Reconstructie van een behuizing, bron Westerheem 1972 Echter er is niets meer van te vinden. Met de ruilverkaveling van 1968 is alles vlak gemaakt en de grond naar elders afgevoerd, zodat er niets meer te zien is van vroegere activiteiten. Wel vond ik nog hier en daar scherfjes van stenen en kruiken en stukjes van gebroken leitjes ten teken van bewoning op die plaats. Het tweede Krabbendam met het versterkte "Huis". Het 28 Krabbendam lag op de plaats waar nu het Kerkpad is, met in de grond nog de ruïne van een versterkte "Huis" (no.7). De eerste vermelding van dit huis vinden we in de archieven in 1100 en daarna pas weer in 1230. Het huis was eigendom van de bisschop van Utrecht in die tijd, maar in de 13e eeuw heeft graaf Floris IV het zich toegeëigend. Floris IV liet naast het huis een kapelletje bouwen. In 1230 geeft Floris IV het huis in leen aan Simon van Haarlem, een van de Heren van Haarlem. Na verloop van tijd is het geslacht Haarlem in mannelijke lijn in 1321 uitgestorven. Dooreen huwelijk uit deze familie Haarlem komt nu de Heer van Crabbe op het "Huis". En zo komt de naam Crabbendam voor het eerst voor in de archieven. De verhalen dat het woord Krabbendam is ontstaan uit de "krebben" (loopsteigers) in het haventje van Krabbendam heeft men gewoon verzonnen. Men was niet bekend met de juiste historie van het woord Krabbendam. Aanvankelijk lag dus rond 1100 en 1230 op het huidige terrein van bouwbedrijf Dekker aan de Westfriesedijk hoek Oude Schoorlse Zeedijk een haventje met drassige "nesland" (laag land) er naast wat een "bakenes" werd genoemd, waarop nederzettingen van vissers en boeren stonden. Het geheel stond in verbinding met de toenmalige Rekere die vlak langs Krabben dam stroomde en later is vergraven in de Koedijker-, Hondbos- sche- en Pettemer- vaart in 1531 In het haventje werden drie loopsteigers ge vonden van ongeveer 40 meter lang (westelijk van no.7). Een ondernemer van dijk- en waterwerken was Jacob de Wael van Rozenburg, verwant aan de Heren van Egmont en een afstammeling via de vrouwelijke lijn uit het uitgestorven geslacht van de Heren van Haarlem. In de archieven wordt hij genoemd als de maker van de loopsteigers in het haventje, en van een stukje Rekerdijk nu Oude Schoorlse Zeedijk genoemd noordwest van het centrum van Krabbendam. Het "Huis" had zowel een burgerlijke als een militaire betekenis en werd beheerd door een "castelein" met bepaalde bestuursrechten o.a. tol-, vis- en landbelasting innen. Bij een versterkt huis konden woonkernen ontstaan, want dit bood natuurlijk bescherming en economische voordelen. Van een versterkt huis is het onderste deel van steen, een bovengedeelte van hout met een rieten dak. Soms had het een dak van leitjes, wat een kostbare dakbedekking was in die tijd. Ook dit klopt, want er zijn veel gebroken leitjes gevonden in de grond van het Kerkpad. Het huis had vaak een aantal losse gebouwtjes er omheen. Ook waren er in de buurt boerderijtjes van onvrijen en horigen die deze in leen hadden. Onvrijen en horigen bewoonden en bewerkten het land van de abdij van Egmond en van de grootgrondbezitters. Dit heette "hofstelsel" en kwam voort uit de Karolingische tijd (751-987), maar rond de 12e eeuw (1100) was dit systeem aan het verdwijnen. In de 13e eeuw wordt een regeling getroffen voor verbeteringen. Men is nu verplicht "keurmedig" te betalen. Dit houdt in, bij overlijden van de dienstplichtige, de eigenaar van het land het recht heeft op het beste stuk roerend goed uit de nalatenschap b.v. de beste koe. 4W-/U- -21-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 23