15 Zicht op Haringcarspel In april waren we dus verhuisd naar de grote oude boerderij, dat was een hele verandering. De zomer van 1929 was mooi en dat was fijn; veel ruimte, een groot erf en een grote tuin. Ik was er dan ook wel gauw gewend, een grote schuur om in te spelen en ook het grote grasveld naast het huis was toch wel anders dan bij het kleine huisje. Moeder was er ook wel tevreden. Maar voor vader was het toch wel heel anders. In de herfst kon de kool op de dors, niet meer dat gesjouw over de weg naar de boet van Kok, maar hij miste de gezelligheid van de buren, medegebruikers van de boet van Kok. Maar het werd weer anders toen al vroeg in de herfst een zware storm uit het Zuidwesten opstak en het rieten dak het zwaar te verduren kreeg, de steunbal ken en de schoren braken stuk en het hele Zuiddak dreigde in te storten. De timmerman, van Loenen, heeft toen met veel balken, juffers en schoren en met hulp van dommekrachten het zaakje weer wat opgevijzeld en instorten weten te voorkomen. Toen er in de winter nog een paar stormen kwamen was vader het zat, hij wilde hier niet langer blijven wonen, Verhuizing Toen er die winter op Sint Maarten een grote boeren plaats werd geveild, heeft hij daar een stukje land en een huis gekocht, met de bedoeling, dat we daar naar toe zouden gaan wonen. Dat gaf een hele verandering. Moeder was er niet zo blij mee, verder van haar familie vandaan, zij kon niet fietsen en het huisje stond aan de buitenkant van het dorp, dus ver van de bushalte. Ik had inmiddels een fiets gekregen. Het was niet bepaald een kinderfiets, het was een oude hoge damesfiets, maar met een paar blokken op de trappers kon ik toch gauw fietsen. Het grasland werd geploegd en bewerkt, het huis opgeknapt.Vader had op 30 april 1930 zijn laatste kool in Noord-Scharwoude geveild en op 2 mei 1930 gingen we verhuizen naar Sint Maarten. Hoe het verder is gegaan, is beschreven in 'Zicht op Harenkarspel' No. 26 van 2004. Helemaal links op de foto ziet u nog een stukje van een schuur met een 'gebroken kap', met aan de gevel nog een hijsbalk. Het huisje (Stroet 84) daarnaast is waar mijn grootouders Gerrit Jonker en Dieuwertje Kistemaker op 18 mei 1896 vanuit Kerkbuurt zijn komen wonen. Anno 2012 staan huis en schuur er nog, maar waarschijnlijk niet lang meer. december 2012

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2012 | | pagina 19