Dat vind ik heel knap. Om de gezichten van de
aanwezigen te kunnen observeren, ben ik niet
achter in het zaaltje gaan zitten, maar vooraan
in een hoek, dus met mijn gezicht naar het
publiek. Wat ik van die gezichten aflees is
verbazing, dat die vreemde meneer al die
zogenaamd 'vieze woorden' zo maar gebruikt.
Maar ook zie ik opperste concentratie. Een
aandachtiger publiek had Rokebrand zich niet
kunnen wensen. En wat mij betreft: hier hoor en
zie ik vanavond hoe je een groep kinderen moet
vertellen over 'de intieme zaken des levens'.
Volgend jaar doe ik het zelf, gewoon in de klas,
maar zo veel mogelijk op zijn manier.
Na ongeveer veertig minuten is Rokebrand
uitgepraat. Hij vertelt nog even, dat na de pauze
de jongens met hem meegaan en hem alles
mogen vragen wat ze maar willen en dat de
meisjes meegaan met die aardige mevrouw
daar. (Een vroedvrouw van wie ik de naam ben
vergeten.) Nu volgt op dat ingespannen luiste
ren de ontlading. Er wordt geapplaudisseerd
door de ouders, terwijl de jongens en meisjes
zich uitleven door overdreven hard met hun
voeten op de vloer te stampen en daarbij te
loeien en te fluiten. Wat 'n kabaal! En, echt iets
voor jongens: hier en daar beginnen er 'n paar
elkaar te stompen. De veertig minuten muisstil
luisteren hebben in sommige jongenslijven
blijkbaar zó veel spanning opgehoopt, dat deze
er even uit moet.
Na de pauze blijft Rokebrand niet langer dan
twintig minuten weg. "Ze hadden niet zo veel te
vragen", vertelt hij mij, "maar ik weet zeker, dat
die vragen later naar boven komen. Daarom
heb ik ze op het hart gedrukt alles wat ze verder
nog willen weten over seks aan hun ouders te
vragen".
De meisjes hebben de vroedvrouw meer werk
bezorgd. Hierdoor komt ze ook veel later terug.
Zij vertelt ons: "Toen die meisjes eenmaal
begonnen waren met vragen, hielden ze niet
meer op. Ze wilden werkelijk van alles en nog
wat weten. Over vrijen, zoenen, met elkaar naar
bed gaan, ongesteld zijn, over jongens, of ze
'vieze woorden' mochten gebruiken en ga zo
maar door. Bovendien heb ik vragen uitgelokt",
vertrouwt ze me toe.
Als ik deze bijzondere ouderavond in één woord
zou moeten samenvatten, dan luidt dat woord
opluchting. Niet dat dit woord werd uitgespro
ken, maar die opluchting werd bij het langzaam
leeg druppelen van de zaal wel tegen zuster
Cecilia en tegen mij op een andere wijze ver
woord: "Wat fijn dat jullie zo'n avond hebben
gehouden - Nou weet ik tenminste hoe ik het
zeggen moet - Ik had nooit gedurfd zó over die
dingen te praten - Ik was bang, dat ik zonde zou
doen, als ik die dingen zo maar zei" enz. enz.
Eén moeder draalde net zo lang tot zij de
laatste ouder was, die de zaal zou verlaten.
"Nou zit ik toch wel met 'n moeilijkheid",
vertrouwde ze me toe. Onze oudste, Piet, zit in
de eerste klas van het lyceum in Alkmaar en hij
weet nog niks; maar Kees, die bij u in de klas
zit, weet nu 'alles'. Hoe moet dat nou?"
Luchtig en voor de hand liggend zeg ik: "Dan
kan Kees uw Piet nu mooi voorlichten". Maar
als ze zorgelijk blijft kijken, zeg ik wat minder
luchtig: "Ik geloof niet, dat uw oudste nog van
niks weet. Op straat en zeker op een lyceum
wordt over dit soort zaken door kinderen onder
elkaar méér gepraat dan u denkt. Daarom
vermoed ik, dat Piet al heel wat weet, maar laat
hij dat thuis niet merken, denk ik zo. Vraagt u
hem dat maar eens op de man af." "Ik weet het
niet, ik weet het niet", schudt ze zorgelijk haar
hoofd; "Maar u wordt toch bedankt", en ze geeft
me 'n hand.
Wat was er nou zo uniek aan deze voorlich
tingsavond? Het antwoord op deze vraag is pas
vele jaren later tot mij doorgedrongen, toen ik
tot de ontdekking kwam, dat ik in geen enkel
onderwijsblad, in geen enkel opvoedkundig
boek, in geen enkel opvoedkundig tijdschrift, in
geen enkel verhaal, van geen enkele school
enz. enz. ooit heb gehoord, dat de seksuele
voorlichting op deze wijze, dus door een
onderwijzer aan jongens en meisjes tegelijk en
met hun ouders erbij seksuele voorlichting werd
gegeven. Min of meer toevallig kwamen we op
iet idee het zo te doen en het bleek een schot
midden in de roos te zijn. Waren er maar
mensen tientallen jaren eerder op dit idee
gekomen. Menige ouder en menig kind zou er
profijt van hebben gehad. En stom van mij, dat
ik over deze avond in ons vakblad voor
onderwijzers niets heb gepubliceerd. Ik ben
gewoon niet op het idee gekomen.
-32-