Kommandantur (het bureau van de commandant).
Aan de achterzijde bevindt zich het balkon van
waar af de appèls werden afgenomen
(foto: Siem Bakker, 10 september 2011).
Uit: Dagboek van gijzelaar Jo Bes:
"Wij kregen weer een heel groot gebouw in
het zicht Later bleek ons dat dit de Kom
mandantur was. We moesten er onderdoor
lopen en nadien halt houden. Het gebouw
had een lengte van 150 meter, een front
met 22 ramen en twee dubbele deuren. Aan
de andere kant stond ook een groot ge
bouw dat dienst deed als keuken, admi
nistratie en badhuis. Met een geweldig
groot zanderig plein dat uitzicht bood op
barakken er voor."(p. 32)
De voormalige appèlplaats, gezien vanaf het bal
kon van de Kommandantur, het toen zanderige
terrein waar Jo Bes over spreekt
(foto: Siem Bakker, 10 september 2011).
Uit: Dagboek van gijzelaar Jo Bes:
"Om kwart voor zes aantreden voor het
appèl. In rijen van vijf. Het commando
werd gebruld. En daar ging het: Voor
waarts... mars... links... rechts... links...
rechts... twee... drie... vier! Totdat we op het
plein van het appèl aangekomen waren.
Ons werd een aparte plaats aangewezen.
Dat was een kolossaal gezicht. Regelmatig
kwamen andere kampbewoners aangemar-
cheerd. Toen ze allen in het gelid stonden
was dat erg indrukwekkend. Maar een
droevig gezicht. Jonge mensen, ouden van
dagen, kreupelen, noem maar op. Naar
schatting waren we met tweeduizend man.
Heel spoedig was het een gebrul van com
mando's. Allen strak in het gelid."
Jo Nolet bracht vijf weken door op de Be-
kleidungskammer, de afdeling waar de kle
ding werd opgeslagen en van waaruit deze
aan de gevangenen werd uitgereikt. Naast
de Haftlingsbekleidungskammer was er ook
een Bekleidungskammer voor de SS. Waar
schijnlijk bedoelt zij met 'konijnenbekle-
dingskamer' de Haftlingsbekleidungskam
mer, eerder door haar Bekleidungsabteilung
genoemd.
Opi Bakker brengt zij niet meer ter sprake,
wat niet wil zeggen dat zij niet heeft gewe
ten dat deze op de naaikamer werkte. Toen
de burgemeestersvrouw vrijkwam, heeft ze
immers aan de familie Bakker laten weten,
dat moeder het goed maakte en dat vader
Bakker dus maar beter ondergedoken kon
blijven. Het mocht dan vreselijk saai zijn op
de naaikamer, ook daar moet de situatie
draaglijk zijn geweest, zeker in vergelijking
met die op de mannenafdelingen, en al he
lemaal met die in de barakken van de Jo
den.
Over de algemene situatie van de vrouwe
lijke politieke gevangenen en gijzelaars in
Kamp Vught is trouwens bekend, dat zich
een aanzienlijke verbetering heeft voorge
daan na het Bunkerdrama, tweeëneenhalve
maand voordat Jo Nolet en Anna Bakker
arriveerden. In de nacht van 15 op 16 ja
nuari 1944 waren vooral door toedoen van
één Oberaufseherin 74 vrouwen bijeenge
bracht in cel nr. 115. Ze stonden zo opeen-
geperst, dat bij de opening van de cel op de
volgende ochtend er tien bleken te zijn
overleden. Al heel snel werd buiten het
kamp bekend dat ook in dit kamp werd
gemarteld. SS- und Polizeiführer, Hans
Rauter, de baas van de SS in Nederland,
greep in en zorgde ervoor dat de hoogst
verantwoordelijke, kampcommandant Grü-
newald, met zijn gezin werd verwijderd.
-7-