BELEVENISSEN ANTOON SPAANSEN, DEEL 5
Het laatste deel van de belevenissen van Antoon Spaansen, geboren in 1904, ge
schreven begin 1979. De teksten tussen haakjes zijn toevoegingen van de redactie.
In het verhaal zijn we nu aan het eind van de jaren 30 van de vorige eeuw. We zijn
nu eind jaren 40.
De bloemen in
Toen er weer gas en elektra genoeg was,
wilden de vrouwtjes die anders op olie
stookten die stinkboel niet meer hebben en
het werd ook alle weken met de olie echt
wel wat minder. Bertus werd vijftien jaar en
wilde graag in het bloemenvak, want werd
de olie minder dan werd dit door de
bloemenhandel weer goed gemaakt. Voor
elf man moest er eten worden gezocht en
dat is geen kleinigheid. Bertus ging op
school in Aalsmeer en vader moest dertien
gulden kostgeld betalen en wat hij
verdiende ging aan reis en zakgeld op.
Drie jaar heb ik dat volgehouden en toen
kon hij het vak van kweker goed. Hij kwam
thuis en zei: "Vader ik heb niet veel zin
meer in de bloemen. Ik zou wel wat anders
willen proberen". Toen kreeg hij een
baantje bij de post, twee dagen bestellen
en dat werden er drie en van de drie werd
het een hele week en was al dat leren in
Aalsmeer eigenlijk weggegooid geld
geweest.
Door B. en W. van Warmenhuizen zijn
volgens arbeidsovereenkomst benoemd als
lantaarnopstekers voor de gemeentelijke
straatverlichting alhier, de heeren Jac. Slot
en Ant Spaansen.
Alkmaarsche Courant 9 maart 1939.
Jaars erop zei Jaap dat vak staat mij wel
aan, maar ik zei dan moet het anders dan
bij je broer, want dat heeft alleen maar
geld gekost. En zo verdiende Jaap overdag
en leerde hij het bloemenvak 's avonds,
maar moest daar helemaal voor naar
Amsterdam. Dus Bertus in de posterij en
Jaap in de verkaveling. Maar Piet kwam
vader helpen en ventte de olie uit waar ik
geen plaats meer voor had en dat ging ook
weer.
Jaap kwam uit de verkaveling die klaar was
maar vond hier en daar wel iets. Planten
venten voor een kweker uit Niedorp en dat
liep ook wel goed. Toen haalde hij zijn
diploma in Aalsmeer, nadat hij zeker
negentig keer van Warmenhuizen naar
hotel De Pool in Amsterdam was gereisd,
daar geleerd en dus geslaagd. Zijn leraar
vertelde hem je moet een baas zoeken in
het zuiden des lands, daar zijn ze nog niet
zo ver heen als in het noorden, er staat iets
in het vakblad. Jonge kracht gevraagd,
waar gelegenheid is voor overname. Na wat
heen en weer geschrijf raakte Jaap ook de
deur uit. Hij was twintig jaar oud.
Toen ruimde het al op thuis, Bertus was bij
de post, Jaap naar Uden. Hanny was in de
(Heerhugo)waard en Gerda en Bets liepen
op een atelier in Noord Scharwoude en
verdienden hun eigen kostje. Piet hielp
vader en Toon en Dick werden zo zoetjes
aan ook flinke jongens en deden zo ook
mee aan de huishouding.
Nieuwe woning
We waren inmiddels verhuisd naar Oud
Wulpendorp, een nieuwe woning en ik
mocht in nr. 33 en Klaas Ligthart in nr. 1,
want zijn huis was verbrand. Ik zei tegen
hem, je krijgt 50 pop als ik in jouw huis
mag. Maar hij zei toen, die 50 pop mag je
houden je mag er zo in, want jij leeft van
de weg en ik ga, als mijn eigen huis is
herbouwd toch weer in mijn eigen woning
terug. Het was voor, wat toen mijn
buurman was, een erge tegenvaller dat hij
niet op dezelfde plaats mocht herbouwen.
De gemeente had een akkertje op de Oude
Wal en daar mocht buurman zijn huisje op
zetten. Daar op de oude plaats mocht, naar
zeggen van de gemeente, niet meer
gebouwd worden. Wat later bleek dat een
gemeenteraadslid er belang bij had, die er
na twee jaar wel mocht bouwen.
D» schillenboer komt
In overleg met de burgemeester dezer ge
meente, is de heer Ant. Spaansen belast
met het ophalen van groentonafval wat
voor veevoeder zal worden beifut. Twee
maal per week, Woensdags en Zaterdags
zal hij de ronde doen om bij de ingezetenen
de afvalproducten te komen afhalen. We
hopen dat een ieder zijn medewerking zal
verleenem
Schager Courant 11 oktober 1940.
-21-