BELEVENISSEN VAN ANTOON SPAANSEN, DEEL 2
Vervolg van de belevenissen van Antoon Spaansen, geboren in 1904, geschreven begin
1979. De vorige aflevering eindigde met het vertrek van Antoon uit het ouderlijk huis.
Het was dus bij ons weer armoe troef op een vreselijke manier. Toen kreeg ik ook nog ruzie
met mijn vader. Ik liep de deur uit en kwam terecht bij een boer in Akersloot. Daar werd ik
boerenknecht. Mijn moeder zat natuurlijk te huilen toen ik het huis uitging, maar ik kon die
armoedige boel niet meer aanzien.
En zo werd Toon boerenknecht. Mijn vader had
de laatste jaren wat koeien op stal gehad, dus ik
kon een beetje melken en dat kwam goed uit.
Het was wel een van de allerminste baantjes in
de wereld, maar ik moest me er tevreden mee
stellen, want ander werk was er niet en ik
schikte me er dan ook erg goed in. Ik kreeg er
een kameraad die net zo arm was als ik. Maar
het was bij hem thuis toch altijd gezellig en dat
vond ik een groot pluspunt. Zaterdagavond nam
ik drie liter melk mee en voor vijf cent chocola,
dat deden we erin en we hadden een vrolijke
avond.
Mijn kameraad Huib werkte op de stokkenfa-
briek in Uitgeest en was altijd op tijd thuis. Eerst
was ik dat ook nog wel, maar we begonnen te
maaien en vlak daarna was het hooitijd en dus
erg druk. De koeien moesten kalveren en ze
moesten dan drie keer per dag gemolken
worden: om half vijf 's ochtends, om twaalf uur
en om zeven uur en dat alles was me nou net
even te veel. Het stond me slecht aan en op
zaterdag wilde ik absoluut niet werken, omdat
dat de mooiste avond was bij Huib's vader en
moeder thuis.
Zo kreeg ik de eerste woorden met mijn baas en
het is helaas nooit meer goed geworden. De
hooitijd begon en 's morgens om half vier was
het dag. Eerst laadden we twee wagens met
hooi, dan vlug de koeien melken, dan met de
wagens hooi naar huis, eten, en dan maar weer
hooi halen.
Ik had al in de gaten dat het niet lang meer zou
duren voor ik weg zou gaan, want ik werd het
echt zat en ik zei tegen de boer als het hooi aan
het vierkant toe is, is het mij genoeg en vertrek
ik. Een gezicht dat hij trok... Ik was dat hooi
opsteken zo zat dat het mijn keel uithing.
De zoon van de boer waar ik elke dag mee
werkte zei, je krijgt 25 gulden als je blijft tot het
hooi binnen is. Maar daar had ik geen zin in en
zei, zaterdag ga ik weg en daarmee uit. Bijna
niemand wilde mij geloven, want ik had het er
best en mijn kleren werden erg netjes
onderhouden en vernieuwd en het eten was er
zo best dat ik er tegenin groeide ook al werkte ik
al drie weken van half vier tot negen uur.
Maar je kunt ook teveel van het goede krijgen.
Ik had f 7,50 boven in de kast en zaterdags
kreeg ik een tientje en ik pakte mijn boeltje, wat
niet veel was, bij elkaar en ging.
Ik had gelukkig zo weer wat anders. In die tijd
dat ik bij de boer werkte was mijn buurmeisje
getrouwd en ik had geen tijd gehad om naar de
receptie te gaan vanwege het hooi en dat was
eigenlijk de hoofdzaak dat ik wegging. Ik stond
nogal eens te praten met haar en dat mocht niet
zeiden ze tegen mij en wat niet mag, wil je juist
doen. Ze was een aangenomen kind, die tuinder
had zelf geen kinderen. Ze was 19 jaar en dacht
natuurlijk, als ik trouw heb ik het voor elkaar,
maar dat valt in de regel niet altijd mee.
Ze hadden de overhaal en het café gehuurd en
daar was een mannetje meer nodig, had hij
gedacht. De vorige huurder werkte dag en
nacht, maar dat was de nieuwe huurder niet van
plan, er kwam echter al meer verkeer op de weg
en de overhaalpont de Schermer in. Daar werd
het ook drukker, dus de ene week dagdienst, de
andere week nachtdienst en daar kwam ik voor
in aanmerking.
Toen ik als kelner en mannetje van de overhaal
fungeerde liep de zaak goed of zeker te best,
want de baas werd jaloers als ik een biertje
kreeg van het vrouwtje. Ook bezocht ze mij als
ik lekker lag te snurken en daar ik geen
opvoeding had genoten en jong was gaf ik toe.
Maar het werd me een beetje te veel en toen ik
op een zaterdag naar de familie Tiebie wilde
gaan en het vrouwtje uit haar mond liet vallen
dat ze dat helemaal niet leuk vond, werd de
baas bar nijdig en jaloers en kreeg ik op
staande voet mijn congé.
Ik kreeg zes weken loon als ik direct
opdonderde en dat deed ik graag, want de baas
en zijn vrouw kregen de grootste ruzie en tot
slot wilde het vrouwtje het wel riskeren om met
mij mee te gaan, maar daar wilde ik niets van
-22-