<Xp--FrF^\^u r A
Boven een voorbeeld
van wat er op een
plankje kan staan.
Tekening Fred
Marsch.
Hier hoorde een pennetje bij, stilus gehe
ten, dat ook ontbrak. Een stilus had aan de
ene kant een punt en aan de andere kant
een plat gedeelte, waarmee men de was
van het plankje weer glad kon strijken.
Op 10 oktober 2010 werd de provincie
Utrecht eigenaar van een uit honderd delen
bestaande verzameling schrijfplankjes uit
de Romeinse tijd, gevonden bij het Romein
se fort Fectio te Bunnik, waar ze dus ook
voorkwamen.
Later vond Wagenaar nog een zalfpotje uit
dezelfde tijd, en een aantal flinke brokken
tufsteen die voor fundering van huisjes
werd gebruikt.
Archeologische waarnemingen
Gedaan in blok 1968 van het te verkavelen
gebied Geestmerambacht, dat ligt tussen
Krabbendam en Schoorldam.
De eerste werken die men uitvoerde, be
stonden ook hier uit het uitbaggeren van de
oude bestaande sloten en het uitgraven van
grond voor de nieuwe wegen.
Een vindplaats van veel Fries aardewerk
was een perceel land in de Rekerlanden, in
de bocht van de Westfriesedijk (bij de zo
genaamde 'hoek van dijk').
De voormalige eigenaar van het perceel,
The Bommer, had daar in 1947 al eens pot
ten gevonden, maar omdat er geen geld in
zat had hij deze maar stuk gegooid. Na het
perceel land met een steekijzer te hebben
onderzocht werden twee naast elkaar gele
gen primitieve en in de Romeinse tijd ge
graven waterputten gevonden.
De eerste leverde een kruik met wijde hals
op, voorzien van oortjes, met daar onder
drie ronde kuiltjes. De tweede put leverde
een pot op die gezien de ingesleten gleuven
in de oortjes kennelijk dienst had gedaan
als putaker. Verder een zwart gepolijst pot
je van een afwijkend model, mogelijk af
komstig uit het Friese terpengebied. Uit dit
materiaal vervaardigde potten zijn in grote
aantallen en in allerlei vormen te zien in het
Fries museum te Leeuwarden. Wagenaar
vond ook nog een bronzen wijnzeef, dat op
het potje paste. Een wijnzeef kende men
toen in deze streken nog niet, waarschijn
lijk was deze bedoeld om gerstenat te ze
ven.
Potten
Op hetzelfde perceel werd door de jeugdige
Klaas Westra uit Warmenhuizen (zoon van
Sjouk Westra) nog een put gevonden,
waaruit een mooie gave pot te voorschijn
kwam. Ongeveer 150 meter ten westen van
deze vindplaats wist Klaas uit een voor-
raadkuil nog 7 potten te bergen. Ook meer
naar het oosten lag het schervenmateriaal
voor het oprapen. Westra en Wagenaar
konden uit de scherven van zoon Klaas nog
een geheel aanwezige grote pot samenstel
len en in elkaar lijmen.
Slootjes
Het oostelijke riviertje liet zich zien in de
bodem van de Wongesloot ter hoogte van
het land 'de Geldehorn', waarbij ook bak
stenen werden gevonden. Om dan een bre
de sloot te kruisen tussen de Wongesloot
en de Pompsloot, op deze plaats had het
riviertje een breedte bereikt van minstens
12 meter om dan in de Pompsloot weer op
te duiken van hoogstens 2,5 meter. Op de
hiervoor beschreven brede plaats zaten
zeker wel 12 a 13 halve potten in het veen,
waarvan de andere helften door de dragli-
nebak waren afgebeten. Ook in verder ge
legen noordelijke slootjes waren sporen van
dit riviertje zichtbaar.
Wagenaar had in 1968 het geluk dat hij
meewerkte bij de vernieuwing van de be
staande sloot, en bij het graven van een
nieuwe sloot door de dijkakker die in het
verlengde lag van de Westfriesedijk. De
vondsten uit deze akker staan al beschre
ven onder 'Scherven' in het eerste deel van
dit artikel.
Aan de oostzijde van de Westfriesedijk la
gen toen nog 6 akkertjes die in vergelijking
met de omliggende landen nogal hoog af
staken. Geschatte hoogte was ongeveer
gelijk met het N.A.P. Het merkwaardige
was, dat er vanaf de dijk twee brughoofden
Oram dit schryfpltnkje ihe
ermee witje gceddwitt
Dar* D, vrouwe Sffunsa
went J t« UW Wir g«f)
tfcorspoedtge fgrugrtö
ri ft C uL-'.V-.
C\^0 f "t~. Vti'K I/Ri,
T> n i i, b"f''t
p ,r h r t k?> a-
Av<TT - V"
Jiv~ c i C- v.-,
C <"/V^
lU/ !f y ffru T
-15-