In de strenge winter van 1947 werd op de nieuwe ijsbaan van Schoorl nog een prikwed- strijd gehouden. De verkaveling was wel het einde van de priksport in het Geestmerambacht. Wel ziet men bij toertochten op het vele water dat nog aanwezig is in Noord-Holland mensen op de prikslee. Toen in maart 1976 een Oud Hollandse IJsdag werd gehouden op kunstijsbaan "de Meent" met arrensleeën schoonrijden en NK. Priksleeën, bracht dit weer een opleving in de priksport. Dit was in 1978 de aanleiding tot het oprichten een club onder de hoede van ijsclub SIS. Dit bracht een nieuwe generatie prikkers, er werden nieuwe sleeën ontwikkeld. De club organiseert jaarlijks een NK. prikken korte- en langebaan, dit vindt nu net als training op de kunstijsbanen plaats als er geen winter is. Er werd geprikt in Thialf in Heerenveen, op de Weissensee in Oostenrijk en op vele andere plaatsen. Drie leden van de prikclub, Pé Stet, Bram en Dorus Pronk, waren de eersten die 1985 de Elfstedentocht op de prikslee hebben afgelegd. Met al deze evenementen en contact met prikkers uit andere waterrijke gebieden in Nederland weet men deze oer-Hollandse sport levendig te houden. hersteld. Zeer onvoorzichtig van een kreupele man om op het ijs met zoveel gaten te gaan. Het is een duidelijk voorbeeld dat mensen die door een gebrek niet kunnen schaatsen, gebruik maken van de prikslee. Op een schil derij van Van de velde ziet men een duwslee, achter zo'n soort slee hebben velen vroeger schaatsen geleerd. Tot slot een familie die lekker aan de boerenkoolprak zit die vader met het priksleetje van de akker heeft gehaald, daar was de prikslee heel geschikt voor. De prikslee wordt ook wel kreupeltje genoemd. Een stukje uit de brieven die Klaas Pronk schreef aan zijn dochter en schoonzoon in Amerika begin 1900 geeft een goed voorbeeld hoe men aan die naam gekomen is. Hieronder de letterlijke tekst. 2 Jan. 1908 geraakte H. Tuinman de kleerenmaker uit Warmenhuizen met zijn prikslee door het ijs, vrijwel daar waar gij vroeger de Zandakkers gebruikte. Deze man had een naaimachine op schoot, welke hij naar Schoorldam zou brengen, natiuiiijk kwam daar niets van, want de naaimachine ging zink, en de prikslee bleef midden in het wak. Gelukkig wist hij bij de wal op te klauteren, en heeft daar tegenstaande de vorst een half uur op de akker gezeten. Zo u weet lopen kan hij niet. Tot uiteindelijk iemand met een slee hem verloste en hij zo goed en zo kwaad mogelijk thuis is gekomen. Waar hij met een paar dagen was Een winterlandschap van Van de Velde midden 1600 met een sfeer die voor de verkaveling in het Geestermerambacht nog aanwezig was. Bron: Jan Pronk, die sinds de oprichting voorzitter is van de prikclub, heeft mij van veel gegevens voor dit artikel voorzien. Deze Jan Pronk is de kleinzoon van Jan Pronk, de ontwerper van de eerste Warmenhuizer prikslee. Een andere bron is het bij het honderd jarig bestaan van ijsclub SIS uitgegeven jubileumboekje. Wat nog leuk is om te vermelden dat W. Heman, bestuurslid van Historische Vereniging, een kleinzoon is van W. Heman die de ijzers voor de eerste Warmenhuizer slee heeft gesmeed en ook vermeld staat op de oorkonde. Rinus Jonker HMaiipi mmmmm aam t -8-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2009 | | pagina 10