mimB&Bsmsam
Het water kon alleen wegstromen als het
omringende waterpeil van het Ambacht laag
genoeg was. Later is op deze plaats een
overhaal en weer later een overtoom gekomen,
die de schuiten in en uit het Geestmerambacht
konden halen.
De Rekere nu het Noord-Hollands kanaal.
De Rekere, in 1094 Richara genoemd, was als
rivier de voorloper van het huidige Noord-
Hollands kanaal. Ontstaan uit het IJ bij
Amsterdam en door een doorbraak door
Kennemerland (Kennum of Kinheim) in 800 of
900 na Chr. uitlopend in het toenmalige
waterrijke Zijpe. Na deze tijd kreeg men de
splitsing van Kennemerland met Westfriesland.
In 730 bestond er al een "pagus Kinnehem"
met een gouw (gebied) genaamd Kennemer
land. In 985 wordt Kennemerland een
graafschap genoemd.
Rond 1264 wordt de Rekerdam gemaakt, vanaf
het huidige Krabbendam richting Zijpersluis en
daarna naar Hargen bij Groet. Een belangrijke
ontwikkeling omdat er toen geen invloed meer
was van de Rekere als getijdenrivier, met een
splitsing richting Petten naar de Leijen en de
andere kant ging langs het kasteel
Nuwendoren en werd de Heensloot genoemd,
en zo verder het Geestmerambacht in.
Rekerdam.
In 1967 werden er steekproeven genomen
door Cees Wagenaar uit Krabbendam in de
Oude Schoorlse Zeedijk (Rekerdam) richting
Zijpersluis. Er werden geglazuurde scherven
gevonden uit 1400 en later. Dit was een teken
dat de Rekerdam uit de tijd van Floris V (1256-
1296) niet afgemaakt werd vanaf 1264, maar
pas na 1400.
Een perceel bouwland ten noorden van de
Oude Schoorlse Zeedijk in de Zijpe vertoonde
al generaties lang een grote bult die
voornamelijk uit puin bestond. Op een gedeelte
aan de westzijde van dit land (2) lagen stenen
uit 1400 die nog in verband lagen. Een teken
van vroegere bewoning.
Scherven.
Als men de slootjes van het "Uitlant"(4)
uithaalde kwamen er soms brokken tufsteen en
huttenleem te voorschijn op een diepte van
ongeveer 1.70. In het jaar 1978 is alles vlak
gemaakt zodat er niets meer te zien is van
vroegere activiteiten.
Westelijk van dit land kwam met diepploegen
soms een bruine laag naar boven. Deze
bruine laag bevatte veel schelpengruis met
een plaatselijke dikte van 35 cm., maar
meestal was de laag 5 a 7 cm. dik.
Waarschijnlijk was dit alles een product van
het vroegere "selnering". Het winnen van zout
uit veen tijdens de Merovingische tijd (447-
750 na Chr.). Dit was een volksstam in het
Frankische Rijk.
Ook kwamen tussen deze bruine laag Friese
kogelpotscherven te voorschijn uit de Vroege
Middeleeuwen met als versiering het
zonnerad. Het zonnerad uit deze tijd was een
godsdienstig symbool. De Hollandse Graven
(800-1297 na Chr.) namen het bewind over
van deze Franken.
Ook ik ben gaan zoeken naar scherven op
het "Uitlant". En jawel ze zijn er nog steeds.
Bij het diepploegen van het land komen nog
steeds scherven te voorschijn die verband
houden met bewoning op deze plaats, zoals
scherven van potjes en ook enkele leitjes.
Leien moesten van ver worden aangevoerd.
Daarom was leibedekking kostbaar en
verhoogde de status van een gebouw. Het
zou toch niet zo wezen, dat er een kapelletje
heeft gestaan van de moederkerk Petten uit
de tijd van 700 na Chr.
De Westfriesedijk.
Opgravingen in de originele Westfriesedijk
ten noorden van het hedendaagse
Krabbendam laten zien dat het in eerste
instantie een lage dijk van aarde, zand en
wier is geweest. Ten noorden van
Krabbendam en richting de scherpe hoek
naar Eenigenburg bestaat deze dijk uit
verschillende lagen. De eerste verhoging
komt tot 50 cm. boven de toenmalige
waterstand en werd gemaakt 1000 na Chr.
De tweede verhoging gaat naar 55 cm. met
een derde verhoging als schelpenlaag op 100
cm. om dan te verhogen naar 120 cm. Op
deze verhoging tekende zich een woonterp af
uit 1400. Na brand van deze woonterp (3) is
de Westfriesedijk omstreeks 1525 verder
verhoogd naar 2 meter. Vanaf eind 1600 is
de dijk verder verhoogd naar de huidige
status.
-24-