school de salarissen moest aanpassen werd gekeken naar de situatie van de leraar. Aangezien er bij de familie Nelissen- Stadegaard geen kinderen waren kreeg zij minder. Voor Nelissen reden om in 1921 een baan te aanvaarden in de Gelderse plaats Beltrum. Beiden zijn daar actief ge weest voor de samenleving, en de straat waar ze woonden is naar meester Nelissen vernoemd. Nog een leuk verhaal: in 1922 deed de fa milie Stadegaard het huis op Dorpsstraat 219 in de verkoop. Gegadigden moesten met baar geld op de proppen komen óf met een borg, en deze borg was vaak de spil om een koop rond te krijgen. De familie Beem- sterboer (van de Zaadhandel) wilde kopen, maar de familie Kraakman naast de Ooie vaar ook. Beiden hadden als borg Frans Potveer benaderd. Uiteindelijk is Frans met Beemsterboer in zee gegaan. Sigaren en borrels zouden een belangrijke rol hebben gespeeld. Kraakman heeft toen naast de Ooivaar een rentenierswoning laten zetten. Jan de poep Jacob de Groot (echtgenoot van Antje Maas) overleed in 1892. Antje nam met zoon Jan de zaken waar tot 1912, het jaar waarin zij overleed. Jan de Groot - bijge naamd Jan de poep - is de grote drijvende kracht geweest waardoor de familie eigendommen nog enigszins konden wor den veiliggesteld. De laatste broer Maas overleed januari 1906. Van 1906 tot 1912 stond het agent schap 'Noorhollandsche van 1816' op naam van Erven Maas, en werd beheerd door Jan de Groot. Mogelijk deed hij dit al vanaf 1902, het jaar dat het met Jan Maas finan cieel mis ging. Opa en oma De Groot Vanaf 1912 staat alles op naam van mijn opa Arie de Groot. Opa deed verzekeringen en handel, maar de afrekening met klanten werd door de crisis en valutawisselingen steeds problematischer. Opa wist te overle ven door verzekeringen te combineren met de functie van beheerder van het patronaat (nu dorpshuis) en als transportarbeider die de verlading bij veiling en spoor regelde. Tevens was hij penningmeester van de transport. Daarnaast deed opa inventarisa ties voor allerhande schappen die toezagen op teelt van aardappelen, aantal stuks vee, enzovoort. Na de oorlog vervielen vele bijbaantjes of werden overgenomen door zoon Jaap. Zoon Teewis (mijn vader) doet vanaf ca. 1943 steeds meer het werk langs de weg voor de verzekeringen. Fam Arie en Trui de Groot - Pronk met Jaap, Tinus, Jan en Teeuwis. In 1946 werden opa en oma pachter van café de Ooievaar voor ome Tien Pronk, die de zaak kocht, maar tot november 1953 nog een pachtcontract in 't Zand had lopen. 1953 Werd door opa en oma niet gehaald; oma overleed 29-05-1948 (52 jaar) en opa 26-09-1950 (65 jaar). Teewis en zijn broers bestierden café en verzekeringen tot 1952, het jaar waarin zowel hij als zijn broers Jaap en Tinus trouwden, en broer Jan naar Nieuw Zeeland emigreerde. De jonkies Aas en Annie gingen inwonen bij Teewis en bij Jaap. Vader Teewis en ik In 1952 nam vader Teewis de verzekerin gen en het café over. Het café bestierde hij tot november 1953. Daarna werd hij be heerder van het Veilingkoffiehuis, telefonist -18-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2012 | | pagina 20