WARMENHUIZEN DOET ZIJN NAAM EER AAN
De naam van het dorp doet het al vermoeden: tijdens de hongerwinter 1944-1945
boden in Warmenhuizen heel wat huizen warmte, voedsel en onderdak aan
hongerende landgenoten, met name aan kinderen uit Amsterdam.
Zelf heb ik ook in het voorjaar van 1945 voor twee maanden een 'warm huis' gevonden
eerst bij de familie van Duin aan de 'hoek van Bart' en later bij de familie Stet aan de
Oostwal. Arie van Duin, die jarenlang pastoor is geweest van de parochie van de
H. Johannes de Doper in Haarlem, was een klasgenoot van mij.
Toen in september 1944 de spoorwegstaking
uitbrak stonden wij net op het punt om na de
grote vakantie terug te gaan naar het Groot-
Seminarie te Warmond, waar wij voor priester
studeerden. Noodgedwongen moesten wij thuis
blijven en maar afwachten, hoelang het allemaal
zou gaan duren. We voelden wel aan, dat het
ons een jaar studie zou gaan kosten. Al heel
wat medestudenten uit de grote steden hadden
in het najaar van 1944 vanwege het
toenemende voedseltekort een gastvrij
onderdak gevonden bij klasgenoten op het
platteland. Zelf ben ik echter tot maart 1945 bij
mijn familie in Den Haag gebleven.
We waren met z'n elven en ik bewonder nog
altijd mijn moeder, dat zij elke avond maar
weer een pan warm eten op tafel wist te
toveren, al bestond het menu maandenlang uit
rode kool met suikerbieten.
In het vroege voorjaar van 1945 kreeg ik
bezoek van een klasgenoot, die onderdak had
gevonden in Tuitjenhorn. Op weg naar zijn
familie, die in Scheveningen woonde, had hij
Warmond aangedaan en de directeur van het
Philosophicum, Prof.H.J. van Deursen,
gesproken. Die verbaasde zich, toen hij van
mijn klasgenoot hoorde, dat ik nog altijd bij
mijn familie in Den Haag was. Hij vroeg hem
op weg naar huis bij mij langs te gaan, om mij
zijn advies over te brengen: niet langer in Den
Haag te blijven, maar naar Warmenhuizen te
gaan, naar de familie van Duin.
Deze goede raad heb ik toen maar ter harte
genomen. Met een vrachtauto van de school-
voeding kon ik in de vroege morgen van
donderdag 8 maart meerijden tot Beverwijk.
Om 8:00 uur al stond ik met mijn koffer voor de
pastorie aan de Breestraat. Daar vond ik een
gastvrij onthaal. In de keuken kreeg ik van de
huishoudster voor mijn ontbijt een paar
heerlijke boterhammen. De pastoor kwam erbij
zitten. Hij zei, dat hij wat het vervolg van mijn
reis betrof, niets voor mij kon doen; dat er niets
anders op zat, dan mijn tocht naar
Warmenhuizen te voet te vervolgen.
Mijn koffer kon ik achterlaten in de pastorie.
Die kon naderhand wellicht vanuit
Warmenhuizen door de een of de ander
worden opgehaald. Hij gaf mij de goede raad
mee, om onderweg voor een warme hap maar
aan te bellen aan de pastorie van Castricum of
van Limmen.
Ik moet opbiechten, dat ik op mijn wandeling
naar het noorden heb aangebeld zowel aan de
pastorie van Castricum als van Limmen. Als
jongeman van 19 jaar had ik na zoveel
maanden 'vasten' natuurlijk een enorme
eetlust: In de pastorie van Limmen at ik die
dag voor het eerst van mijn leven
schorseneren. Wat smaakte mij dat lekker: nu
nóg moet ik, telkens wanneer ik schorseneren
eet, aan Limmen denken.
In Alkmaar hielp een kapelaan van de kerk van
de H. Laurentius aan het Verdronkenoord mij
aan een adres om te overnachten.
Op vrijdag 9 maart kwam ik tegen de avond in
Warmenhuizen aan bij de 'hoek van Bart'. Met
grote dankbaarheid blijf ik terugdenken aan de
warmte, waarmee vader en moeder van Duin
en hun kinderen mij die avond en de eerste
dagen daarna hebben opgevangen. Zij hadden
echter geen plaats in huis, om mij voor langere
tijd te herbergen. Daarom ging ik na enkele
dagen met Arie van Duin op zoek naar een
onderkomen. Dat vond ik toen bij de familie
Stet aan de Oostwal. Daar woonden destijds
op nr. 165 Gerbrand Stet met zijn vrouw Lena
en de jonge Gerbrand. Driemaal per week aten
wij peulvruchten. Daar kwam ik al gauw de
nodige pondjes van aan. Als stadsjongen
moest ik in het begin wel even wennen aan de
WC buiten, achterin de tuin.
Vanzelfsprekend gingen mijn gedachten
dagelijks uit naar mijn familie in Den Haag,
voor wie het voedselgebrek steeds nijpender
-30-