In ieder geval hebben de Aufseherinnen van
het Frauenlager daarna moeten inbinden.
Dit zou mede kunnen verklaren waarom Jo
Nolet soms wat milder oordeelt. Als zij ver
telt over de keuken die zij in de Beklei-
dungskammer zelf heeft ingericht, citeert
zij de Aufseherin; "Ihre Küche wird immer
grosser."Maar zij liet veel toe. Als er uit
gehongerde mannen kwamen om karwei
tjes te doen of iets te halen, mochten wij ze
bekers vol pap geven." (p.30)
Anna Bakker noemt ze tot slot nog een keer
indirect, als ze vermeldt dat "de burge
meestersvrouwen' vrijkwamen in septem
ber 1944 (p.31). Wie dit zijn geweest, valt
onder meer af te leiden uit wat ze eerder
schreef over een belangwekkende vergade
ring van regionale bestuurders, die de aan
leiding zou gaan vormen tot de arrestaties
en gijzelingen. Op Oudejaarsmiddag 1943
namelijk om drie uur had burgemeester
Nolet een samenkomst belegd in Schagen
"van de betrokken goede burgemeesters.
Bosma van Oude Niedorp, Sutman Meijer
van Heerhugowaard, Kooyman van St.
Maarten, Mijnlief van Anna Paulowna, Ree
horst van Callantsoog, Pesman van Koedijk
en nog diverse secretarissen." De uitkomst
was dat ze niet zouden meewerken aan "de
mannenlevering'. (p. 9)
Tot de vrijgelaten vrouwen in Vught moeten
de burgemeestersvrouwen Pesman en
Kooyman hebben behoord én Anna Bakker,
vrouw van een locoburgemeester. Of er nog
anderen tot deze categorie vrijgelaten
vrouwen hebben behoord is mij (nog) niet
bekend.
Het dagboek van gijzelaar Jo Bes
De vrijlating van 200 gijzelaars - de vrou
wen eerder dan de mannen - vanaf 11 sep
tember 1944 staat gedetailleerd beschreven
in Dagboek van gijzelaar Jo Bes uit Tuitje n-
horn, geschreven in januari 1945 en in
2005 uitgegeven door de Historische Ver
eniging Harenkarspel, ter gelegenheid van
de zestigste herdenking van de bevrijding.
"In 1943 en vooral in 1944 dwongen de
Duitsers jonge mannen in hun fabrieken te
gaan werken. Namen en adressen haalden
ze uit de bevolkingsregisters." Aldus het
voorwoord van Jaap Beemsterboer, de be
werker van dit dagboek. Huisschilder Jo Bes
was samen met bakker Klaas Wester in
gijzeling genomen toen hun zoons, beiden
gemeenteambtenaren, op 13 april 1944 in
Warmenhuizen in samenwerking met de
ondergrondse het bevolkingsregister in een
dorpssloot hadden doen verdwijnen. Vader
Bes (59 jaar) en vader Wester (55 jaar)
werden overgebracht naar de gevangenis
aan de Weteringschans in Amsterdam en op
19 mei naar Vught getransporteerd.
Uit het relaas van Jo Bes valt op te maken
dat hij op de hoogte is gebracht van de
gelijktijdige aanwezigheid van zijn burge
meester in de gevangenis aan de Wetering
schans.
"Op een morgen kwam er een bewaker bin
nen en die vroeg: "Wie is hier Bes? Bent u
dat?
U moet de groeten hebben van burgemees
ter Nolet. Zal ik hem de groeten terug
doen? "Ja, graag zelfs. En bedankt dat U
dat voor me wilt doen!" Hiermee was ons
onderhoud ten einde. Blij dat ik er mee
was. Ik meende dat burgemeester Nolet
reeds lang op transport was gesteld. Direct
seinde ik het aan mijn buren door. Maar die
hadden dezelfde boodschap al gehad.
Op 3 mei vond een groot transport plaats
naar Amersfoort, waarbij ook burgemeester
Nolet was betrokken. "Wij hoorden zijn
naam afroepen waarop heel duidelijk hoor
baar: "Present".
Toen Bes en Wester in september, na hun
vrijlating in Vught, nog enkele dagen in
Kamp Amersfoort moesten doorbrengen,
hebben ze geprobeerd contact te leggen
met Nolet. Die bleek niet te vinden op de
plek waar hij formeel behoorde te zijn (in
Block 9), maar op de ziekenzaal te verblij
ven. Voordat ze hem volgens afspraak met
een contactpersoon zouden ontmoeten, was
de contactpersoon zelf ontslagen en ver
trokken.
Nog dezelfde dag mochten alle overgeble
ven gijzelaars van Vught naar huis, nu defi
nitief. Onder hen waren 17 mannen uit de
Kop van Noord-Holland. Het Rode Kruis
zorgde voor vervoer. Enkelen bleven achter
in Amsterdam. Vanuit Zaandam ging de
terugtocht per sleepbootje naar Alkmaar. Jo
Bes en Klaas Wester zijn vanaf Alkmaar via
Koedijk en Schoorldam naar huis gefietst.
Van Klaas Wester bleek de vrouw tijdens
zijn gevangenschap te zijn overleden. Jo
Bes, een diep gelovige katholiek, beschrijft
tenslotte zijn geluksgevoelens tijdens de
plechtige, gezongen Heilige Mis ter gele
genheid van de terugkeer. Even ontroerd is
hij als op de avond tevoren, toen hij zich
-8-