verwelkoming van
burgemeester
Nolet met (toen
nog) zijn verloofde
zegt de
waarnemend
voorzitter van de
Raad "op dit
moment, u houdt
het mij ten goede,
dat ik dit naar
13 april 1949. Het voltallige gezin Nolet, voor de akker van Dekker, achter
het huis van meester Rasing. Dit deel van de Burg. Burgerstraat was toen nog
niet bestraat. Hier begint nu de Burgemeester Noletstraat.
Op de achtergrond het Kerkhoflaantje,
v.l.n.r. Agaat, Maria, Chris, vader Nolet, Vincent, Anneke,
Moeder Nolet, Wim, Hans, Paul, Bels, Joep.
Want bij Koninklijk Besluit van 1 november
1928 werd op de voordracht van "Onzen
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw van 27 oktober 1928, no. 727,
kabinet" tot burgemeester van de gemeen
ten Harenkarspel en Warmenhuizen
benoemd de heer H. Nolet. Zonder dat in
het besluit enige aanvullende aanwijzing
daartoe werd gegeven was hij er, de
nieuwe burgemeester. Ene van "vreemde
bodem", van buiten. En dat terwijl in
Harenkarspel wel gevraagd was om een
gezamenlijke burgemeester voor de beide
gemeenten. Een burgemeester die ook
bekend met woon-, werk- en leefomstan
digheden in de gemeente is. Een burge
meester gekend ook als persoon door de
inwoners. Daarentegen was in Warmen
huizen de wens uitgesproken "niet meer
met Harenkarspel gecombineerd te
worden".
Naar deze wensen wordt verwezen zowel
bij de installatie te Harenkarspel als bij de
installatie te Warmenhuizen.
In Warmenhuizen is die op woensdag, 14
november, voormiddags om 11 uur. Na
voren breng, gaan
mijne en gewis
veler gedachten
uit naar hetgeen is
geweestWij
hebben verloren
een burgemeester,
een burgervader,
een man met
buitengewone
gaven van hart en
verstand, een
machtige
geesten zijne plaats moet thans bezet
worden door u, burgemeester Nolet, die
ons nog geheel vreemd is." Hij memoreert
daarbij de op 8 september plotseling
overleden burgemeester Burger, die bij zijn
overlijden burgemeester was van beide
gemeenten, Harenkarspel en
Warmenhuizen.
En later in zijn begroetingswoord zegt hij:
"Met buitengewone belangstelling werd de
benoeming van den burgemeester tege
moet gezien. Te bevoegder plaatse werd
de wensch uitgesproken niet meer met
Harencarspel gecombineerd te worden; het
heeft niet mogen zijn". Daarna worden er
een aantal kritische kanttekeningen
geplaatst over procedure en wijze van de
burgemeestersbenoeming om tenslotte te
eindigen met: "Van harte wenschen, hopen
en verwachten wij dat u, burgemeester
Nolet, wel de rechte man op de rechte
plaats zult zijn en ik wil er direct aan
toevoegen dat u - kennende de mentaliteit
van de leden van den Raad - op de volle
medewerking van den Raad, en ook de
bevolking kunt rekenen".
-5-