In de jaren '30-'50 waren er in het
dorp twee schuitenmakerijen, t.w.
de werf van Bertus Potveer in de
Krankhoorn en die van Piet Otto,
"om de noord", aan het einde van
de "Piksteeg", op de plek waar nu
Idema zijn bedrijf voert. Bij Bertus
Potveer kon je als kind uit de
langs het pad staande vaten pek
wel een klontje pikken daar kon je
lekker op kauwen want ongezond
bestond nog niet en van kauwgum
hadden we nog nooit gehoord.
Er werden op de werven vrijwel
uitsluitend houten boten gemaakt
met als belangrijksten, de "Praam"
van 4 ton, de 3 ton, de 1/2 van 2 ton
en de "Boeier" van 1 ton. Ook maakten
ze Bunsschuitjes voor de in het
ambacht operer-ende binnenvissers
(Siewertsen, Vet, Dalenberg, v.d.
Molen, Boerdijk)
Piet Smit ging na de lagere school, als
13 jarige! werken bij Bertus Potveer.
Bertus had zich bij Vlam (later Kuiper)
in Schoorldam de staalbouw d.m.v.
klinken eigen gemaakt. In zijn vrije tijd
volgde Piet las- en andere cursussen
die hem verder konden brengen.
(Lassers, autogeen en elektrisch,
waren in die tijd voor de aanleg van
olieleidingen veel gevraagd, ook voor
uitzending naar de olielanden).
In die jaren was dit het patroon, na de
lagere school als je 13 of 14 jaar was
moest je het maar uitzoeken.
Hier en daar een cursus volgen
en zo nodig bijles nemen was de
weg die je moest volgen als je
niet interessant genoeg was om
je naar het vervolgonderwijs te
helpen. Na een aantal jaren gaf
Piet lascursussen aan de
ambachtschool in Alkmaar, aan
de middelbare landbouwschool
en aan de tuinders in het dorp
want ook die hadden snel door
dat lassen wel erg handig was
om voorkomende klusjes zoveel
mogelijk zelf te kunnen doen.
Piet verdiepte zich verder in het vak en
volgde een cursus scheepsbouw in
Zaandam waarbij hij o.m. stage liep bij
de ADSM. De eerder genoemde werf
van Otto, was inmiddels overgenomen
door Herman Quant en daarna door
Tinus Tesselaar ("Turrie").
Zowel Quant als Tesselaar ontbeerden de
kennis en vaardigheid om nieuwe boten te
maken. Er werd alleen gerepareerd, Quant
maakte ook kisten voor de bouwers.
Turrie had een lasapparaat gekocht, daarmee
kon hij slechts gaten in staal maken maar twee
stukken aan elkaar bevestigen ging niet.
Hij vroeg Piet om eens te komen kijken. Het
leidde ertoe dat zij compagnons werden en
samen verder gingen Piet was toen 18 jaar. Met
de komst van Piet kwam de aandacht natuurlijk
helemaal bij stalen boten te liggen die werden
voorzien van motoraandrijving.
De scheepswerf "om de Noord", nu het terrein van
Idema. De sloot van rechts naar links is nu de
Rietzangerstraat Schilderij van Th. Van Baar.
Een Antiwierschroef,gemonteerd aan de
achtersteven van een vlet.
-19-