BESCHULDIGD
VANLANDLOPERIJ IN
ST. MAARTEN.
20 juli 1816 komt onder begeleiding van een
dienaar van justitie Maartje van der Meer aan
in Schagen. Op bevel van burgemeester Zutt
van St. Maarten is zij naar Schagen
opgebracht. In een begeleidende brief schrijft
hij dat hij gisteravond bij zijn thuiskomst
Maartje bij de deur aantrof. Zij vertelde dat zij
hoogzwanger was en zonder geld en
onderdak in St. Maarten was aangekomen.
Dit was de plaats waar haar man Cornelis
Jonker ongeveer zeven jaar geleden was
overleden. Zij meende op die grond recht te
hebben op ondersteuning van de diaconie
(de kerk).
Hoewel de Koning in 1814 bepaald had dat
behoeftigen die aanspraak maakten op
ondersteuning geholpen moesten worden,
vond Zutt dat het niet op zijn weg lag die
onmiddellijk te bieden.
Hij was er van op de hoogte dat Maartje al
sinds haar jeugd ondersteund werd door de
diaconie (kerk) van Harenkarspel (in
Kerkebuurt), en voelde er niet veel voor om
deze rol over te nemen. Maartje had hem
verteld dat de verwekker van haar
aanstaande kind uit Schagen kwam. Zijn
naam was Jan de Wit en hij was in dienst bij
de Nationale Militie. Deze bekentenis leek
burgemeester Zutt een goede reden om haar
naar Schagen te laten brengen.
De burgemeester van Schagen was niet blij
met Maartje, en schrijft onmiddellijk een
antwoord. Hij is zeer verwonderd dat men
hem met haar wil opschepen. Zij kwam niet
uit Schagen, en dat de mogelijke vader uit
Schagen kwam was geen reden om haar
hulp te bieden.
GEDAG, DEKLOMP
As je erreges komme is ut de goeie gewoonte
om je voor te stelle en te zegge wie je benne.
Deer beginne wai dus ok mee: Jaap en Gert,
twei geboren en getoge West Frieze en ok
nag echte Geestmerambachters. We hewwe
ons hille leven in de bouw zeten, Jaap in de
tuinbouw en ik,
Kennelijk had hij eerder een
dergelijk geval
meegemaakt,
hetgeen hem
slecht was
bekomen.
Boos schrijft hij "ik
heb ook al
zodanig een
presentje gehad
en ben er voor
vervolg in het
geheel niet
verlangend om
het van de buren
over te nemen"
Hij lost het
probleem op door
Maartje diezelfde
middag met het
Zij per
Veerschuitje naar
Alkmaar te laten brengen, om haar daar over
te geven aan de officier van de rechtbank. In
de begeleidende brief staat.
"Maartje Maartens dr. van der Meer, zo zij
zegt weduwe van Cornelis Jonker te St.
Maarten, dringt zich van tijd tot tijd in deze
gemeente waar zij in het geheel niet
behoort,noch enig domicillie heeft. Wij
hebben haar al meermalen buiten de
gemeente gestuurd maar dat helpt niet, en
het is om die reden dat wij haar als
landloopster hebben doen opvangen, en haar
thans aan U Edele te Alkmaar adresseren,
ten einde dat met haar volgens de wetten kan
gehandeld worden".
Hoe het met Maartje afgelopen is, is niet
bekend.
Jan Jonker voorheen St. Maarten nu
Dirkshorn.
Bewerking Rick de Ruiter.
Gert dus in die are bouw, huize en zo. We
kenne mekaar al van jongs of en benne
alletwei ver achter in de zeuventug, Zo, dat is
genog voorsteld. Weerom skroive we un
stikkie in dut blad, nou, de redaksie vroeg om
wat hulp en we dochte op deuze menier wat
te hellupe. In un archief vurdwale we, dat is
-16-