- -
ifts Wg,
IV;
ëfM
moest daarvoor een paar dagen later weer terug
komen.
Honger hebben we niet geleden in Kalverdijk, dit
was een heel verschil met de mensen die vaak
langs de wegen kwamen om eten te halen. Wie
weet hoe ver ze al gelopen hadden en hoe ver
ze nog moesten lopen om een beetje eten te
krijgen. Zomer en winter ging het door. Een man
heeft bij ons een keer aan tafel meegegeten en
toen hij wegging zei hij "God zal u lonen". Dat
vond ik heel vreemd.
Ik denk dat we aardappelen van oom Arie
konden kopen. Vader had in Bergen ook een
tuin, hij ging er op de bakfiets naar toe. Hij heeft
er ook tabaksplanten geteeld. Op de bakfiets
ging hij ook peren halen en die verkocht hij dan
in Kalverdijk. Hij heeft ook op de zuurkoolfabriek
in Langedijk gewerkt. In Bergen was hij
peterolieboer (petroleum), maar olie was er in
de oorlog toen natuurlijk bijna niet meer. Voor
eigen gebruik kon vader gelukkig nog wel aan
olie komen. Moeder kookte eten op een
petroleumtoestel en we hadden een grote
olielamp, dus we hadden ook aardig licht. Die
lamp is ook eens met Kerstmis bij de nachtmis
op het zangkoor in de kerk gebruikt.
We gingen in die jaren natuurlijk ook naar de
kerk in Tuitjenhorn. In de kerk hadden we geen
vaste zitplaats en ik was altijd bang dat ik van
mijn plaats afgestuurd zou worden. De priesters
waren toen pastoor van der Kolk en kapelaan
Blommestijn.
Bij het feest vanwege onze eerste H. Communie
zongen we in de kerk waarbij Afra(?) Kruijer een
solo zong. Ik herinner mij nog wel de tekst, het
ging ongeveer zo:
Kindje des Heren wij bidden u,
blijf immer gelukkig en blij als nu.
Altoos, altoos zo engelachtig zo schuldeloos.
Draag God in 't harte, Hem alleen,
Hij zal u dragen door 't leven heen.
Over bergen en dalen door duisternis,
Naar 't land waar 't altijd vrede is.
We zijn een keer met de hoogste klas naar
Alkmaar geweest voor een groepsfoto bij de
fotograaf. Iemand had een bon voor de toen
alom bekende fotograaf Ris. Je moest dan
vanaf de school lopend naar het station in
Warmenhuizen en met de tram naar Alkmaar.
Ik werkte op zaterdag bij bakkerij Schneiders en
toen er een keer een familie met een baby op
bezoek zou komen moest ik met een lege
kinderwagen naar het station in Warmenhuizen.
Maar de familie zat niet in de trein en ik moest
met de lege kinderwagen weer terug lopen.
Niek Boon, die vaak beneden in de koolschuur
bezig was, zong daarbij het volgende liedje:
Heer Sikmans, een klein kruideniertje,
die lustte een borrel zo graag.
hij ging naar een heel klein cafeetje,
en dronk er een stuk in zijn kraag.
hij nam dan een zwaai naar de toonbank,
en viel in een emmer met stroop.
hij riep om zijn vrouw en zijn kind'ren,
komt kind'ren, je pa zit in nood.
lik kinderen, lik, vader heeft stroop aan zijn sik.
kinderen help je ouwe vaar, alles dat plakt aan
elkaar.
Op school hebben we een tijdje een schrijf-
vriendin gehad uit Cuijk aan de Maas. Dat ligt in
Noord-Brabant maar toen ze daar bevrijd waren
en Noord-Holland nog bezet was, stopte de
correspondentie. Na de oorlog kreeg ik weer
een brief en mijn zusje Rie en ik werden te
logeren gevraagd.
In het laatste oorlogsjaar vlogen er hier in de
buurt van Kalverdijk heel veel vliegtuigen over,
die steden in Duitsland gingen bombarderen. In
grote groepen vlogen ze over en vooral als het
helder weer was kon je ze door de gevormde
condensstrepen goed zien en ook horen. De
piloten strooiden dan strookjes zilverpapier uit in
de lucht om daarmee de radar van de Duitsers
te misleiden. Die wisten dan niet hoe hoog ze
vlogen.
Hier
naast
een
aantal
teke
ningen
gemaakt
vanaf de
zolder
van de
kool-
schuur,
gemaakt
op....
"~l; «k 12-3-45
B5IE
4.
V--
K J ^-.3 fn..
i J.-3-V
Éi
-14-