Noord Het westeinde van de Pompsloot. Eenzelfde opgraving werd ook uitgevoerd in de Westfriesedijk tussen de huizen no. 71 en no. 75. Uit de zowel aan de westzijde als aan de oostzijde ingegraven coupure bleek hier een door water geïsoleerde terp (no. 10). De daar tussen liggende sloot was oorspronkelijk een haventje dat tot aan het hart van de terp liep. Tegenover huis no. 71 en de voormalige Pompsloot was een doorvaart. Een ingraving aan de westzijde brachten palen aan het licht. Hier zal dus waarschijnlijk een brug geweest zijn over de Pompsloot en de Noorder-Rekerdijk de latere Westfriesedijk. Vanaf huis no. 71 zuidwaarts tut huis no. 63 was oorspronkelijk ook een lang gerekt woonerf (no. 11). Vanaf no. 63 tot no. 57 wordt met eenzelfde soort terp de keten van woonerven gesloten (no. 12). De tegenwoordige Westfriesedijk die later over deze keten van terpen is opgeworpen, moet voor 1519 gerealiseerd zijn geweest. De realisering van de dijk had de volledige afsluiting van het Rekerwad ten gevolg. Op de plaats waar de ingraving werd uitgevoerd aan het westeinde van de Pompsloot, bleek de dijk voornamelijk uit zand te bestaan. In het gat van de dijk werden op een diepte van 160 cm. schelpen en zand aangetroffen. Blauwgrijze kogelpotscherven lagen op een diepte van 105 cm. en donkere aarde, turfas met keukenafval en daarboven schelpenrijke zanderige aarde. Aan het haveninhammetje kwam bij de dijk ook nog een aanlegsteigertje te voorschijn, waarvan het plankier op een diepte van 50 cm. lag. Uit het geheel van de opgraving kwam duidelijk vast te staan, dat de Westfriese dijk hier gewoon over een terp (no. 10) was aangelegd, die al eeuwenlang als woonerf had dienst gedaan. Woonerven uit de 15e eeuw. De huizen aan de Westfriesedijk (in het centrum en ten zuiden van het huidige Krabbendam) moeten in deze 15e eeuw (1400) nog op langwerpige terpen hebben gestaan. Dus dat wil zeggen, dat er destijds van een brede en hoge Westfriesedijk nog geen sprake was, eerder een klein dijkje. Voor het opwerpen van deze terpen groef men slootjes rondom, de aarde hieruit gebruikte men voor ophoging. -24-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 26