het zwaaien, maar toen ze haar arm boven haar hoofd had, stopte ze ineens, het gevolg laat zich raden. Ons gezin was iets kleiner geworden want Jan, de oudste, was in Duitsland te werk gesteld en Eldert was in Lisse bij een tante, omdat hij daar op de Mulo zat. In Kalverdijk en omstreken was er weinig mogelijkheid voor voortgezet onder wijs. De jongens zaten in Kerkbuurt op school. Rie en ik zaten in Tuitjenhorn op de St. Barbaraschool. Het hoofd van de school was juffrouw Van Erp. Soms las ze voor over heiligen en martelaren en vooral als ze over de laatste las, begon ze bijna te huilen. We hebben ook juffrouw van Ditshuizen gehad, een vlotte verschijning, heel anders als juffrouw Van Erp. Voor de verjaardag van juffrouw Van Erp heeft juffrouw van Ditshuizen eens een liedje gemaakt, dat begon zo: We vieren weer eens feest op school, Juffrouw van Erp die verjaart. We willen nu een liedje zingen, Waarin alles is vergaard. Een liedje dat getuigt van uwe zorgen, Die U geeft ied're morgen. (Hoe de verdere regels waren weet ik niet meer.) In de handwerkles hebben we een nachtjapon netje genaaid van roze katoen met blauw afgezet, helemaal met de hand. Ik denk dat mijn moeder er wei blij mee geweest is. Thuis naaide mijn oudste zus Atie alles voor ons, vaak van oude kleren of van een lap stof van Jaap Dekker bij wie we dit konden kopen met textielpunten. Toen broer Jan na de bevrijding terug kwam uil Duitsland was hij bevrijd door de Amerikanen e had hij verschillende lappen stof mee, wat natuurlijk heel welkom was. Maar dit was dus n de bevrijding. Toen we in 1943 in Kalverdijk kwamen wonen zouden er nog een paar oorlogsjaren komen. Rie en ik hadden er wel eens in de zomer gelogeerd, maar in de winter nog nooit. En Bergen of Kalverdijk was toch wel een heel verschil. We konden vanuit huis naar Dirkshorr kijken. Als we naar school liepen was het een lange weg, aan de linker kant stonden huizen, maar verderop niet veel. Links was een slootje. Dat weet ik nog omdat Rie er een keer in gejonast i door Duitse soldaten. We vonden het leuk om hun petten af te gooien. Tot ze Rie te pakken kregen en in sloot jonasten. Die Duitse soldaten zaten in de gebouwen die bij café Stevers aan de overkant van de weg stonden. Is het daar toen een radarpost geweest en is het een keer door vliegtuigen beschoten? Ook daar waren we wel eens bezie met de Duitse soldaten te plagen, tot ze het be waren en achter ons aan kwamen. Wij rennen natuurlijk, maar mijn jongste zusje die toen een jaar of vier was bleef achter en zij kreeg een draai om haar oren van een van die soldaten. Soms kwam er in Kalverdijk een man langs op de fiets, met een grot bel en die riep dat er de volgende dag vrijbankvlees was. Rie en ik moesten dan heel vroeg naar Dirkshorn lopen waar het vlees bij de slager verkocht werd. Ik meen dat we eerst een nummer moesten halen en dan maar wachten tot je eindelijk aan de beurt was. Hoevee vlees je kon kopen weet ik niet, maar het was maar een beperkte hoeveelheid. Met een stukje vlees en jus smaakte het eten natuurlijk veel lekkerder. Onze huisarts was dokter Groenhai Zijn huis is later door de Duitsers in brand gestoken. In de wachtkamer hing een bordje met de volgende tekst: "Laat zon, licht en lucht uw woning binnenkomen". De kapper waar ik kwam woonde ook in Dirkshorn. Als je perma nent in je haar gekregen had dan mocht je het de eerste keer niet zelf uitkammen maar je Klas Juffrouw van Erp, schoolplein bij de dorpsstraat. Wie weet wie er ov de foto staan? -13-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2010 | | pagina 15