Op een keer kreeg ik vrijdags een telegram, Piet
had longontsteking en zou het niet lang meer
maken. Ik naar huis en ben een week thuis
gebleven maar moest daarna toch weer weg.
Toen mijn broer Piet overleden was, werd hij
met de vrachtauto van Dekker naar de kerk
gebracht. Hij was verzekerd voor 50 gulden
maar die gingen op aan de kist en er bleef niets
van over, al waren er meer onkosten gemaakt
dus ging hij maar zo naar de kerk. Hij was
ongeveer tussen de 26 en 30 jaar oud.
Daarna heb ik nog een goed jaar gevaren. Ik
had eens een vracht haver voor een
havermoutfabriek in Medemblik. Ik ging dus van
Amsterdam naar Medemblik. Na het lossen
raakte ik de stad in en ontmoette een meisje dat
vijf jaar jonger was dan ik, vlot kon dansen en
erg goed vrijde, dus ik weeks erop er weer op
af. Het ging goed en ik kreeg de smaak te
pakken. De week erna lag ik in Purmerend
overdag aan. Zondags naar huis geweest, maar
mijn moeder was niet thuis en met mijn vader
kon ik helemaal niet overweg, dus ik om drie uur
weer op de fiets naar Purmerend.
De knecht moest ook nog eten dus dat deden
we eerst. Daarna zei ik we gaan nog even een
biertje kopen en zo gebeurde het. Ik liep tegen
een leuk meisje op dat zangeres was. Om elf
uur sloot de tent en de knecht ging naar de
motor kijken, maar ik bleef even met de zangers
praten. Ze vroeg, ga je mee koffie drinken?? Ik
dacht dat ze in Purmerend woonde maar 100
meter verderop stond een woonwagen en daar
woonde zij. Ze vroeg me, durf je er wel in, en ik
zei ik heb lang in een woonschip gewoond, nou
dan weet je wel wat het is. Wij samen er in. Ze
vertelde me, als het je er om te doen is dan, dan
kan je wel gaan, daar laat ik me niet mee op.
Van het een kwam het ander, we hadden een
praatbiertje op en ik liet haar foto's zien van de
ark en al zo meer en zei toen vertel me eens
iets over jezelf.
Ze begon, en er kwam haast geen einde aan,
wat die meid al niet had beleefd, ik stond er
versteld van. Het was mooi, maar meer was
lelijk. Ze zei tegen me, ik zing om van te leven
en dat geeft goed. Ik heb de wagen van mijn
vader gekregen, die was orgeldraaier. Hij was
een heel beste vent, maar ik had een verkeerde
moeder, ik weet niet eens of hij wel mijn echte
vader was, maar hij onderhield mij goed en ik
kreeg toen ik voor zangeres leerde een wagen
van hem voordat mijn moeder mij kon bederven.
Na een week of wat met haar te hebben
gescharreld, gingen we op een zondag naar
Warmenhuizen. Zij opgedoft, een hele dame en
ik met een nieuw blauw pak, bruine schoenen
en een nieuwe schipperspet op. Wat was het
een teleurstelling. Vader wilde haar niet eens
een hand geven. Moeders zijn anders en zij
vroeg aan haar, toen vader de deur was
uitgelopen, wat doe je, en dat had ze nou net
niet moeten vragen. Ze zei prompt, ik verdien de
kost met zingen in cafés en schaam me daar
heus niet voor. Ik ben blij dat Toon zo'n goede
moeder heeft en zo'n goede opvoeding heeft
gehad, dat is een hemelsbreed verschil met mij.
Toen alle jongens naar buiten waren vertelde ze
haar levensverhaal aan moeder Spaan die
eigenlijk niets afwist van zoiets. En ze zoende
mijn moeder en zei "mens wat ben jij gelukkig
met zulke jongens". "Toon kan bij mij blijven als
hij dat wil, dan heb ik een moeder" en zo
rammelde ze maar door.
We hadden koffie gedronken en brood gegeten
toen zei mijn vader dat ik was weggelopen van
huis en toen begon ze weer. Hij is nog
hartstikke jong en dan al baas van zo'n mooi
schip, vader Spaan, hij kan echt veel meer dan
jij denkt. Een pracht vindt ik het dat hij bij zo'n
knorrepot wegliep. Maar pratende weg werd het
onze tijd, want we moesten met het boemeltje
van Purmerend en de laatste vertrok om half
negen uit Alkmaar. We gingen dus met de tram
van Warmenhuizen om half acht weg. Zo liepen
we armpje door naar de tram, nagekeken door
iedere Warmenhuizer. Zij betaalde en we
gingen weer op Purmerend aan. Vier weken
erna wou ze weer naar moeder Spaan, maar ik
wist het uit haar hoofd te praten.
Op een keer lag ik in Monnickendam, een half
uur fietsen van Purmerend en ik weer heen. Ik
had nooit gedacht dat dit de laatste keer zou zijn
met Rieca. Vader Spaansen was naar
Purmerend gegaan en had haar voor alles wat
mooi en lelijk is uitgescholden midden in het
café en toen ik zondags kwam, kreeg ik de volle
laag van haar. Ze zei, je zal wel net van die
domme streken hebben als je vader en hoepel
nu maar op! Maar dat nam ik niet en ik gooide
het geld op tafel in de wagen en zei, hou je
rotgeld maar. Toen bedaarde ze en zei, Toon
dat heb jij niet verdiend en ze huilde als een
kind.
Toen ik er die nacht over nadacht kwam ik tot
de conclusie dat het zo beter was want ze zei
altijd, ik geloof dat het vlees beter is dan de
benen en daarmee af. Ook waren mijn ouders
streng katholiek en ik dacht het kan toch echt
-25-