We probeerden de schepjes te
tellen, maar we waren nog jong
en we raakten altijd de tel kwijt.
De suiker en poeier werd altijd
met enorm veel passie geroerd in
een bodempje melk zodat het
zonder klontjes zou oplossen. Op
het moment dat Tante Anne de
rest van de warme melk in de
kopjes schonk, vlogen wij weer
door de lange gang naar de
kamer en gingen netjes bij
moeder en het pluchen tafelkleed
zitten. Ellebogen van tafel en
handen op onze schoot. We
vonden het nooit erg om naar
Tante Anne op visite te gaan,
want ze was altijd blij als we er
waren, en chocolademelk was
nergens lekkerder. Was het de
liefdevolle zorgzaamheid, of was
het het extra schepje suiker dat
het 'koppie poeier' zo speciaal
maakte? Dat is vanzelfsprekend:
het was beide.
In de 60-er jaren kwam er een trend om oude
mensen in nieuwe 'rusthuizen' te stoppen. Daar
kregen ze dan een kamertje dat net groot
genoeg was voor hun vierkante tafeltje, vier
stoelen, en een bed. Dat was vooruitgang.
Maar Tante Anne moest er niets van horen. Zij
bleef waar ze was. Elk jaar een beetje dover.
Elk jaar een beetje krommer. Ze ging nooit naar
de dokter. Ze beklaagde zichzelf nooit. Ze was
tevreden. De laatste paar jaar van haar leven
heeft ze in haar huisje waterleiding gehad. Dat
was wel mooi vond ze, hoewel, nodig vond ze
het niet. Ik had toch zo'n beste waterbak," zei
ze dikwijls als ze haar kraan opendraaide.
Toen ze 88 was werd ze op een vroege
november morgen door de melkboer onder aan
haar steile trap gevonden. Dat was het einde
van Tante Anne. Niet lang voor haar dood had
ze mijn moeder verteld dat ze slechts één
onvervulde wens had: ze had heel graag
vernoemd willen worden. Niemand realiseerde
zich dat. Er zijn nu dus geen Anne's in de
familie. Maar, ik verwacht dat dat nog wel komt
hoor, Tante Anne!
Het lange leven van Tante Anne de Moor was
afgelopen. Haar hoge dennenboom was
omgewaaid. Ze rust nu bij dorpsgenoten en
familieleden op de begraafplaats in Warmen-
huizen. Kort na haar dood werden haar
Tante Anne in zwarte jurk met zus en
schoonzus in bloemenperk ca. 1965.
spullen verdeeld, haar huis verkocht en
verbouwd, het pleetje met het hartje in de deur
en het gammele bruggetje gesloopt, de sloot
gedempt en de weg verbreed. Tante Anne was
gauw vergeten.
Het werd een snelle wereld waarin we massaal
te hoge eisen stellen en te weinig tijd hebben.
Tegenwoordig voelen we ons vaak bejaagd, en
bevangen met het idee dat we zo nodig nog
zoveel moeten hebben en nog zoveel moeten
doen. Toch, tijdens onze drukste tijden kan het
geen kwaad om zo nu en dan eens terug te
denken aan onze oude tantes. Het is gemakke
lijk om te doen. Je herinnert je misschien ook
wel een Tante Anne, Tante Betje, Tante Trijntje
of Tante Guurt. Deze tantes met hun
bloemetjesschort over hun lange zwarte jurk
hebben altijd tijd om even met je te zitten en
staan altijd klaar om naar je verhaal te luisteren.
Bovendien, ze kunnen je leren het 'gewone'
weer te appreciëren. Vele fijne, simpele,
gewone dingen waarvan je het waardevolle
bent vergeten: een clivia met een nieuw stekje,
een appeltje met een klein plekje, een lichtje
boven tafel, en een koppie poeier op een
pluchen tafelkleed.
-23-