoontje en woont op Roseland. Maartje is ook getrouwd en woont in Chicago en heeft een zoontje en Jantje en Cornelia zijn nog te huis en nog een Neeltje die is de jongste 5 jaar oud, dat is wat my in het kort zoo voor de aandagt kwam. Vergeef my dat ik u niet geschreven heb het was niet vergeten maar al maar uit gesteld ook hoop ik in het vervolg als de Hee-re ons nog langer leven en gezondheid spaart het ieder jaar te doen. Nu na groete en toe wenschen van zegen en genade van die God in wiens hand ons leven ons adem en by wien alle onze paden zyn noeme ik my uwe zwager en vriend de groete voorts ons alle en aan u uit aller naam J. Van Harencarspel Er zijn natuurlijk duizenden brieven heen en weer gestuurd tussen Europa en de Verenigde Staten. Maar er zijn. er niet zoveel bewaard gebleven. In de families werden ze wel gekoesterd maar enkele generaties ver der zag men de zin van bewaren niet meer in en wist men al snel niet meer om wie het ging. Om welke personen gaat het eigenlijk op en in de brief? Jacob's familie Het kostte weinig moeite om, met de tegenwoordige hulpmiddelen via internet, dat te achterhalen. De afzender blijkt Jacob van Harencarspel te zijn, eerder gehuwd met Vrouwtje de Wit, die na haar overlijden met zijn tweede vrouw Trijntje Pover naar Ame-rika was gegaan. Hij schreef de brief aan Maartje (1825-..), de zus van zijn eerste vrouw, die met wijlen Klaas Jansz. Groet (1822-<1886) uit Schagen was getrouwd. En de bewaarster van de brief had een overgrootvader Dirk de Wit (1833-1912), een broer van de voor noemde zusjes De Wit, die gehuwd was met Geertje Slot uit Schermerhorn.Tot zover alles duidelijk. Echter bij het nazoeken van Jacob's familie kwamen toch wel opvallende zaken naar voren. Want de voor gaande brief lezend zou je denken dat Jacob uit armoede uit een ongelukkig Holland vertrokken zou zijn. Echter zijn achtergrond nagaande bleek hij uit een welgestelde familie te zijn voortgekomen. Had hij gebroken met de familie? Het lijkt erop, want in de brief repte hij in het geheel niet over zijn bloedver wanten terwijl deze toch ook in de buurt woonden. Het was een familie die wel iets had op te houden en zich daar naar pleegden te gedragen. Zijn overgroot vader Abraham was predikant in Eenigenburg. Diens zonen kwamen goed terecht en hadden eerzame beroepen en huwden naar hun stand. De jongste daar van, Jacob de grootvader van de briefschrijver, hield het nog rustig en was met zijn vrouw binnenvader (directeur in een wezen- of armengesticht) en -moe der in het Diaconiehuis in Alkmaar. Ook zijn vader hield het simpel en was werkman. Maar hij nam wel een dubbele achternaam aan, wat destijds nogal in zwang was en wat ook zijn neef Roeland had gedaan. De toevoeging Breet aan de achternaam van zijn vader kwam weer van de zwager van zijn vader, Maarten Breet. Soms anders geschreven, waarschijnlijk uitgesproken in dialect en als zodanig ook wel eens geschreven als Breidt. De dubbele achternaam was een huwelijks recht waarbij de mogelijkheid bestond om de naam van de echtgenote of echtgenoot aan de eigen naam toe te voegen. Aanname van een dubbele achter naam buiten een huwelijk ging moeilijker en kwam d.m.v. een Koninklijk Besluit tot stand. De tak van Jacob bleef redelijk simpel terwijl zijn ooms en tan tes uitzwermden, gegoed huwden, zelfs met edelen. Uit het bevolkingsregister bleek ook nog eens dat Jacob met zijn gezin aanvankelijk Nederlands Hervormd was maar tegen 1860 bij de Christelijke Afgescheidenen behoorden terwijl zijn verdere familie de Hervormde religie bleven aanhangen. Zou dat de wig in de familie hebben gedreven? Het heeft er alle schijn van. Hoe verging het Jacob verder? Hij verhuurde zich voor een jaar als boerenknecht en ging op 1-5-1855 naar Berkhout. Teruggekeerd probeerde hij als brood visser aan de kost te komen, maar dat hield hij vol tot december 2012

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2012 | | pagina 24