Huib werd kruidenier en ging boodschappen
opvragen en rondbrengen op de
transportfiets. Zoals dat toen genoemd werd:
hij ging langs de weg". Huib vond het alleen
kruidenier zijn niet voldoende en liet een
houten uitbouwtje maken aan het winkeltje.
Hier begon hij een scheersalon annex
kapperszaak. Of hij hiervoor had geleerd
vertelt de historie niet maar de mannen uit
het dorp wisten het te vinden.
Gezellig was het er altijd. Als het koud was
dan maakte Betje een pan warme
chocolademelk. In die tijd richtte hij de
voetbalvereniging Hollandia T op waarvan hij
vele jaren voorzitter is geweest.
In Kerkbuurt begon al zijn interesse voor de
historie van Harenkarspel. Mede door de
sloop van de Christinakerk op de Buurt.
Toen zij ca. 10 jaar op de Buurt woonden
kocht Huib het café Landmans Welvaren in
Kalverdijk van de fam. Broersen. Bet had
daar niet veel zin in maar Huib beloofde dat
zij niet in het café hoefde te staan. Nou dat
heeft zij geweten. Ze verhuisde met 5
kinderen met de schuit naar Kalverdijk. Er
gingen nog twee broers Van Straaten mee.
Huib ging weer langs de weg omdat er ook
een kruidenierswinkeltje bij het café was. Van
alleen het café konden ze niet leven. In die
tijd verkocht hij ook dekens en schilderijen.
In de oorlog werd het allemaal wat moeilijker.
In het begin van de oorlog kwam er bv. een
bus vol met ca. vijftig evacués uit Amersfoort
die bij de familie Tiebie om onderdak
vroegen. Op zolder, toneel en danszaal werd
stro neergelegd en daar konden de mensen
slapen. Brood werd gebracht door de twee
bakkers van Kalverdijk en het beleg was ham
van een varken dat door Huib clandestien
geslacht was. Mensen van het verzet zochten
daarna een ander adres voor al die evacués.
Er bleven acht personen over die voor een
langere periode bij de familie Tiebie onderdak
kregen. Ze sliepen op zolder in stro en
woonden in de danszaal.
Bovendien verbleef er later ook nog een
onderduiker en een meneer uit Amsterdam
die gevallen was en bij het café binnen werd
gebracht. Deze meneer heeft zes weken op
een bed in de kamer gelegen waar hij met
liefde werd verpleegd.
Er is ook een periode geweest waarin het
café en de danszaal werden gebruikt door de
Duitsers. Er werd door hen regelmatig een
film gedraaid. Toen de scholen gevorderd
werden kregen de schoolkinderen ook les in
de danszaal.
Omdat er in de oorlog niet gedanst mocht
worden verzon Huib hier ook iets op.
Er speelde wel muziek maar er werd niet
gedanst. Dit heette toen zitbal. Hij maakte
van poeder surrogaatbier in een grote ton en
dit werd die avond gedronken. Vele jonge
mensen hebben verkering gekregen in
"Landmans Welvaren", het café van Huib
Tiebie. Vaak werd dan ook het huwelijksfeest
in dit café gehouden waarbij hij dan meestal
werd gevraagd om naast kastelein ook als
ceremoniemeester op te treden. Ook bij
andere bruiloften werd hij vaak als
ceremoniemeester gevraagd en in die
hoedanigheid voerde hij dan ook sketches
op. Zijn vrouw Betje moest dan alles reilend
en zeilend houden. De belofte dat zij niet in
het café hoefde te staan is dan ook niet
uitgekomen.
Huib was een actieve kastelein die een
biljartclub, een toneelclub en een damclub
oprichtte. Hij was zelf een enthousiast lid van
alle verenigingen. Bovendien organiseerde hij
vele spectaculaire avonden welke in die tijd
voor een dorp uniek waren. De muziekgroep
Kilima-Hawaians, paragnosten, hypnotiseurs,
toneelgezelschappen en grote orkesten
traden op in Kalverdijk. Huib haalde ze op
met de schuit vanaf het tramstation van
Warmenhuizen. De gezelschappen bleven
slapen en ze gingen de volgende dag op
dezelfde manier weer naar huis. De kinderen
moesten hun bedden afstaan en sliepen op
matrassen (kermisbedden genaamd) op de
zolder.
Op en keer kwam er een toneelgezelschap
uit Amsterdam optreden die een paar
kinderen als extra spelers nodig hadden. Dat
was geen probleem. Huib zorgde daar wel
voor en zo moesten Bets en Ria meespelen.
Met kermis kookte Betje, -uiteraard met hulp
voor het personeel, voor de muzikanten en
voor de vaste kermisgangers. Er werden
-6-