IK BLIJF NA AL DIE TIJD IN AUSTRALIË EEN DUTCHIE Door Willem de Niet, NHD Kaarsrecht komt hij het bezoek tegemoet lopen, in de hal van het Killara Hostel (een complex voor ouderen met in- en aanleunwoningen) in Koo Wee Rup in Australië. Geeft een stevige hand en zegt: "Please follow me to my humble abode". Oftewel: "Volgt u mij alstublieft naar mijn eenvoudig onderkomen". Peter Boekei, geboren en getogen in Tuitjenhorn, 95 jaar jong zoals hij zelf zegt, voelt zich niet oud. Hij kent zijn beperkingen, vindt het nog steeds een schande dat hij een half jaar geleden zijn rijbewijs moest inleveren, maar is nu mobiel op zijn elektrische scooter. Half februari overleefde hij een kleine beroerte en verbaasde de heren doctoren met zijn vlotte herstel. Dus e-mailt hij weer elke ochtend een van zijn zoons om te laten weten 'dat hij er nog is'. Het is duidelijk, Peter Boekei is een survivor. Overleefde het Jappenkamp en jaren van onmenselijk hard werken aan de Birmaspoorweg. En de schermutselingen in Indonesië net voordat Nederland er zich terugtrok. Boekei groeide met zeven broers en zusters op op de ouderlijke boerderij op de hoek van de Dorpsstraat en de Veilingweg in Tuitjenhorn. Al jong werd hij geconfronteerd met de gevolgen van de crisis. De kool, aardappelen en uien die werden verbouwd brachten bijna niets op. "Na zes jaar rooms- katholieke lagere school ging ik als twaalfjarige het land op. Hard werken voor niks. Na mijn dienstplicht tekende ik in 1937, zwaar tegen de zin van mijn ouders in, bij om naar Indonesië te gaan." Na een tumultueuze periode in Indonesië en de onmenselijkheden van het Japanse kamp komt Boekei in 1946 weer naar Nederland. Geschokt hoort hij dat zijn moeder al een paar jaar eerder overleed. Daardoor komt wel Betty Bommer uit Warmenhuizen in zijn leven. Peter Boekei: "Ik zeg altijd over mijn ontmoeting met Betty: ze zag me en was verkocht. Ik ook. Een halfjaar later trouwden we." Uiteindelijk komen Peter en Betty in Australië terecht. Nadat hij samen met zijn broer Cor een boerderij had gerund, volgde een nieuw avontuur, een groente- en fruithandel. "Daarnaast maakten we van de Piet Boekei (links) in augustus 2005 op bezoek bij zijn allerbeste vriend Jan Pronk uit Tuitjenhorn (Jan Pronk is in 2008 overleden). voorkant van ons huis in Silvan een winkel. Betty zorgde voor de winkel en inmiddels vier kinderen. De vijfde kwam later. Het was heel lucratief. Toen we zes jaar in Australië waren namen we een halfjaar vrijaf en gingen naar Nederland." Na terugkeer in Australië werd een nieuwe winkel gekocht en de zaak uitgebouwd. "In 1960 verruilden we de groentewinkel voor een boerderij van 56 hectare waar we 40 koeien molken. Dat groeide uit tot 90. In 1978, toen ik 63 was, besloten we te stoppen. Onze grond, dicht bij Melbourne, was fors in waarde gestegen en we verkochten de boerderij met een enorme winst." Peter en Betty namen het er daarna van. "Alle kinderen hadden een goede opleiding genoten en goede banen. Betty en ik hebben twintig jaar over de hele wereld gereisd. Ze kreeg Alzheimer en overleed in 2004. Ik mis haar nog heel erg maar weet dat we het goed gehad hebben. Australië is goed geweest voor ons maar ik blijf een Dutchie." Overgenomen uit Het Noordhollands Dagblad van 14 maart 2011 Een uitgebreid verhaal over Piet Boekei is opgenomen in Zicht 21 van april 2002. -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2011 | | pagina 8